Zieke snot

Het zat er al een beetje aan te komen: ik ben ziek. De hele week liep ik te snotteren. En gisteren werd het me te veel. Teveel snot om te ademen, en te weinig slaap om wakker te worden.

Ik pak mijn telefoon en bel het nummer onder 'ziekmelding'. Er naast staat mijn salarisnummer. Het bandje spreekt me toe.
'Druk op 1 om een ziek- of betermelding te doen.' Ik druk op 1.
"Hallo, met bladiebla, u wilt zich ziek- of betermelden?"
"Hallo, ja ik wil me ziekmelden."
"Wat is uw salarisnummer?"
"123465" Ik mompel, en ben niet zeker van het nummer. Het is toen ik op het groene telefoontje drukte immers van mijn scherm verdwenen. De vorige keer dat ik belde wist ik niet dat ik het nummer moest hebben. Toen werd me bits toegebeten dat ik de volgende keer mijn salarisnummer bij de hand moest hebben. Enkele seconden later was het met mijn achternaam net zo goed geregeld.
"Onder dat nummer hebben we niemand meneer, wat is uw achternaam?" Het nummer was dus fout. Ik mompel mijn naam, met een s. En enkele seconden later ben ik officieel ziek.

Omdat ik geloof in rituelen en de routine van mijn lichaam, ga ik een bakkie koffie maken. Waarom zou je je gewoontes veranderen alleen maar omdat je lijf het even moeilijk heeft. De koffie is goed, dat weet ik omdat hij de juiste kleur heeft. Ik rook er een sigaret bij die nergens naar smaakt. Dan eet ik even wat. Ik moet immers voedingsstoffen hebben in het gevecht om de gevaarlijke bacterie die me aanvalt te overleven.

Het is half acht. Ik zit op de bank en heb niks te doen. Ik snotter een paar keer. De kat kijk verstoord op. Overdag is het haar domein. Ik ga naar boven, lees het nieuws op FOK!, nu.nl (is het zelfde) en de Volkskrant online. Dan ga ik naar bed. Ik slaap vrij snel, ondanks de muffe gedragen lucht in mijn slaapkamer. Gelukkig ruik ik niks.

Half elf. Ik lees het nieuws op FOK!, klik random forum topics aan, draai wat muziek. Bij Penny Lane van de Beatles blijf ik steken. Vanmorgen dacht ik nog dat mijn hoofd zou exploderen als ik muziek zou draaien. Het is niet zo.

Twaalf uur, tijd voor de lunch. Op weg naar beneden gooi ik mijn beddengoed in de wasmachine. Na de lunch, twee boterhammen en een kop koffie, maak ik mijn bed weer op. Ook gooi ik de ramen van mijn slaapkamer even wagenwijd open. Dan lees ik het nieuws op FOK!, kijk een half uurtje uit het raam, probeer wat te programmeren maar heb er geen geduld voor. Ik draai Penny Lane van de Beatles nog een keer. En nog een keer, en nog een keer. Ik doe de ramen weer dicht. Dan ga ik weer slapen. Dat lukt niet. Toch blijf ik in bed.

Ruim een uur lang kijk ik naar een plekje op de muur. Het is bijna net zo leuk als uit het raam kijken. Alleen beweegt er niks. Dan staar ik een tijdje naar het plafond. Ik moet van mezelf in bed blijven; omdat dat goed voor me is.

Vier uur. Ik zoek een stapel post uit die is blijven liggen. Ondertussen draai ik Penny Lane nog een paar keer. Het liedje heeft een goede invloed op mijn snotvoorraad. Elke keer als ik nies komen er grote klodders vrij, die ik ongegeneerd op mijn trui laat vallen. Het lijkt of mijn neus een beetje leeg begint te raken. Ik gooi alles wat ik aan heb, en alle bonte was die ik kan vinden in de wasmachine. Ik neem een korte douche. Schoon en fris kijk ik naar mezelf in de spiegel. De ogen bloeddoorlopen, neus roodomrand. Ik nies en veeg het snot van mijn blote buik. Dan doe ik weer wat kleding aan en ga achter mijn computer zitten.

Ik lees het nieuws op FOK!, en ik moet niezen. Dan wordt mijn scherm getroffen door een kledder groene snot. Pas na een moment van bezinning merk ik dat ik de klodder weg kan klikken. Gekker moet het niet worden.