Je zal het maar hebben

Dat moet ik toch eens standaard instellen, het lettertype. Moet ik iedere keer dat ik een stukkie moet afscheiden naar iets actueels zoeken? Bekijk het maar. Een uurtje geleden kwam het nieuws binnen over de aardbeving in China. Ik nam even de tijd om de commentaren op FOK! te lezen. Velen vonden het, begrijpelijk, schokkend, maar sommigen voelden zich geroepen om de geestelijke diepgang van een sigarenpeuk te etaleren. Ik nam het besluit voortaan lekker mijn eigen gang te gaan. Schrijven zoals het mij op enig moment uitkomt. Als ik in mijn klas iemand ‘Boeien!’ hoor roepen word ik meestal heel welsprekend met een duidelijk sarcastische strekking, of ik verzoek de idioot in kwestie met enige aandrang de klas te verlaten en een andere opleiding te zoeken.

Ik ga het over mijn eigen hoofd hebben. Afgezien van de gewone, in esthetische zin min of meer geslaagde appendages vertoont dat hoofd een uiterst zeldzame afwijking van de standaard. Ik ben er al tientallen jaren aan gewend, dus het doet mij niet zoveel, maar bijzonder is het wel. Het is buitengewoon groot. Van schedelomvang dan. Het staat op een groot lichaam met een tamelijk stevig nekwerk, dus het valt weinig mensen op, maar waar is het niettemin. Van oude foto’s weet ik wie mij in erfelijke zin met dit fenomeen heeft opgezadeld: de vader van mijn moeder had ook zo’n hoofd. Zij het wat minder, want hij kon zijn petten kopen. 

Ik niet. Het moet een groot wonder zijn geweest dat ik ooit een min of meer passende brommerhelm kon aanschaffen, al weet ik nog dat ik niet langer dan een goed half uur dat ding kon verdragen. Dan begon hij zo te knellen dat ik wel moest afstappen. Een bouwhelm is al net zo’n toestand. Voor mijn werk heb ik er altijd eentje bij me, uitgedraaid op de ruimste stand. Minuutje of tien, dan is het wel bekeken. Ik heb geprobeerd het binnenwerk eruit te slopen, maar dan is de veiligheidsfunctie weg en bovendien valt hij dan steeds van mijn hoofd. Op mijn trouwdag ging ik gehuld in rokkostuum, met een hoge zijden op het hoofd, althans, zo hoorde het. De verhuurder lachte geringschattend bij mijn verhaal dat die hoed niet zou lukken. Nou, hij had ergens een doos met een hoed voor een nijlpaard of zo. Nooit gebruikt, maar hij had hem. Het ding stond precair bovenop mijn kop te wiebelen. Ik heb het ding de hele dag in de hand gehouden.

Het mooiste verhaal is van lang geleden. Ik wou een pet, zo’n ribcord geval met middenop de bol een knoopje, eventueel te vervangen door een kwassie. Wetend dat in winkels rondscharrelen zinloos was ging ik naar de kleermaker. De man is die ervaring nog steeds niet vergeten, al is het al dertig jaar geleden. Hij werd compleet gek. Hij nam de maat met zo’n huishoudcentimeter. Iedere huisvrouw heeft er nog steeds eentje in haar naaigerei, stijf opgerold in een vakje. Hij las af en keek meteen of iemand soms een stuk van het begin had afgeknipt. Nee dus. Nog eens, zeker veel te los gemeten. Ook niet. Nog een keer en nog een keer. DAT KON NIET! Hij ging er letterlijk effe bij zitten en keek me zeker een minuut met grote ogen aan. Goed, hij heeft mijn hoofddeksel vervaardigd, maar de prijs van ribcord werd dat jaar verdubbeld. Schaarste.

In Ocean City USA heb ik eens in een paar malls alle winkels afgestruind, want ik wilde een vissershoedje, je weet wel, zo’n ding met een slappe rand.
Uiteindelijk vond ik er eentje, maar het opzetten was bij mij wat afwijkend van de standaard procedure. Er zat iets rek in de stof, en ik trok gewoon door tot hij stevig vast zat. Tien minuten, daarna werd het minder prettig, zie boven.

Karten, laat me niet lachen. Ik ben er een keertje ingestonken, maar zonder hellempie kom je niet in een kart, terecht natuurlijk. Dus dat werd kijken hoe de jeugd elkaar lekker dwars zat, achter een raam. En achter een pils, dat ook, ik was toch geen Bob.

De menselijke maat wordt, zoals heel veel zaken in de natuur, weergegeven in een Gauss-kromme. We kennen dat als het klok-diagram. Het lijf van de klok omvat het overgrote deel van de menselijke maat, de uitloop de kleine groep mensen die er sterk van afwijken. Zeg maar de onderste en bovenste twee procent. Dat gaat in mijn geval niet op, want ik sta met mijn hoofd helemaal niet in dat diagram. Bij de kromme voor lichaamslengte zit iemand van 2 meter 50 er ook niet bij, die valt overal ver buiten.

Man, vertel nou, kom met cijfers. Okee, het gemiddelde mannenhoofd is een centimeter of 57, 58 in omtrek. Dat van mij is op een paar millimeter na 66 centimeter. En ja, dat komt volgens fysiologen net zo weinig voor als een lichaamslengte boven twee meter vijftig. Een ander punt is dat de inhoud van iets in wiskundige zin een derde macht is. Als dus een diameter 14% groter is dan standaard, wordt de inhoud 48% groter. En zit er dus een hersenmassa in die in Guinness thuishoort. Over de kwaliteit van die massa hebben we het nu niet, maar wiskunde valt niet te ontkennen. Het is met dit verhaal als uitgangspunt nogal logisch dat ik heel graag een kijkje in mijn eigen kop zou willen hebben. Weet iemand ergens een MRI-scanner?