Je wordt 80 en de bel gaat

Als het lente wordt, valt het eigenlijk pas echt op. Vooral op die eerste zonnige dagen van het jaar. Als die dan ook nog op een vrije of een feestdag vallen, dan kun je met de beste wil van de wereld niet meer om de conclusie heen. Pijnlijke waarheid, maar een waarheid niettemin. Zal ik het zeggen? Ik zeg het. Er zijn te veel mensen. Daar, ik heb het gezegd. Nu neem ik het niet meer terug.

Laten we ter afwisseling en omwille van de helderheid eens géén statistische trucjes uithalen. Dus niet met wat lastig te volgen rekenmodellen aantonen dat het in de Kalverstraat of op de Coolsingel helemaal niet druk is omdat er nou eenmaal nauwelijks mensen wonen in Oost-Groningen. Laten we de waarheid eens onder ogen zien. En in alle openheid nadenken over een oplossing. Hardop.

André Rouvoet is minister van Jeugd en Gezin. Je zou denken dat zo iemand een plan heeft. Maar meneer Rouvoet is juist van mening dat er nog meer mensen moeten komen. Hij heeft gezegd dat onze vrouwen meer kinderen moeten leggen dan de 1,7 per stuk waar ze de wereld nu mee opzadelen. Mevrouw Rouvoet heeft er overigens vijf uitgebroed, uiteraard dankzij de zegen van boven.

We gaan ervan uit dat die vijf worden opgevoed tot deugdzame, hardwerkende en godvrezende burgers met een baan, dus belasting zullen betalen. Maar dat zal niet het enige zijn wat ze doen. Ze zullen in de weg lopen. In de Kalverstraat, op de Coolsingel, ja zelfs in Oost-Groningen zal het tegen die tijd aanschuiven en nummertjes trekken zijn. Ze zullen een huis bezet houden, files nog langer maken, zich op zaterdagmiddag bij de bakker met een uitgestreken smoel ontfermen over het laatste brood, en trouwen met een partner op wie iemand anders zijn zinnen had gezet. Dat is meer dan hun belastingafdracht kan compenseren. Bovendien: van het AOW-geld dat die vijf ophoesten, gaat het volk dat tegen die tijd bejaard is zich mogelijk vitaminepreparaten of verse groenten aanschaffen. Dan zijn we nog veel verder van huis.

Meer kinderen is de oplossing niet. Minder mensen, dat is de hoek waar we moeten zoeken. Mensen mogen natuurlijk best kinderen krijgen, je houdt ze trouwens toch niet tegen. Je moet ze alleen niet zo verdomd oud laten worden. Niet dat oude mensen meer in de weg lopen dan jonge, ze lopen wel een stuk trager, en dat heeft zijn weerslag op de overlast die het geeft. En dus komt de eerlijkste en zuiverste bevolkingspolitiek ongeveer hier op neer: 1) je wordt geboren, gaat naar school, werkt tot je scheel ziet; 2) je krijgt betaald verlof op je vijfenzestigste, groot feest, eindelijk vakantie; 3) op je tachtigste verjaardag gaat de bel en krijg je bezoek van een paar vriendelijke heren in een witte jas en met wat medicamenten op zak. Misschien is de burgemeester er ook bij, om je te feliciteren dat je de eindstreep hebt gehaald. Ook bij de duizendste keer dat hij de jarige hoort zeggen dat het toch wel snel gegaan is allemaal, zal de burgervader beleefd knikken en een woordje van geruststelling spreken.

Wat precies de beste methodiek betreft, we zouden natuurlijk onze oosterburen om raad kunnen vragen. Daar hebben ze aardig wat ervaring opgedaan met de materie. Die techniek moet nog beschikbaar zijn; trouwens, wie weet hoe ver de wetenschappers inmiddels zijn gevorderd, ze kunnen zoveel tegenwoordig. Goed voor de werkgelegenheid ook, het bedrijfsleven van hiernaast zal er beslist oren naar hebben. Vervolgens een reclamecampagne opzetten om de kandidaten alvast wat voor te bereiden. Slogan bedenken. Iets als: ‘Het leven is prachtig. Het is mooi geweest bij tachtig!’ Dan tot slot nog een mooi eufemisme voor de maatregel verzinnen. Kandidaten: leefbaarheidscampagne, hanteerbaarheidsregeling, uitzwaaiceremonie, dankbaarheidsverlof, plaatsmaakmoment, terugtreedbezoek. Of gewoon deze: bevrijdingsdag.