Meriva's revenge

Ochtenden blijven lastig. Ik zit in de auto op de A50, richting Eindhoven. Zoals gebruikelijk is het druk, maar niet té druk. Dat betekent dat ik met gemak op de linkerbaan plakkend 150 kilometer per uur kan rijden. Er is ruimte zat! Niks aan de hand, zou je denken. In de verte zie ik een rijtje vrachtwagens op de rechter baan. Links van de vrachtwagens zie ik een rode Opel Meriva die bezig is aan een inhaalmanoeuvre. Voorzichtig ontwaar ik een grijze haardos in de auto. Ik laat mijn gas een béétje los en rol door tot ik achter de Meriva zit.

Op mijn teller staat nu 110. Ergens ben ik blij dat ik nu even pas op de plaats moet maken. Te hard rijden is onverantwoordelijk, slecht voor het milieu en gevaarlijk voor jezelf en je medeweggebruikers. Na ongeveer 30 seconden heb ik het wel gehad met deze politiek correcte bezwaren. Tergend langzaam kruipt de Meriva voort langs de vrachtwagens op de rechterbaan. Om de bestuurder duidelijk te maken dat hij het verkeer ophoudt, en om hem te laten overwegen het gas een beetje verder in te trappen, knipper ik kort met mijn groot licht en geef ik gas bij. De grijze duif voor me reageert door zijn rem in te trappen. Ik vloek. Dan is de Meriva voor me de voorste truck voorbij. Nu geef ik weer een beetje gas bij, in de hoop dat de Meriva zijn zielige ochtendpleziertje al heeft gehad met zijn remactie. Hij gaat niet opzij. Hij blijft links rijden, met 110. Hiervoor heb ik weinig begrip. Als ik dreig rechts in te halen, gaat de kutkabouter naar rechts. Tegen de tijd dat er een miniem gaatje is links van de Meriva, ligt mijn gaspedaal alweer op de plank. Waar hij thuis hoort.

Mijn teller kruipt weer richting onaanvaardbare snelheid. Licht zenuwachtig houd ik de berm in de gaten, in de hoop een eventueel flitskastje op tijd te zien. Ik merk dat ik gejaagd en onrustig ben. Net, die 30 seconden dat ik me nog niet opwond over de snelheid van de Meriva die aan het inhalen was, was ik rustig. 110 rijden is niet slecht voor je hart, niet zo slecht als de 170 die nu mijn snelheidsmeter siert. Dan zie ik verderop weer een setje vrachtwagens rijden. Dit keer zit er een Meriva achter. Een groene. Ik hoop stiekem dat hij naar links gaat om in te halen voor ik met een noodgang langs de colonne schiet. Ik hoop op een beetje rust. 30 seconden van lichte zen. Eventjes geen angst om mijn auto kwijt te raken. Even geen gecontroleerde paniek door mijn hoge snelheid. Ik blaas vol door, en nèt voor ik dichtbij genoeg ben, gaat het knipperlicht van de Meriva aan en slingert de man plotseling naar de linkerbaan. Ik rem niet, laat geen gas los en haak mijn vinger achter de groot-licht hendel. Nog geen seconde later, vlak voor ik de Meriva van achteren ram, ga ik vol op de rem en doe ik groot licht aan. Ik vloek. En dat terwijl ik dit allang heb zien aankomen.

De man in de auto voor me trapt op de rem en maakt een gebaar. Het maakt me niet zoveel uit welk gebaar het is. Het maakt me furieus. In gedachten druk ik op de grote stopknop. Alsof ik TiTa Tovenaar ben, dan doe ik dit, en alles staat stil. Er is geen enkele beweging meer in de wereld om me heen. Omdat het voor mijn dagdroom beter uitkomt, zie ik de man voor me uit zijn auto stappen. Ook ik stap uit.

