De supermarkt

Column door beeffie

Hoe kan het toch, dat de plaatsen waar we het meest naar toe moeten, het minst leuk zijn? Neem nou bijvoorbeeld de supermarkt. Een verzamelplaats van irritaties. Je kan een topdag hebben maar zodra je in de supermarkt bent geweest is je humeur gedaald tot het saldo van Hans Kazan. Het begint al bij binnenkomst. Een veel te overdreven aardige dakloze, in opvallend dure kleding, staat me al weer toe te wapperen met het nieuwe nummer van "Straatnieuws", een enorm saai stukje papier dat op zo'n goedkoop papier gedrukt is dat je na het lezen van onder tot boven zwart bent en er zelf als een dakloze uitziet.

De overdreven aardige glimlach verandert al snel in een kwade blik als ik gewoon doorloop zonder de man een euro toe te stoppen. Na een aantal meter de dakloze aan mijn been te hebben meegesleept, schud ik hem van mij af en kom bij de toegangspoortjes. Op een of andere wijze hebben ze deze zo gemaakt dat ze nooit op tijd open gaan, waardoor ik negen van de tien keer boodschappen moet doen met een verbrijzelde knieschijf. Heeft u wel eens nagedacht over de functie van deze poortjes? Waarom laten ze die onhandige dingen niet gewoon weg?

Eenmaal door de poortjes begint het avontuur. Wankelend van de kniepijn probeer ik mezelf tussen de karretjes en mandjes heen te worstelen terwijl er nog net even een lief klein meisje met haar miniatuurwinkelwagentje over mijn tenen heen dendert. Nog zo'n briljante uitvinding waar een stel krijtstreeppakken met dikke sigaren over heeft zitten te vergaderen. Half invalide probeer ik mijn dagelijkse boodschappen bij elkaar te vinden, maar op een of andere manier leggen ze alles wat ik nodig heb steeds ergens anders. Dat wordt zoeken, want aan die vijftienjarige vakkenvullers hoef je ook niks te vragen, die staan je eerst een minuut aan te kijken als Adje en daarna gaan ze het "even achter vragen". Dat "even vragen" combineren ze gelijk met even plassen, even sms'en, even wat drinken en even bellen waardoor je drie kwartier later te horen krijgt dat ze het niet meer hebben. Verderop bij de kaasafdeling ontstaat een rel. Wat er aan de hand is? Is er brand? Nee, ze geven gratis stukjes kaas weg! Als een stel volledig uitgehongerde aids-patiëntjes uit Afrika springen de uitgezakte huisvrouwen op de schaal met kaas. De man achter de schaal probeert nog uit te leggen wat voor kaas het is maar de dames staan alweer in de rij voor gratis koffie. En maar klagen!

Als ik bij de groenteafdeling een neger in een golfkarretje drie hamsters dood zie rijden besluit ik om naar de kassa te gaan. Het eindstation van deze marteling. Ik sluit aan in een enorme lange rij in de hoop dat ik uiteindelijk bij een kassa aankom. Het enige wat ik nog net kan zien is het bord met daarop de tekst "met 3 in de rij, kassa erbij". En net als ik denkt "wat gaat het lekker snel vandaag", hoor ik de mevrouw voor me zeggen: "twee euro tien? Op het schap stond één euro negentig?" En dan sta je voor twintig cent weer drie kwartier te wachten. Als eenmaal de schuifdeuren achter me gesloten zijn en ik alles probeer te vergeten bedenk ik het me ineens weer. Shit, de boter vergeten.