Vol is vol

Ik had de hele dag geklust aan een nieuwe vloer. Van die dagen dat je handen 's avonds ruw en zwart zijn, je spieren stram en je teksten beperkt, een dag voor de afhaalpizza.
Ik spoelde hem weg met 0,7 liter Duvel bier. Daarna kon ik alleen nog maar boeren en zuchten.

Toen piepte de iPhone. Verjaardagsetentje Wouter. Oeps, vergeten. Cadeautje. Cadeautje cadeautje cadeautje... Aha, een nog ongelezen boek. Inpakken en wegwezen, hard fietsen, au, mijn spieren. Een academisch kwartiertje te laat slechts.
Hoe hard ik ook gefietst had, honger had ik er niet van gekregen. De kaart was een zinloze orgie van dierenleed. Lammetjes, kalveren, zwaardvissen, reuzengarnalen: waarom toch? Waarom doodgemaakt, gegrild en besprenkeld met balsamico-azijn?

Maar ik moest eten, want no way dat ik ging toegeven dat ik Wouters verjaardag vergeten was. Voorgerecht, hoofdgerecht. Walgend keek ik toe hoe mijn tafelgenoten de vette patat door kwakken mayonaise veegden en tussen hun gestaag malende kaken propten; zelf sneed ik ongeïnspireerd in een groene asperge.

Toetje. Nog meer lege calorieën verdwenen in die peilloze peristaltische schachten. Als ik mijn ogen ervoor sloot, werd ik meteen op een onsmakelijk mentaal plaatje getrakteerd: de enorme stapel van gamba's, tournedozen en crème-brulées zag ik aangevallen worden door venijnig maagzuur, fijngeknepen worden door nerveuze darmen, ingedikt worden tot een lauwwarme, nutteloze bruine brei.

Het was warm en rode wijn op Duvel geeft geduvel - zijn dat excuses? Hoe dan ook, ik kon mezelf niet langer inhouden. “Waarom eten jullie zo veel?” Ik schreeuwde zo hard dat van alle tafeltjes nieuwsgierige blikken op mij neerregenden. Nieuwsgierige blikken van mannen met hun monden vol dode koe, rosé tot bloederig... Vorsende blikken van vrouwen met straaltjes vet langs hun kin... Ik stond op, een glas bourgogne viel om, maar ik moest doorgaan: "Ja JULLIE OOK! Wat stoppen jullie toch allemaal in die slokdarmen! Restafvalcontainers, dat is wat jullie zijn!"

Ik voelde hoe een arm om me heen gelegd werd. Zachte drang richting deur. Buitenlucht. Snackbar Falafel Shoarma Azmir. Een man zonder nek schoof een wit broodje met frikadel en mayonaise in zijn mik. “Hé Jij! Weet je wel wat je eet? Separatorvlees en ander slachtafval! Gemalen met een flinke schep zout, meer dan een jaar in een vrieskist gelegen! Je bent wat je eet, ongeletterd stuk vetspek!”
De man haalde zijn schouders op. “Toch wel lekker,” zei hij met volle mond.

Thuis zat mijn vriendin met een kop koffie en een mergpijpje.
“Haal dat onmiddellijk uit je mond,” snauwde ik.
“Hoi. Was het gezellig? Ach, jij staat al. Zou jij even de saucijzenbroodjes uit de oven willen halen?”
Linksaf de plee, rechtsaf de oven. Dom genoeg koos ik voor de oven.

FOK!columnisten schrijven op vaste dagen volgens volgend schema:
zo: SunChaserDanny ma: superwormSubmit di: tijlGramps/MarkVerver wo: Arnohari/kassameisjebinsmeister do: bazboSubmit vr: DriekOplopersdrulovic/petertjeprik za: FrancescaSubmit