Oldtimer - Je wordt ouder, papa!


"Het is druk op straat, vandaag," zeg ik. "Iedereen wil op koopzondag overal heen."
"Wij toch ook?" vraagt mijn zoon gevat.
We staan samen bij de bushalte. Het duurt nog even voordat de bus komt. De regen stort met bakken uit de hemel. Lang leve de bus, zeker als je zelf geen auto hebt of er geen kunt rijden.
"Ik zie, ik zie wat jij niet ziet," zeg ik, "en de kleur is blauw."
"Hou toch 's op met die kinderachtige spelletjes," ergert hij zich. Hij is afgelopen donderdag zestien geworden.
"Heb jij een beter idee?"
"Laten we automerken raden."

Dit ga ik verliezen, weet ik.
"Een Ford," zegt hij bij de eerste auto die voorbij komt. Ik geloof hem op zijn woord. "Fiat."
"Weet je dat zeker?" vraag ik.
"Ja hoor. Je kunt het zien aan het logootje op de voorkant."
"En het typenummer?"
"Daar doen we niet aan. We zouden merken raden, niet ook nog 's de typenummers."
"Vroeger ging dit spelletje heel anders."
"O shit. Daar gaan we weer," zegt zoonlief.
"Waar heb je het over, jongen? Wat bedoel je?"
"Dan krijgen we nu zeker een verhaal over vroeger?"
Ik geef hem gelijk.

(Laat ik het dan maar weer eens over vroeger hebben. Misschien moet ik hier op FOK! een rubriek starten onder de titel 'Bij opa op schoot'. Hoewel ik niet eens grootvader ben, is het wellicht een leuk idee dat ik allerlei vertellingen uit het verleden opdis. Misschien ook niet. Help me onthouden.)

Ik ben een jaar of vier à vijf oud. Ik ben ook een typisch, klein, schuchter en bangig jochie. Onzeker kijk ik met veel te nieuwsgierige blik de grote boze wereld in. Als ik praat, praat ik niet, maar hakkel ik zachtjes wat ik wil zeggen. Met ook nog 's de verkeerde woorden. Meestal zeg ik helemaal niets en duik ik weg in stille hoekjes, in een boek of op mijn slaapkamertje. Ik heb een schetsboek en speel met de koffergrammofoon en de singeltjes van mijn moeder.

Voor mijn verjaardag heb ik een kwartetspel gekregen. Er staan allemaal auto's op. Ik speel het spel heel vaak. Met papa en mijn grote broer Maarten. En als opa er is, met opa. Het duurt niet lang of ik ken alle auto's van het kwartet uit mijn hoofd.
Als ik met papa op straat ben, wijst hij iedere langsrijdende auto aan. Zowaar, de meeste kan ik benoemen.
"Wat is dat?"
"Een Ford Mustang."
"En die daar?"
"Een Vauxhall Viva coupé."
"Kijk daar!"
"Dat is een Ford Capri!"

Het is eind jaren zestig. Zóveel automerken zijn er niet, en van ieder merk rijden er één of twee, hooguit drie verschillende types personenauto's over straat. Vandaar dat ik ook de cijfers en de letters die bij het type auto horen kan benoemen.
Ook minder voor de hand liggende auto's en vrachtwagens op straat weet ik.
"Kijk pap, een Unimog!" roep ik uit, met mijn vingertje wijzend. "En daar een Hanomag Henschell."
Het wordt een kunstje waar mijn vader heel trots op is. Als er bekenden of familie in de buurt zijn en we zijn op straat, vraagt hij aan mij welke auto er voorbij komt. Al snel weet iedereen dat ik dat kleine jongetje ben dat alle auto's kent.

Na een jaar of wat blijkt het autokwartet enigszins gedateerd. Het straatbeeld verandert. Er komen nieuwe types van oude merken en er rijden zelfs nieuwe automerken voorbij. DAF wordt Volvo en Simca wordt Chrysler. Of andersom. Auto's zijn plotseling lager, zodat ze onder een slagboom door kunnen rijden, of krijgen een 'druppelvorm'. Weg zijn de koekblikjes op de straat van mijn jeugd.
Papa's eerste auto was een Ford Taunus, daarna een Austin Glider en vervolgens een Austin Maxi. Er zal wel een nummertje in de naam hebben gezeten, maar ik ken die niet meer. Daarna rijdt hij in een 'Princess'. Eerst een rode, later een beige. Als vader overschakelt van zijn heilige Britse auto's naar een Volkswagen Jetta, ben ik allang het huis uit en tevens alle interesse in auto's volledig kwijtgeraakt. Het verhaal dat ik als klein kind alle automerken ken, blijft hardnekkig in de familie de rondte doen.

"Een Mercedes." Het merk benoemen lukt mijn zoon prima. Zelfs die malle allernieuwste merken kent hij. Ikzelf ben met de opkomst van de Japanners in het straatbeeld afgehaakt. Snoek, Mini, Kever, Duck; de klassiekers ken ik nog wel. Voor de rest zijn autosoorten en merken me vreemd. Ik neem het mijn zoon dus allerminst kwalijk dat hij het typenummer niet weet.
"Jij bent aan de beurt, pa."
Er komt een nogal futuristisch vehikel aangereden. Geen idee.
"Een Hyundaihatsuzuki!" gok ik in het wilde weg.
"Fout!"
Wie kent tegenwoordig nog het verschil tussen een Fiat Foetus XP28 en een Ford Fistel K3, of tussen een Volvo Vulva 24SLC en een 4711SM Datsun Dildo?


Apeldoorn, november 2008

Dank voor de titel! - Priscilla
En dank voor de subtitel - Hans