Ze wil bloed zien

Ik hoor iets in de kamer. Het is half vier in de nacht en ik ben ineens klaarwakker. Het is benauwd. Misschien niet eens de atmosfeer met onweersdreiging, maar ik heb het benauwd. Een geluid in de kamer houdt me wakker. Ik kan niets zien, want ik heb mijn contactlenzen niet in. Omdat mijn bolle ogen de vorm van een ufo hebben, zie ik zonder lenzen alleen vage vlekken. Ik durf niet naar mijn tafel te lopen om mijn lenzen in te doen, bang dat het geluid mijn geluid hoort.

Ik kruip dieper onder mijn deken. Het wordt nog benauwder. Ik zweet vier oceanen en drijf nu op een muf waterbed. Krijg er dorst van, maar ik durf echt niet naar de kraan te lopen. Het geluid komt dichterbij. Ik herken het geluid. Ik weet wie het is. O, kut.

Zij komt dichterbij. Ze is zwanger en nu ben ik de lul, of, het zaadje. Maar ik ben onschuldig. Ik ben het slachtoffer hier. Zij breekt in. Ze is zwanger en wil bloed zien. Mijn bloed. Help. Zal ik 112 bellen? De centralist gaat me uitlachen. Ik had de deur ook niet open moeten laten. Het is haar gelukt om binnen te komen en nu is ze op zoek naar mij. Ik ga nog harder zweten.

Dan wordt het stil. Is ze weg? Ik vertrouw het niet. Verstijfd blijf ik liggen onder mijn vloeibare deken. Ik besluit tien minuten te wachten en dan op onderzoek uit te gaan. Ik hoor tien minuten niets meer, behalve het naderend onweer. Langzaam hijs ik me uit bed. Het lijkt alsof ze weg is. Ik twijfel even, maar doe dan toch het licht aan. Meteen valt het licht uit en is het weer donker. Morgen nieuwe lamp kopen. Ze is weg, denk ik, hoop ik. Nog even afwachten. Ik doe mijn lenzen in. Door het onweer flitst het in de kamer en kan ik zien of er iemand is. Ik zie niemand. Boven mij zie ik een spin in zijn web. Dat stelt me gerust, ik weet dat zij bang is voor spinnen. Als de dood. Ik hoor niets meer.

Terug m’n bed in. Piekeren. Het onweer trekt alweer weg. Hoewel m’n bed nog steeds natter is dan Zeeland, merk ik dat de slaap me meester wordt. Ik zak weg, met mijn lenzen nog in en nog steeds met een uitgedroogd gehemelte. Paar uur later word ik wakker. Mijn lenzen zijn vertroebeld, maar ik zie nog dat het net na achten is. Op mijn arm zie ik drie rode bultjes. De bitch! Het is haar toch gelukt. Ik knipper een paar keer met mijn ogen en één lens wordt weer doorzichtig. Ik zie meneer Spin aan een mug knabbelen. Smakelijk, geniet van mijn Bloody Mary, roep ik. Val weer in slaap, met een big smile op m’n gezicht. Die bultjes zullen me jeuken.