Geilen op een koe

Column door O.Akyol

Het mannelijke vlees is zwak, laat daar geen twijfels over bestaan. Wij mannen bekijken iedere vrouw met de ogen van de keurslager en maken vrijwel direct de afweging of ze wel of niet te doen is. Neukbaar, is dan een frequent gebezigde term. Er zijn mannen die deze theorie ontkennen, maar dat zijn gefrustreerde huichelaars die een wit voetje bij hun vriendin moeten halen. Nu kom ik natuurlijk niet zomaar met deze openbaring. Alhoewel, openbaring? Iedere man wist dit natuurlijk al.

Een paar weken geleden keerde mijn beste vriend terug van zijn vakantie. Hij had een paar dagen doorgebracht in het uiterste noorden van Turkije, alwaar zijn ouders een vakantiehuis hebben in het primitieve dorp waar zij opgegroeid zijn. Toen hij terugkeerde van deze vakantie droop de frustratie van zijn gezicht. In de auto op weg naar huis van Schiphol, vroeg ik hem wat er aan schortte. ‘Ik was veertien dagen verstoken van iedere vorm van contact met een vrouw; er was bovendien geen warm water, geen gas en geen elektra. Wat denk je dat eraan schort?’ antwoordde hij.

Diezelfde avond nog besloot ik hem mee te nemen naar een discotheek, die doorgaans rijkelijk gevuld is met breezertemeiers - van die meisjes die je pijpen voor een sigaret. Niet met dollartekens, maar met kleine prentjes van een flamoes in zijn ogen, keek mijn beste vriend begeerlijk om zich heen. Hij zocht naar iemand op wie hij al zijn frustraties kon botvieren. Hij stond er zo gespannen bij, dat ik even bang was dat hij zou scheuren en het testosteron uit zijn lichaam zou spatten. Tegelijk voelde ik een enorm medelijden voor het meisje dat mijn vriend die nacht zou meenemen naar huis. Hij zou haar denkelijk een verlamming aanneuken. Zo hoog was de nood.

Toen de nacht zijn einde naderde en het morgenrood langzaam in zicht begon te raken, zag ik tot mijn grote verbijstering dat hij nog steeds niemand aan de haak had geslagen. Intussen was hij wel goed beschonken: ieder meisje dat hij tegenkwam sprak hij zonder aarzeling aan en zijn missie stak hij ook niet onder stoelen of banken. Hij gooide overal weinig subtiel zijn dobber uit, zeg maar. De lichten gingen aan en er was haast niemand meer in de discotheek. Alleen drie enorme vetzeugen, met zichtbare vlekken okselzweet op hun T-shirts, stonden bijeen en treurden waarschijnlijk om de zoveelste nacht waarin ze geen dekhengst hadden weten te scoren.

Op dat moment besloot mijn beste vriend op hun af te stappen. Hij sloeg na een kort gesprekje een arm om een van de meisjes, de minst lelijke van de drie, liep mijn richting op en zei dat hij wel met een taxi naar huis zou gaan. Toen ik hem vol ongeloof aankeek, pakte hij me bij mijn arm en nam me apart bij de garderobe. De drie zeugen waren intussen bezig met een vreugdedansje. De teleurstelling van een paar minuten daarvoor, was ineens omgeslagen in een immense euforie. Je wist gewoon, dat die drie elkaar de volgende dag onafgebroken gingen sms’en en dat de uitverkoren vleesklomp alle vunzige details fier zou blootleggen.

Bij de garderobe vroeg ik aan hem hoe hij het in zijn hoofd kon halen om zo’n figuur mee te nemen naar huis. ‘Ze is van een andere gewichtsklasse’, zei ik schertsend, ’ze zal dat ranke lichaam van jouw verpulveren, morgen loop je met een hernia rond.’ Hij keek me monkelend aan en stak toen zijn wijsvinger omhoog die zijn verantwoording moest ondersteunen. ‘Als je te maken hebt met een onvrijwillige onthouding - zoals ik in mijn vakantie - dan stel je vanzelf je eisen bij. Wat denk je nou? Na een paar dagen op het platteland, zonder vrouwen, begin je zelfs met tegenzin op de koeien te geilen. Je bestudeert hun kont, gaat onverklaarbaar aan die zwart-witbevlekte lichamen zitten, en zo. Geen grap, vriend.’

Toen hij die woorden uitsprak, kon ik niets meer doen dan mijn schouders een beetje ongecontroleerd te schokken. Hij maakte een handgebaar naar het triumviraat koeien, pakte zijn jas aan van de jongen die verantwoordelijk was voor de garderobe en wachtte geduldig op zijn heelmeesteres. Toen ook zij al haar eigendommen gekregen had, sloeg hij weer een arm om haar heen, maar niet voordat hij even weer mijn richting opkwam en iets in mijn oor fluisterde. ‘Je kunt zeggen en denken wat je wilt, maar deze koe is tenminste zindelijk. Bovendien delen we gemeenschappelijke frustraties.´