Godslasterende Kiwi's

Zomaar ergens, doet er even niet toe waar, komt er een zinnetje bovendrijven waar ik heel lang en diep over moet nadenken. Vier woorden bij elkaar die een geweldige discussie kunnen opleveren. Het is een verwensing. Een compliment of een belediging, daar ben ik nog niet over uit. Hoe zou jij reageren als iemand dit tegen je zou zeggen? Zou je gaan slaan? Het niet serieus noemen? Ga je janken? Of voel je je vereerd?

Jouw eigendunk is godslastering. Over dat zinnetje heb ik het. Stel, dit wordt tegen je gezegd door iemand. Wat bedoelt diegene dan?

De Wet zegt sinds kort, of binnenkort, dat wat jij dan doet niet strafbaar is. Godslastering is niet meer strafbaar. Dus als jouw eigendunk gelijk staat aan godslastering, hoef je niet meer te vrezen voor de geloofspolitie. Ik kan nu rustig zeggen dat God een luie banaan is. Of ik dat ook vind, doet er even niet toe. Ik mag het zeggen. Omdat je het toch wilt weten, onthul ik mijn mening over God dan maar. Ik vind Hem (waarom in Godsnaam met een hoofdletter?) een langzame kiwi. Dus geen luie banaan. Dat is heel iets anders. Wie langzaam is, hoeft nog niet lui te zijn en je mag geen kiwi’s met bananen vergelijken. Een luie banaan weigert inzet te vertonen. Een langzame kiwi wil misschien wel, maar kan wellicht niet. Waarom dan een kiwi? Op schilderijen zie je toch ook altijd een harig figuur dat zijn zaad over de hele wereld verspreid. De kleur komt overeen met aliens. Die zijn ook groen. De allmighty one is in mijn verbeelding groen, een alien: iets door mensen verzonnen om anderen bang en gehoorzaam te houden. Wat dat betreft - kinderen die nog naar Sesamstraat kijken, ga naar alinea vier nu - zou Sinterklaas ook groen moeten zijn.

Alinea 4
Welkom terug, kinderen. Misschien zou je volgende alinea ook maar beter overslaan. Ach wat, lees gewoon door. Wie ben ik om jullie te behoeden voor wat dan ook? Je zult dan beter begrijpen wat papa en de lieve collectante van het Astmafonds vorige week samen onder de douche aan het doen waren. Nee, zij had geen zeep in haar ogen.

Stel, de Kale en de Snor van een paar columns geleden zitten weer aan de toog. De Snor is gescheiden van zijn vrouw. Na een paar biertjes begint hij te praten over zijn veroveringen na zijn scheiding.
‘En? Nog een mokkeltje gepaald onlangs?’
‘Jazeker, vier schitterende blondines.’
‘Flikker op! Jij? Man, ga fietsen. Met jouw uiterlijk krijg je een poedel die te horen krijgt dat-ie morgen gecastreerd wordt nog niet geil. Jij? Ggghh..’
‘Nee, echt waar. Vier schitterende vrouwen.’
De serveerster ziet de bui alweer hangen en vlucht de keuken in.
‘Man, je lult uit je nek. En je nekt uit je lul, als ik dat zo zie.’
Kale wijst op de natte plek op Snors broek.
‘Ik ben gewoon gewild bij de vrouwtjes! Ik heb een goed uiterlijk, ben intelligent en ik rijd een mooie auto.’
Het rookverbod wordt hier genegeerd. De asbakken staan weer op tafel en op de bar en de sjekkies zijn al voorgerold en voor de helft opgerookt. Kale stikt bijna in een walm:
‘Alsof, whugge ugge… Alsof vrouwen naar je auto kijken. Gast, jouw eigendunk is godslastering. Die baardman boven in de wolken voelt zich beledigd, zoals jij je gedraagt. Hij schaamt zich voor jou, weet je dat.’
Na nog een bier gaat de discussie verder en worden zaken als de nieuwe president van Amerika, homoseksualiteit onder ijsberen en hun verzorgers, ‘Waarom sommige vrouwen boerka’s dragen? Omdat ze meer haargroei hebben en Gilette door de Iraanse overheid niet mag verkopen’ en de gevaren van het palen van Palin besproken. ‘Ik blaf haar vol en dan pakt zij haar blaffer.’ ‘Dan moet je ook niet zeggen dat je Russische roots heb, wodkalurker!’ De drank en seksisme nemen de overhand en beiden zijn de begindiscussie alweer vergeten.

Jouw eigendunk is godslastering. Als iemand dat tegen mij zou zeggen, zou ik niet meteen weten hoe te beantwoorden. Ik denk dat ik me vereerd zou voelen. Door mijn eigendunk en omdat godslastering toch iets is waar ik over denk om een hobby van te maken. De één voert brommers op, de ander rookt graag een jointje, weer een ander godslastert er literair op los.

Als je je kind naar jezelf noemt. Dat vind ik wel één van de ergste vormen van eigendunk. Als jij André heet en je noemt je zoon ook André (Dré junior, pfffff) dan moet je jezelf wel heel geweldig vinden. Het is wat anders, meer een eerbetoon, als je kind naar zijn of haar opa of oma noemt. Maar niet als opa de naam voorstelt! Stel, je gelooft in de Allmighty Alien, en je bent van mening dat de Grote Kiwi alles en iedereen schept (kan, gebeurt, moet je zelf weten), dan zou je dit godslasterlijk kunnen vinden. Dus mocht je Hans Kraay, John Kraaijkamp of George Bush toevallig tegen het lijf lopen, zeg dan: ‘Jouw eigendunk is godslastering’. Jammer dat godslastering niet strafbaar is. Hadden we mooi George Bush in de cel kunnen gooien!

Komt ineens dat liedje in me op van Depeche Mode:
I don't want to start
Any blasphemous rumours
But I think that God's
Got a sick sense of humour
And when I die
I expect to find him laughing

Gele kiwi’s, dat is pas godslastering!