Een date om nooit te vergeten


Pas een kwartier later dan afgesproken arriveerde hij in een auto die zo uit een autokerkhof leek te komen. Piepend kwam hij tot stilstand en opende zijn raam. “Chantal, ben jij het? Sorry dat ik zo laat ben poepie. Stap maar in.” Nog voor hem goed en wel te bekijken, snelde ik me naar het andere portier en sprong ik op de andere stoel. Binnen bekeek ik hem eens goed en betrok mijn gezicht. Zo mooi als op de foto was hij helemaal niet. Alsof hij zo uit zijn graf is komen rollen keek hij me aan met de meest grote wallen onder zijn ogen, het kapsel van een overreden stekelvarken en zulke smerige handen dat je zou denken dat hij zijn handen met modder wast.

Terwijl we wegreden vertelde hij me steeds wat een mooi en lief meisje ik was. Hij sprak weliswaar precies zoals op msn, maar zijn stem gaf me dit keer geen veilig gevoel, maar eerder koude rillingen. Na een minuut of tien begonnen zijn opmerkingen te veranderen. Hij vertelde me dat ik al best mooie, vrouwelijke vormen had. En dat voor een meisje van 12. Daarna vroeg hij me welke cupmaat ik had, wat ik onder mijn kleren droeg en of ik wel eens met mijn vingers in mijn kut zat te spelen.

“Laat me er nu uit! Laat me eruit verdomme!” De angst sloeg om in paniek en ik probeerde de deur al open te maken terwijl hij nog aan het rijden was. Ik trok en trok, maar er was geen beweging in te krijgen. Ik was opgesloten. Opgesloten met wie weet wat voor psychopaat. Ik pakte mijn mobiel uit mijn jaszak, maar die sloeg hij vliegensvlug uit mijn handen. Hij viel onder zijn benen en stopte de auto ergens op een verlaten weiland. Wat verderop zag ik koeien grazen en bedacht me dat de domste koe in deze doodskist op wielen zat.

Ik voelde mijn tranen al achter mijn ogen prikken, naarstig op zoek naar vrijheid zoals ik uit de auto probeerde te komen. “Alsjeblieft, laat me er alsjeblieft uit. Als je me eruit laat beloof ik dat ik niet naar de politie zal gaan. Als je me maar gewoon met rust laat.” Hij trok zich niets aan van mijn smeekbede en begon smakeloos te lachen alsof dit één of andere zwartgallige comedy was. “Jij gaat helemaal nergens heen klein sletje van me. De enige plaats waar jij naartoe gaat is hierin”. En hij keek naar beneden. Ik wist mijn God niet wat hij bedoelde. Maar achteraf gezien wilde ik het op dat moment niet weten.

Hij maakte zijn riem en broek los en pakte mijn hand. “Voel hier eens aan. Voel dan! Voel eens aan die harde pik.” Ik worstelde tegen en sloeg hem met mijn andere hand in zijn gezicht. Na een paar seconde haalde hij uit naar mijn gezicht en druppelde er bloed uit mijn neus. Hij trok zijn lul uit zijn broek en duwde hard mijn hoofd er naartoe. “Geen stomme geintjes vuile hoer! En nu ga je zuigen voordat je nog meer klappen krijgt!” Terwijl de tranen uit mijn ogen rolden als stille hulpkreten, nam ik zijn penis in mijn mond en probeerde niet na te denken. Als ik het toeliet om mezelf te laten denken, zouden mijn woorden samen met mij sterven.

Ik dwong mezelf niet te kokhalzen en na wat een eeuwigheid leek te duren, mocht ik eindelijk stoppen nadat hij zijn weerzinwekkende zaad in mijn mond had gespoten. Van walging en woede spuugde ik het terug in zijn gezicht. Dat had ik beter niet kunnen doen, want het laatste wat ik mij herinner is dat ik een paar dagen later wakker werd in een ziekenhuisbed. Toen de politie vroeg naar wat er gebeurd was, kon ik niets anders dan huilen. Het is jammer dat tranen geen verhalen kunnen vertellen, anders had ik het aan hen overgelaten. Ik heb geen woorden meer. Want wat heb je aan woorden die de pijn weer laten voelen. Wat heb je aan woorden als je de tijd er niet mee kan terugdraaien. En wat heb je aan woorden als je met geen woord kunt beschrijven hoe verdomd ellendig je voelt.

Een agent pakte pen en papier uit zijn jaszak, legde het op het kastje naast me en liep zwijgend weer de kamer uit. Ik begon met schrijven...” Je kunt alvast wel gaan mam....” Alleen de laatste zin vulde ik nog met één zin aan: “Dat kan ik hem echt niet aandoen...Hoe kon hij me dat aandoen?” Elke nacht probeer ik die vraag te beantwoorden als ik hem weer pijp in mijn dromen, maar ik krijg nooit een antwoord. Sommige vragen in het leven moeten onbeantwoord blijven, anders zou je als mens mentaal ten onder gaan door de waanzin in dit zinloze leven.