De baard van Radovan

Column door O.Akyol

Het zal u niet ontgaan zijn, de Servische oorlogsmisdadiger Radovan Karadzić werd vorige week onverwachts opgepakt nadat hij ruim twaalf jaar ondergedoken zat. Toen ik de eerste foto´s van de beste man zag in de Servische kranten, bekroop me een mysterieus gevoel van sympathie. Die baard, dat plukje in zijn haar op de bovenkant van zijn kruin... Prachtig! Stond hier een oorlogsmisdadiger, een nietsontziende tiran die verantwoordelijk was voor de dood van duizenden moslims? Het kon me niet bekoren. Het ging om de baard, want daar school de echte waarheid in.

Weet u, vrouwen klagen dikwijls over hun fatum, over de last die rust op hun schouders omdat zij kinderen moeten baren, of het geklaag over de maandelijkse ongemakken – de rode zee. Vrouwen zijn wezens zonder empathie. Niets zo vervelend om dagelijks je baard te moeten scheren (dan wel trimmen), want als je met een verwaarloosde baard op een formele aangelegenheid verschijnt, krijg je meteen de scheve blikken op je gericht. Mensen met een baard worden vaak afgedaan als het schoolvoorbeeld van de verliederlijking: het zijn volgens de publieke opinie figuren die weinig waarde hechten aan hygiëne en esthetica. Dat is pas een last. Bovendien jeukt een wassende baard.

Afijn,

dan de baard van Radovan.

Het was een baard die niet gecultiveerd was. Sterker nog, hij bestond uit twee kleuren en er was geen vorm in te herkennen, een boodschap viel er wel uit te halen - misschien zelfs een geschiedenis. Maar de baard was natuurlijk bewust onberoerd gelaten, daar hij een missie had. Als een ontheemd bergbewoner verscheen Radovan met het ornament op zijn gezicht, wars van de aandacht voor zijn gestalte. Het was geen vlasbaard die Radovan had laten staan: dit was de baard van een woesteling, van iemand die principieel tegen het verwijderen van zijn baard was, al was dat louter omdat de situatie hem dwong de wol aan zijn kin te fokken.

In zijn nieuwe gedaante deed Radovan mij vrijwel direct denken aan Dostojevski, die op de achterflap van Misdaad en Straf prijkt met eenzelfde baard. Even voelde ik aan mijn verwaarloosde donshaartjes, maar uit pure schaamte trok ik weer mijn hand van mijn wang. De baarden van deze mannen gingen een brug te ver, zeker voor een onvolgroeide baardaap als ik. Die nacht, even voor het slapen gaan, dacht ik aan de voorgeleiding van Radovan. Zou hij zijn baard laten staan, of was zijn arrestatie, zijn gevangenschap, eigenlijk de verlossing van zijn baard en dus ook van zijn nieuwe voorkomen.

De volgende dag,

de wol aan zijn kin,

en de mythe,

waren niet meer.

Opgefrist, eerst onwennig en uiteindelijk vrij monter voor iemand in zijn positie, zat Radovan in het beklaagdenbankje. De koptelefoon onverschillig aan zijn oor. Je zag het zwoer aan zijn gezicht, het verwijderen van zijn baard moet een hels karwei zijn geweest; net als zijn baard had nu zijn gezicht verschillende kleuren. De schoonmakers te Scheveningen zullen ongetwijfeld klagen over verstopte afvoerputjes. Aan de linkerkant van zijn kin was een klein puistje opgedoken. Voor mij was die puist een statement. Dit was het vleesgeworden bewijs van de lasten van de man, van iedere man. Radovan was ontspannen, hij ziet een fikse gevangenisstraf tegemoet, maar van zijn baard is hij bevrijd.