'I am Netherlands'

 Het vervelende aan op vakantie gaan is dat je waar ook ter wereld geconfronteerd kan worden met stereotype Nederlanders. Je kunt niet vertoeven op een Zuid-Franse camping zonder dat er naast je een naar ´SBS 6´ verlangend gezin zit dat onder het genot van zelf meegebrachte Kaapse bocht een, met hulp van de ´Knor-kokkie´ gemaakte, macaronischotel aan het eten is. Je kunt niet ongestoord in Praag een Big Mac als ontbijt eten, zonder dat een bierbuik op ´Heineken-slippers´ voor je in de rij in zijn beste Tsjechisch een hamburger bestelt: "Doe mij maar een hamburger". Of nog erger: "doe mij maar de duppieknaller". Zelfs wanneer je badplaatsen mijdt waar ´Kees Kroket´ en ´Piet Friet´ het lokale voedsel hebben verdrongen naar de buitenwijken, ontkom je niet aan de stereotype Nederlander.

Zo ondervond ik dat zelf toen ik afgelopen jaar in Krakau was, de studentenhoofdstad van Polen. Ik was daar omdat in Krakau de meeste uitgaansgelegenheden per vierkante meter ter wereld zijn. Naast het goedkope eten en drinken is er bovendien bijzonder veel te zien. En dus een bezoek meer dan waard, maar ook in Krakau vind je helaas de stereotype Nederlander. Toen we de eerste middag een terrasje pakten was de eerste confrontatie met een Hollander een feit.

De globetrotter in kwestie kreeg te weinig geld terug van de serveerster. Wanneer je omgerekend een euro fooi geeft, dan is dat meer dan de serveerster per uur verdiend, maar ondanks dit gegeven vond de ´witte- sokken- met- sandalen-refo´ het nodig om zijn gelijk te halen. De globetrotter bleek naast zijn reislust over een enorme talenknobbel te beschikken, want toen de serveerster het niet begreep, herhaalde de man op nog luidere toon wat hij al een paar keer gezegd had: ´It doesn´t klop!´ Het schaamrood stond op mijn kaken toen ook nog eens bleek dat het omgerekend om nog geen twintig eurocent ging.

De laatste avond vond de tweede confrontatie plaats. Er was die avond een feest in de ´Carpe Diem´ waarbij het de hele avond happy hour was. Het feest zou bovendien opgeleukt worden door de beats van DJ Oetker, die een fenomeen was in de ondergrondse Slowaakse housescene van begin jaren negentig. Wij waren die avond op stap met een groep Engelse dames, die in hetzelfde hotel verbleef als wij. We waren helaas niet de enige toeristen die op dit feest afkwamen. Ook een groep Nederlanders, die zelfs op de Oost-Europese beats van DJ Oetker konden jumpen, waren in de ´Carpe Diem´.

Eén van hen dacht blijkbaar dat ook ik Angelsaksisch bloed door de aderen heb stromen, want ik werd in een soort mengeling van plat Utrechts en ´LTS-zwakstroom-Engels´ door hem aangesproken. “Hej jochie hoe are you, we are Netherlands, man”. Ik mompelde iets in de trant van “Nastrovja dra skopolski”, terug om Pools over te komen. De jongen trapte erin en richtte zich daarna tevergeefs op een Poolse schone, waarvan het me overigens niet zou verbazen als je haar voor een paar zlotti via ´www.buyabride.com´ zou kunnen kopen. Het liefst zou ik de Utrechtse jongeman eigenhandig op het vliegtuig naar Nederland willen zetten, maar het vele bier en de peperwodka zorgden ervoor dat deze gedachte vervaagde tot slechts een schim.

De Engelse dames konden zich naderhand erg vinden in ons voorstel om een broodje te gaan eten. Dat was niet zo slim van ons, want natuurlijk troffen we daar wederom de groep Nederlanders. Bij het openen van de deur galmde het ´Als ik boven op de Dom sta´door de vreetschuur. Uiteraard konden wij niet achterblijven en ik zette het kroegnummer bij uitstek, ´Wild Rover´ in. De Utrechtse jongen van eerder die avond keek me nogal dom aan en zei: ´Ow, i toht you was polish. Toen ik antwoordde dat ik gewoon “Netherlands” was, was hij met een aan geestelijk gehandicapte grenzende intelligentie uit het veld geslagen en stortte zich als een wilde aap op zijn met Poolse saus besmeurde broodje. De volgende ochtend vlogen we terug naar Nederland. Ondanks alles kon ik maar tot één conclusie komen: “East west, home best!”