Zomertip: Saté rijgen in Limburg

Mijn zomertip voor deze week: snel naar de Limburgse bossen voor een avontuurlijke wandeling. Ooit was Limburg een tropische zee. Ik heb hier thuis alle spaarlampen in de biobak geflikkerd om er voor te zorgen dat die tijd snel weer terugkomt. Want Limburg, wat moet je ermee? Je kan er wandelen, maar om de haverklap is het stijgingspercentage 10 of meer. Misschien wonen er mooie vrouwen, maar 1. ik heb al verkering en 2. als ze dan gaan praten, vergaat je de lust onmiddellijk. En je kunt er friet met zuurvlees eten, maar dan weet je nooit zeker of die kwak Chappi al niet eerder door een ander is opgegeten, uitgekotst en weer in de magnetron gezet. Nederland zou er qua vorm ook zoveel mooier op worden, zonder Limburg. Hangt er nu toch een beetje bij als een bejaarde piemel met oversized voorhuid.

Op Marktplaats zetten, dus. Ruilen tegen Antwerpen: ook goed. Verzelfstandigen, als 27e EU-lidstaat, mag ook. Desnoods maken we er een gemeente van Sint Maarten van. Ja maar, DSM dan? Dat is waar, maar als Philips van Eindhoven naar Amsterdam kan verhuizen, zie ik niet in waarom DSM niet worden heropgetrokken in Utrecht. Hoog Catherijne is toch mislukt, dat lijkt me een prima plekje. Goed bereikbaar per OV ook, voor de drie werknemers die DSM (ooit begonnen als werkgelegenheidsproject voor ontslagen mijnwerkers) nog over heeft.

Maar Limburg heeft er een nieuwe attractie bij; kennelijk wil men toch graag bij ons blijven horen. Na het Drielandenpunt (topattractie, moet je beleefd hebben) nu ook valkuilen in de Limburgse bossen. Dus stel: je bent een vrouw van dertig-plus zonder verkering, en hebt iets heel belangrijks te bespreken met een andere vrouw van dertig-plus zonder verkering, dan ga je wandelen. Je wisselt zinnen uit als:
- Ik begrijp dat het heel belangrijk voor jou is, maar als het voor mij niet even belangrijk is, wil dat nog niet zeggen dat ik er helemaal niks mee kan. Snap je? Maar het is gewoon niet even belangrijk voor mij als dat het voor jou is.
- Maar dat voelt gewoon niet zo heel erg solidair voor mij, snap je? Ik snap wel dat het voor jou niet even belangrijk is als voor mij, maar ik zou willen dat dat wel zo was, maar ik kan daar niks aan veranderen en dat geeft een behoorlijk wanhopig gevoel, eerlijk gezegd.
- Ik snap wel dat je daardoor behoorlijk fucked-up gaat voelen, maar ik kan toch moeilijk iets veranderen aan hoe belangrijk ik iets vind.
- Ik voel me niet fucked-up hoor, maar soms wel een beetje wanhopig. Dat wel.

Want zo praten wandelende vriendinnen altijd. Het gaat maar door! Op het laatst weet niemand meer wat dat hele belangrijke nu ook weer was, maar dat geeft niet, want er is weer lekker gehuild en in elkaars armen gevallen en thee gedronken in een familiepension en, het belangrijkste: er zijn weer drie uren van hun zinloze levens weggekwebbeld, en dat voelt best belangrijk als je weinig werk hebt en geen verkering. En nu kan de ChristenUnie wel zeggen dat geen enkel leven zinloos is, nou oké, maar wandelende vriendinnen komen wat mij betreft toch best dicht in de buurt van achtcellige embryo's.

Dus stel je loopt zo kwebbelend door de Limburgse bossen. Midden tijdens de zin: Maar je kunt toch je best doen om iets beter te begrijpen hoe dat voor mij voelt?, valt het pad onder je vriendin (dertig-plus, zonder verkering) vandaan. Een ijselijke kreet weerklinkt door de stille Limburgse bossen. IJzeren pinnen vinden zich makkelijk een weg door week orgaanvlees. Bloed druipt in de donkere humus, onder de nu snel bezwijkende dertig-plusvrouw zonder verkering. De vriendin begint te begrijpen hoe het voor haar voelt, en vist een Nokia uit haar rugzak met Hello Kitty opdruk. Ze belt 118, krijgt een bandje dat je voortaan 1880 moet draaien voor ¤1,30 per gesprek, hangt op, draait 112, en roept tegen de alarmcentralefunctionaris:
- Mijn vriendin ligt dood te bloeden op een stel ijzeren pinnen! Ze is in een valkuil gevallen!
- Waar bent u precies?

Ai. Waar ben je dan precies? Je volgde eerst de gele paaltjes, en toen een tijdje de blauwwitte. Je kwam voorbij een veld varens, en even later een open plek. Nu zijn er gewoon weer bomen aan weerszijden van het pad - dat dus af en toe nogal onverwacht ophoudt pad te zijn.
- In het bos! We zijn in het bos! In Limburg!

Ik was afgelopen weekend in een pretpark met mijn oudste zoon, en de leukste achtbanen zijn toch die dingen die enorm veel lawaai maken op houten palen; juist omdat de kans bestaat dat het hele gevaarte juist tijdens jouw ritje ineenstort. Ik wil maar zeggen: een kleine kans op vreselijk gevaar maakt een attractie wel leuker. Dat hebben de marketeers die die door de Provincie Limburg aan het werk gezet zijn goed begrepen. Eén valkuilincident per maand moet goed zijn om half Nederland naar de Limburgse bossen te lokken, en dat eet na afloop - opgelucht niet aan satéprikkers te zijn gespiest - toch allemaal maar weer een spekpannenkoek in de lokale horeca. En hoe sterker de lokale economie, hoe kleiner de kans dat Limburg zelfstandig verder moet, verkocht wordt op Marktplaats of geruild met de Belgen tegen Antwerpen. Dat is het plan mensen, call me a conspirationalist, maar zo zit het. Echt!