Antilliaanse Bananensoep

Column door O.Akyol

Liep van de week onverhoeds tegen het ranke lichaam van mijn veertienjarige overbuurmeisje op, al was dat geen ongeluk, bleek achteraf. ´Ben jij toevallig een Antilliaan?’ vroeg ze me direct met een twinkeling in haar blauwe ogen. Ik keek over mijn schouder om er zeker van te zijn dat ik niet in de maling werd genomen door een vriend of zo, en schudde toen ontkennend mijn hoofd. ‘Ik ben een Turk. Waarom wil jij dat eigenlijk weten?’ Ze slaakte een diepe zucht en draaide toen haar rug mijn richting op. ‘Als jij een Antilliaan was, had je me nu mogen bezwangeren,’ antwoordde mijn overbuurmeisje.

Toen ze weg wilde lopen, vroeg ik haar terug te komen omdat ik nog het één en ander wilde weten van haar onorthodoxe speurtocht naar een Antilliaanse man. Kort daarop voelde ik mijn telefoon trillen in mijn broekzak en maakte met een handgebaar duidelijk aan mijn overbuurmeisje dat ze even moest wachten. Aan de telefoon hing Viktor Terpstra, een entrepreneur uit Vijlen (Limburg) die een ongewone vraag wilde stellen aan mij. Voor zijn restaurant was hij op zoek naar een fijnproever. Maar niet zomaar een fijnproever. Nee, Viktortje zocht naar een aap die de nieuwe bananensoep van zijn chef-kok moest beoordelen.

Daar mijn overbuurmeisje van ongeduld allerlei gekke bekken begon te trekken, opdat ik door zou krijgen dat ze weg wilde gaan, vroeg ik Viktor of ik hem over vijf minuten kon terugbellen. Dat mocht. Graag zelfs. ‘Wat is er zo bijzonder aan een Antilliaanse man?’ vroeg ik aan mijn overbuurmeisje, van wie ik altijd had gedacht dat ze voorlijk was, maar in wie ik niet eerder iets monomanisch had weten te ontdekken. ‘Gewoon’, antwoordde ze. ‘In Hellevoetsluis zijn de meisjes erachter gekomen dat het je status geeft om een kind van een Antilliaanse bendeleider te krijgen. Bovendien is een getinte baby gewoon vetcool, supertof en keimooi.’

‘Juist, en blijft die Antilliaanse bendeleider jou dan ook eeuwig trouw?’ vroeg ik cynisch. Dat vond mijn overbuurmeisje grappig. ‘Natuurlijk niet, drol. Hij heeft waarschijnlijk een heel voetbalelftal aan kinderen, maar dat maakt niet uit. Zolang hij voor mijn dushi zorgt en ik van de status kan genieten, ben ik tevreden.’ Nou, daar sprongen mijn nekharen van omhoog, maar voor verdere vragen was er geen ruimte, daar mijn overbuurmeisje de oordopjes van haar IPod in haar oren stak – fitty cent begon te jammeren over da club - en schielijk vertrok op haar BMX. ‘Check je later, gast. Ik ga op het station zoeken, daar chillen die toffe Antilliaanse pappies altijd.

Ik zocht het nummer van Viktortje weer en belde hem terug om te vragen of hij serieus was met zijn verzoek. Natuurlijk was hij serieus. Bloedserieus! Nooit eerder zo serieus geweest. Maar Viktor had al een aap gevonden. ‘Eerst had ik een advertentie geplaatst in het Vijlens sufferdje, maar geen hond die daarop reageert.’ Je bedoelt natuurlijk aap’, viel ik ad rem in. ‘Juist, natuurlijk, aap. Maar door bemiddeling van SBS6 heb ik alsnog een aap gevonden.’ Viktor was helemaal in zijn hum. Hij bleef maar doorratelen over zijn bananensoep en de media-aandacht die zijn plan had gegenereerd.

‘Maar apen kunnen toch niet praten, Viktor, dus geen mening geven?’ Even was Viktor stil. ‘Ah, wat maakt dat nu uit? Die begeleiders kunnen vast wel communiceren met die beesten. En trouwens, wat kan mij de mening van een aap schelen. Het gaat natuurlijk om de media-aandacht die ik krijg voor deze actie. Hart van Nederland komt morgen over de vloer. Ja, SBS6 rukt met groot materieel uit.’ Viktor werd op een gegeven moment onverstaanbaar door het tromgeroffel op zijn eigen borst. Hij was zo trots als een aap, die Viktor. Toen, ja toen moest ik weer aan mijn overbuurmeisje denken. Ik was nieuwsgierig naar haar zoektocht, vooral naar het resultaat. Had zij al een aap gevonden?