Kansloze nacht, krakende ochtend (slot)

Lees hier: Deel 1 - De aanloop
Lees hier: Deel 2 - De ontdekking

Blijkbaar zijn er nog ouders in de wereld die zich iets van hun omgeving aantrekken, en hun kleine prinsjes en prinsesjes tot stilte manen als die zinloos lawaai maken op zondag in de tuin. Omdat het doel goed is, de vermindering van de mokerslagen waarmee het schepje op het emmertje neer komt, zie ik voor deze keer door de vingers dat vader-buurman zijn kind helemaal verrot scheldt, jankend aan de arm mee naar binnen trekt en buiten mijn gehoorsveld waarschijnlijk vol blaft met ernstige ziektes of het missen van sinterklaas. Het kan me allemaal geen zak schelen. En ik kan er wegens mijn zeer ernstige kater niks tegen doen. Het enige wat ik me bedenk is dat je helemaal geen kinderen moet nemen, als je zo agressief bent. Maar ik weet het een en ander van de achtergrond van deze mensen, en ik vermoed dat de twee voornamelijk boos zijn op elkaar. De kindertjes zijn goedmakertjes, of zoethoudertjes, voor een mislukte relatie. Onbewust moet ik aan Tanja denken.

Beneden aangekomen blijkt Cobi verdwenen. Ik zie dat het al ergens in de middag is. En ik had hem ook niet verwacht. Normaal zie ik hem nooit bij daglicht. Lange tijd heb ik gedacht dat hij een vampier was. Een vreemde angst maakt zich van me meester. Ik loop naar mijn schuurtje en zet een flinke heggenschaar naast mijn voordeur. Gewoon voor de zekerheid.

Dan komen er flitsen, beelden, van gisteravond terug. Ik ben thuis bij Olivia. Die niet zwanger is. En ik herinner me ineens het zaad. Voor ik me er mee bezig ga houden, zet ik koffie. Ik neem een hand vol paracetamol, veel water en ga zitten. De verbinding naar de laptop van Olivia werkt nog. Lang zoek ik naar niets. Ik klik gewoon een beetje rond, niet op zoek naar iets specifieks. Olivia lijkt me een gelukkig mens, al snap ik de schijnzwangerschap niet. Net voor ik mijn interesse helemaal verlies, zoek ik door de bak met gedelete items in Outlook. Er zit een door haar verzonden mailtje in aan de vriend van Tanja.

From: olivia@home.nl
To: toon@tuindersbedrijfdestijvehark.nl
Subject: Ik heb de donor gevonden!

Hoi Toon,

Het adres van Maria DeVallado klopt. Ik ben er gisteren langs gereden. Ze is de vrouw op de foto. We moeten haar in de gaten blijven houden. Als alles klopt heeft ze al een keer eerder een donatie ontvangen van onze broer.
Als jij het goed vind ga ik haar benaderen. Voor de vorm zal ik vanaf het moment dat ik het zaad heb ontvangen doen of ik zwanger ben om de indruk te wekken dat het voor mijzelf was.

Groeten,
Olivia

Voor zover het kan, schrik ik wakker. Er spelen veel vreemde dingen hier. Ik besluit wat te gaan wroeten in deze geschiedenis. Ik vrees met grote vreze. Misschien had ik deze beerput beter dicht kunnen laten.
Vanaf het e-mailadres van Olivia stuur ik Tanja een mailtje. Ik houd inhoudelijk de gewoonlijke crap aan die ze elkaar sturen, maar sluit af met: "groeten aan m'n broer." Dat moet een reactie oproepen. Dan ga ik op de bank liggen. Het blijft me onduidelijk, maar nu dringt mijn kater zich nog nadrukkelijker op en de misselijkheid maakt mijn probleem onbelangrijk.

Nergens zie ik een robot. Al weet ik dat ze er is. Ik ben op een feestje. Het is een volwassen mensen zit in de kring verjaardag. Heel de dag vervelende verhalen van tantes en oma's aanhoren. Naast me zit Tanja. Om de twee minuten kijkt ze blij naar me. Ik wil wegrennen maar kan het niet. Dan komen Olivia en haar Broer Toon binnen. Iedereen begint te zingen. Ik wil wegrennen. Tanja steekt een van haar tentakels uit en grijpt me bij mijn enkel. Het klappen van haar heggenschaar begint weer. De familie dringt zich om me heen om me te knuffelen. Alle oma's en tantes veranderen in water waar ik in verdrink.

Badend in het zweet word ik wakker. Het is weer avond. Ik voel me wat beter. Brak begin ik met wat voedsel. Mijn maag is rustig genoeg voor boterhammen, gebakken eieren en verse koffie. Dan check ik snel Olivia's mail. Ik zie de reply van Tanja. Die klinkt verbaasd over mijn 'groeten aan m'n broer'. Olivia snapt er ook niks van, zie ik aan haar weerwoord. Ze beweert dat ze de mail niet verzonden heeft, en ook dat ze geen broer heeft. De dames komen tot de conclusie dat er een 'buk' in hun computer zit. Dan zie ik een mail van Toon aan zijn zus. Blijkbaar heeft de tuinder meer verstand van computers dan zijn eega. Hij vermoedt dat 'de donor', zoals hij wordt aangeduid, misschien achter hun plan is gekomen. Ze gaan vanavond bij hem langs om hem te confronteren met de gebeurtenissen. Ik besluit er niet meer over na te denken. Wat die lui ook allemaal doen, ik wil er niks meer mee te maken hebben.

Tevreden open ik een fles goede port die Cobi heeft laten staan. Buiten deze onzin is onze inbraak tenminste nog ergens goed voor geweest. Halverwege de fles gaat de bel. Dat zal Cobi zijn om me te helpen met de resterende buit. Tot mijn verbazing staan Olivia en Toon voor de deur.

"Hoi broer, we hebben je iets te vertellen. Maar eerst: welkom in de fa..."
Nog voor Olivia, met haar vochtig emotionele blik, de zin heeft kunnen afmaken trekt er een waas voor mijn ogen. Ik sleur haar mijn hal in en steek de heggenschaar dwars door haar hart. Toon kijkt verschrikt. Hij wil wat zeggen, maar krijgt de kans niet. De heggenschaar maakt korte metten met zijn bezwaar: hij knalt met een lichte 'krak' door Toons geopende mond zijn schedel binnen. Ik trek hem met heggenschaar en al de hal in. Dan laat ik de boel de boel en ga sport kijken. Ik heb een hekel aan familiebezoek op zondag.