"Kan je niet even normaal doen?" zeg ik als begroeting. De man fronst zijn wenkbrauwen.
"Zeg, jij reed te hard. Dat mag niet!"
"Oh, en dat geeft jou het recht om mij en de rest van de weggebruikers in gevaar te brengen?"
"Nou, als je normaal had gereden, was er niks aan de hand geweest." De man heeft een of andere cursus gedaan, iets met assertiviteit. Hij is zenuwachtig maar vastberaden.
"Dus mij snijden, terwijl ik aan het inhalen ben, is wèl normaal? Als ik niet had geremd was er een fors ongeluk gebeurd. Dat ik harder dan toegestaan reed maakt niets uit in deze situatie."
"En toch mag je niet harder rijden dan 120," zeurt de betweter.
"Stel je voor," zeg ik tegen de man, om hem tot rede te dwingen, "dat ik een levensgevaarlijk gewond kind achter in mijn auto had liggen. Ik heb een paar minuten voor het doodbloedt. Mag ik dan van jou nog steeds niet te hard rijden?"
"Nou, dan had je beter de ambulance kunnen bellen."
"En als dat had betekent dat ik mijn kind verlies?"
"Tjah, in dat geval kan ik het me voorstellen. Maar je hebt geen kind in de auto, toch?" Verschrikt kijkt de man langs me heen naar mijn auto. Nergens bloedvlekken te vinden. Hij staat weer in zijn recht. "Daarbij kan je je auto en je rijbewijs kwijtraken als je te hard rijdt."
"Dat is nog altijd mijn probleem, en niet het jouwe. Het leven van mijn schattige, blonde dochtertje is me veel belangrijker dan mijn rijbewijs en auto." Ik begin te overdrijven. "Maar wat nu als ik op tijd moest zijn voor de trouwerij van mijn beste vriend, en ik heb de ringen, en het cadeau waar dertig man aan heeft meebetaald? Ook dan kan mijn auto me gestolen worden. Is het in jouw ogen dan nog geoorloofd te hard te rijden?"

De man denkt na. Waarschijnlijk is hij nooit te laat. Hij lijkt me zo’n type die op elk feestje als eerste aankomt. Zijn sociale kring nodigt hem altijd een uur of twee later uit dan de rest, om maar te voorkomen dat een leuke avond begint met een uur alleen met deze zeiksnor.
"Dat lijkt me ook wel een goede reden om een béétje door te rijden. Als je het maar veilig doet!" Hier gaat hij weer in de belerende modus, waarvoor ik hem zonder moeite zou kunnen vermoorden.
"En als ik moet voetballen en de shirtjes in mijn achterbak heb? En als ik gewoon enorm nodig moet pissen? Blijkbaar ben jij niet helemaal consequent in je eigenrichting! Jij oordeelt wel over mij, en moet in sommige gevallen je oordeel aanpassen. En dat terwijl je al negatief hebt geoordeeld, mij daarmee hebt benadeeld en ook nog eens onschuldige omstanders in gevaar hebt gebracht met je vreemde manoeuvres. En alles wat ik deed was te hard rijden. Jij bent hier degene die de meeste overtredingen maakt." Met moeite voorkom ik dat ik ga schuimbekken.

"Ja, eh, wat ik deed was volgens de regeltjes!" zegt de man.
"Oooh! Dus als je volgens de regels handelt is er niks aan de hand? En net beweer je in twee gevallen dat je de regels mag overtreden, als je intentie maar goed is! Dan ben je toch net zo fout bezig als je de regels hanteert met de verkeerde intentie? Zoals jij net deed met je plotselinge naar links gaan, en je remactie?" Inmiddels zwaai ik met mijn armen en been ik heen en weer tussen de vangrail en de auto’s die nog steeds bevroren zijn in de tijd. "Beide acties zullen in jouw ogen misschien voldoen aan de verkeerswet, en beiden waren er op gericht om mij een lesje te leren! Eigenrichting mag niet! Jouw intentie maakte deze legale acties tot fout gedrag. Stel je je nou eens voor dat ik mezelf achterop je auto had doodgereden?"
"Nou," kruipt de man weer terug in zijn schulp, "dat was heel terecht geweest."
"Had je hetzelfde gedaan als je je kinderen op de achterbank had zitten?" vraag ik.
"Nee, dan was ik voorzichtiger geweest."
"Dus je wéét dat je fout zit!"

Ik loop terug naar mijn auto. Als ik achter het stuur plaatsneem, is de situatie weer zoals hij was voor ik op de imaginaire stopknop ramde. De geschrokken man voor me duikt tussen twee vrachtwagens in om me er langs te laten. Als mijn teller weer oploopt naar onverantwoordelijke waarden, mompel ik: "Mensen in een Meriva kunnen gewoon niet rijden."