Goodbye my lover (deel 7)

‘Mag ik binnenkomen?’ vraagt Tim, nadat hij de sleutelbos heeft opgeraapt en aan mij heeft overhandigd. Ik knik zwijgend. Met trillende vingers steek ik de sleutel in het sleutelgat. Mijn hart bonst. Ik hoop dat Manon snel terug komt met haar sigaretten. We gaan naar binnen en Tim gaat op de bank zitten. Ik moet twee keer vragen of hij koffie wil, voordat het tot hem doordringt dat ik tegen hem praat. Als ik hem wat beter bekijk, zie ik dat hij er afgetobd uitziet. Zijn gezicht een beetje smaller, zijn ogen verdrietig. Hij maakt een wat afwezige indruk.

Ik voel me schuldig. Mam is zo verdrietig om mij. Hij is natuurlijk door haar gestuurd. Ze vindt het vreselijk, dat ik niet meer thuis wil zijn. Hij zit nu na te denken, hoe hij deze moeilijke opdracht het beste kan vervullen. Ik wil hem wel tegemoet komen en vertel, dat ik vandaag een kaart op de bus heb gedaan voor mam. Tim glimlacht, maar de lach bereikt zijn ogen niet.
Terwijl ik de koffie inschenk kijk ik steeds uit het raam. Kwam Manon nou maar terug!

Als ik ons van koffie heb voorzien ga ik in de stoel tegenover Tim zitten. Tim speelt wat met zijn horloge. Dan kijkt hij me ineens recht aan. ‘De bruiloft is afgelast Lidewij,’ zegt hij abrupt. ‘Afgelast?’ vraag ik verwonderd en geschrokken tegelijk. ‘Ik heb toch beloofd, dat ik het uit kom praten voordat jullie gaan trouwen?’ Zie wel, ik had toch al eerder met mam moeten gaan praten. Nu is ze in paniek geraakt, bang dat het niet op tijd goed zou komen met mij. Ze had het, wat mij betreft, echt niet uit hoeven te stellen.

Manon komt binnen. Zoals gewoonlijk begint ze vanuit de gang al naar me te roepen terwijl ze haar jas uitdoet. ‘Zo, het was me een partij druk in de buurtsuper!’ roept ze. ‘Oh, ik ruik koffie, lekker Lidewij!’ Als ze binnenkomt zie ik even een verbaasde blik op haar gezicht, maar ze laat hier niets van blijken aan Tim.
Ze begroet hem hartelijk en ik loop ondertussen naar de keuken om ook voor haar koffie in te schenken. Ik rek een beetje tijd om maar niet in de kamer bij Tim te hoeven zitten. Wel drie keer boen ik het aanrecht, ruim wat spulletjes op. Dan slaak ik een diepe zucht en neem het kopje van Manon mee naar binnen.

Manon zit naast Tim op de bank. Ze heeft een arm om Tim heengeslagen. Hij heeft zijn hoofd verborgen in zijn handen. Hij huilt. Ik schrik me rot. Geschrokken zet ik de koffie neer bij Manon en ga zwijgend in mijn stoel zitten. Waarom huilt hij? Vindt hij het zó erg dat de bruiloft is uitgesteld, of is hij zo verdrietig omdat het tussen mam en mij nog niet is uitgepraat? ‘Ik vind het heel rot voor je,’ zegt Manon zachtjes.
‘Ik zal het morgen goedmaken met mam,’ zeg ik. ‘Dan hoeven jullie de bruiloft niet uit te stellen, oké?’ Tim kijkt me aan met zijn betraande ogen.

‘Lidewij, de bruiloft is niet uitgesteld, maar afgelast! De bruiloft gaat niet door. Je moeder heeft vandaag de relatie met mij verbroken. Sinds jij weg bent hebben we alleen nog maar ruzie. Ze verwijt mij, dat ik tussen jullie tweetjes in ben gaan staan. Ineens speelt ons leeftijdsverschil een rol. Ik snap haar niet, dat denkt ze. Ze wil dat jij weer bij haar komt wonen en dat alles weer net zo wordt als vroeger. En daar hoor ik niet bij,’ besluit hij verbitterd zijn relaas.
Verbijsterd heb ik zijn woorden aangehoord. Mam heeft de relatie verbroken! Die arme Tim! Hij houdt zoveel van haar en is zo lief en zorgzaam! Is dat mens nu helemaal gek geworden of zo?

Abrupt sta ik op. Ik loop naar de gang en pak mijn jas. ‘Wat ga jij doen?’ vraagt Manon verbaasd. ‘Naar mam,’ antwoord ik kort.

Tien minuten later maak ik de tuinpoort open die ik twee weken geleden nog wanhopig achter me heb dichtgeslagen.