Mijn grandioze voetbalcarrière

Bazbo"Over mijn grandioze voetbalcarrière schrijf ik ooit nog eens een allesverklarende column. Help me onthouden," verkondigde bazbo in een vorige column. En bazbo houdt zich graag aan zijn woord. Dus opgelet: hier is de column over zijn grandioze voetbalcarrière.

"Jullie zijn de laatsten!" riep de teamleider toen we aankwamen. "Je weet wat dat betekent!"
Ik wist het niet. Het betekende dat de jongetjes die als laatste aankwamen, ieder maar één helft mochten spelen.
Papa bracht me bij uitwedstrijden met de auto naar de andere kant van Apeldoorn. In de auto zaten nog vier andere jongens uit mijn team. Bij uitwedstrijden speelde ik altijd maar één helft.

Mama vond dat ik ergens op moest. Ik vond dat niet. Ik had genoeg aan mijn fietstochten, mijn kleurpotloden en schetsblokken, de boeken en de koffergrammofoon.
Of ik op voetbal wilde. Ik durfde geen nee te zeggen.
Niet ver bij ons vandaan, achter het Bos van Meneer Vos, aan de Berghuizerweg, lag de kazerne en het terrein van Victoria Boys. In september was ik aangemeld. Ik mocht meteen de eerste zaterdag spelen in het team van D1. Dat team bestond uit allemaal grote jongens die heel handig waren met de bal. Tijdens de eerste helft werd ik al gewisseld.
"Misschien zijn de Deetjes iets te hoog gegrepen voor jou," zei de leider. Ik begreep niet wat hij bedoelde en besloot maar te knikken.
Ik kwam uiteindelijk terecht in E1. Trainen op woensdagavond van zes tot zeven.
"Dat is nou weer heel lastig!" riep mama. "Want hoe doe ik dat weer met eten? Je vader komt altijd pas om zes uur thuis!"
Vaak at ik op woensdagavond om vijf uur. In mijn eentje.
In het team was ik linksbuiten. Ik stond de meeste tijd links vooraan koukleumend te wachten tot ik de bal kreeg.
In de winter ging de training wel door, maar de competitie niet. Op zaterdag deden we spellen in het bos. Dat vond ik eigenlijk veel leuker.

Die allereerste wedstrijd in E1 was een uitwedstrijd. Doordat Papa te laat was, mocht ik dus alleen de tweede helft meespelen. Enthousiast maakte ik me veel vrij en zwierf ik links vóór in het veld, klaar om te scoren. Ik kreeg geen bal.
"Terug naar je eigen helft!" riep de leider. Ik sjokte naar ons eigen zestienmetergebied. We kregen een vrije trap tegen.
"Kom hier in de muur staan!" riepen alle jongens van mijn team naar mij. Snel rende ik naar ze toe en ik ging in de rij staan.
De tegenpartij nam een aanloop en gaf de bal een poeier. Hij kwam recht op mij af. Ik wilde mijn gezicht beschermen en draaide me een kwartslag om. De bal kwam heel hard op mijn schouder. Het deed heel erg pijn.
"Hens!" riep ineens iedere jongen van de tegenpartij. Ik wist niet wat dat was. "Hens! Pienantie!"
We kregen een strafschop tegen. De tegenpartij scoorde. We verloren met 1-0.
"Jouw schuld!" riepen een paar jongens naar mij tijdens het douchen. "Had je maar geen hens moeten maken!"
Ik vond het douchen na afloop toch al een eng idee. Al die blote jongens op een rijtje. Ik voelde me ongemakkelijk. Gauw spoelde ik me af. Ik wilde me zo snel mogelijk weer aankleden.
"Ja, loop maar weg!" klonk het van en onder de douche.
Ik durfde niets te zeggen.
"Jij bent de nieuwe? Nou, we krijgen je wel!"
Ik wist niet hoe snel ik mijn kleren aan moest trekken. Half aangekleed stond ik weer bij de auto van papa.
"Zo knul," zei hij. "Dat was niet zo’n beste start, hè? Wat gebeurde er nou?"
Ik haalde mijn schouders op. Met dat ik dat deed, deed één kant nog steeds erg pijn.
Papa bracht de andere jongetjes terug naar het thuishonk. Ik bleef in de auto zitten.
Thuis vroeg mama hoe het was gegaan. Ik haalde mijn schouders weer op. Weer pijn.
"Je vindt het niets, hè?" riep ze. "Nou, je maakt het seizoen mooi af. We hebben er niet voor niets voor betaald."
Pas acht maanden later was ik ervan af.

Op tv was voetbal altijd veel leuker. Nou ja, Nederland verloor die zomer de finale van Duitsland. Sindsdien kéék ik ook geen voetbal meer.


Apeldoorn, augusutus 2007