Waarom Wilders het niet op een rijtje heeft

Column door Risce

Sinds het internet bestaat er een ‘wet’ die stelt dat naarmate een topic meer reacties trekt, de kans steeds groter wordt dat Hitler, het fascisme of de nazi’s erbij gehaald worden. Dit is lang waar geweest in de beginjaren van het internet, toen politieke correctheid direct ook zijn weg vond op gebruikersfora. Tegenwoordig lijkt de wereld op zijn kop te staan, want zodra het over criminaliteit, politiek, economie, geschiedenis, eigenlijk alles, gaat, wordt de kans steeds groter dat er een rechtse steek onder water wordt gegeven: “Dat waren vast weer Finnen” of “Ik zeg maar niks over de groep waar het werkelijk over gaat”.

Waar de wereld ook op de kop lijkt te staan, ten opzichte van de politieke correctheid van de jaren negentig, is de zoektocht naar een Nederlandse identiteit, op de agenda gezet door rechts. Met het recht op vrijheid (vertaald in normen zoals vrijheid van meningsuiting) is ook het recht geclaimd op beledigen, immers: “De grens ligt bij geweld,” zoals een bekende Nederlandse cabaretier onlangs predikte. Maar waar mensen stellen dat religie, of laat ik maar gewoon zeggen De Islam, “geen monopolie op de waarheid” mag claimen, bemannen Nederlanders wél steeds vaker de geschutskoepels zodra deze religie, zijn leden, of eigenlijk allochtonen in het algemeen zich bemoeien met de zoektocht naar een Nederlandse identiteit. Ze voelen zich beledigd en bedreigd.

In de filosofie kent de dialectiek sinds Hegel een sterke traditie. Het gaat in feite om een, vertaald naar onze moedertaal, ‘poldermodel’ waarbij inzicht komt door voors en tegens, zoals dat in een discussie ook leidt tot een conclusie. Wat dat betreft is mijns inziens het poldermodel ten onrechte in de hoek gezet van slechts compromissen en ‘water bij de wijn’. Immers, in een discussie kan ook jouw standpunt verstérkt worden, omdat de tegenwerpingen geen stand houden, of omdat je zelf beter inzicht krijgt in de kracht van je stelling. In deze ‘dialectische’ discussie is het wél de bedoeling dat zowel jij als je ‘tegenstander’ het woord krijgt. Simpel je stelling poneren en weglopen, kan misschien soms lekker zijn, maar als dit werkelijk je mening is, vind je die wellicht de moeite waard om te verdedigen.

Wat dat betreft is Wilders meer de buurman die over de schutting roept dat je moeder stinkt en vervolgens zijn schuurtje inloopt. Wilders lijkt ook een patent te hebben op beledigen, in die zin, dat wanneer het gaat om allochtonen hij vrij harde uitspraken plaatst, maar het snelste is om te roepen dat zijn tegenstanders naïef, politiek correct, of simpelweg dom zijn. Of ‘beledigen’? Eigenlijk “een monopolie op de waarheid”. Als Wilders werkelijk overtuigend zou willen zijn, dan is een discussie onontkoombaar. Want een zeker cultuurpessimisme lijkt de helft van Nederlanders wel te delen met hem. Maar wanneer hebben we Wilders eigenlijk voor het laatst op televisie gezien?

In feite ben je simpelweg met een land opgescheept dat nu eenmaal zo is, zoals het is. Hóe het is weten we misschien niet, maar het is nu eenmaal zo. Wil je verandering in de status quo aanbrengen, of zelfs verandering in de “richting waar dit land op weg naar is”, zul je toch met oplossingen moeten komen. En op nationaal niveau doe je dat niet in je eentje. Of met 20% van het electoraat. Nee, als je iets wilt veranderen, moet je met concrete plannen komen, aangevoerd in een discussie, waardoor andere mensen er ook naar kunnen kijken. Want dat de moskeeën gesloopt moeten worden, kun je vinden, is wat voor te zeggen, maar dan zul je dus wel met een plan van aanpak moeten komen voor de mensen die daar graag naartoe gaan. Je kunt ook niet overal in Nederland de café’s sluiten om 2300u en dan maar zien hoe het uitpakt.

Dialectiek ga je ook met jezelf aan. Je weegt voortdurend voors en tegens af en uiteindelijk besluit je tot iets. Je wilt een nieuwe baan of je maakt het uit met je partner. Wellicht als Wilders nu eens in een grote leren leunstoel zou gaan zitten, sigaartje erbij, whiskey voor mijn part en dan zijn standpunten eens op een rijtje zet. Dan ziet hij misschien de voors en tegens en zal komen tot een sluitende ideologie, die niet gericht is op ergens tégen zijn, maar ergens vóór. Dan is hij dus voor de ‘Nederlandse cultuur’, onze eigen ‘identiteit’ en door dit in het perspectief te zien van waar hij tegen is, in plaats van dát simpelweg te concluderen, kan hij ons misschien wel vertellen wat het nu eigenlijk is. Dat Nederlander zijn.