Al moet zijn Gore bek dichthouden!

BazboIk stond uitgebreid te koken. Pasta met blauwe kaassaus en worstjes erin opgelost. Of zo. Het was tegen acht uur in de avond en nogal bewolkt, dus ik had een enkel lampje aangedaan. We hadden een kalme zondag gehad.
Pats. Lampje boven de kookplaat uit. Alle lampen uit. Muziek uit de stereo klonk niet meer. Ik liep de woonkamer in. Vrouwlief zat verbaasd naar de televisie te kijken. Het beeld was zwart. De computer was ook uit. Niemand had hem uit gedaan.
"Stroom eraf?" vroeg ik naar de bekende weg.
"Ja, vreemd," antwoordde mijn vrouw.
Mijn zoon kwam de trap af. "Bij jou ook de stroom eraf?" vroegen we. Dat bleek het geval. Eerst de meterkast maar eens controleren. Alle schakelaars stonden op 'on'. Dus geen stoppen doorgeslagen. Wat kon het zijn?
Buurman kwam aanbellen. De deurbel deed het ook al niet meer. Of hij dan maar wat wilde drinken. Hij wilde wel een wijntje. Hij vroeg naar onze vakantie, hoe die geweest was. We hadden een gesprek.
Ver weg klonken sirenes van politie- of brandweerwagens.
"Wel raar dat het zo lang duurt, die stroomstoring," zei Buurman. En hij grapte: "Nou ja, nu kunnen weer eens ouderwets spelletjes gaan spelen."
"Weet je," lachte mijn vrouw. "Vanmiddag bij de lunch vroeg ik wat we de rest van de middag zouden gaan doen. Ik stelde voor om een gezelschapsspel te spelen, maar de heren keken me toen zó raar aan. Zo van: jij bent niet wijs. En nu móéten ze wel!"
Nóg meer buren kwamen vragen of wij ook geen elektriciteit meer hadden. De hele wijk zonder stroom.
Opnieuw hoorden we sirenes.
"Deze komt wel érg dichtbij," zei Buurman.
We keken door het raam. Buiten op straat werd het ineens érg druk. We besloten een kijkje te gaan nemen. Uit allerlei hoekjes, gaatjes, straatjes en steegjes kwamen mensen aangelopen. Ze gingen allemaal naar de hoek van de straat. Daar staat een transformatorhuisje. De brandweerwagen stond erbij. En twee busjes van de Nuon, onze energieleverancier. Doordat alle mensen als een soort rugby-scrum om het huisje heen stonden, konden we niet zien wat er nou precies aan de hand was.
Een jongeman stond naast mijn vrouw.
"Verdomme!" riep hij. "Hoe lang gaat dit duren? Ik zat net lekker bij Studio Sport!"
Een andere buurman verscheen naast me. "Ik heb net de Nuon gebeld," vertelde hij. "Ze zijn bang dat dit twee à drie uren gaat duren."
"In die tijd is mijn vriezer nog niet ontdooid," bedacht ik me opgelucht.
Langzaam gingen we weer terug naar huis. In het halfdonker - het was nog altijd grijs kötweer buiten - maakte ik de maaltijd af. Venkelsoepje opwarmen en vervolgens die pasta met blauwe kaassaus en worstjes erin opgelost. Of zo. We lieten het ons allemaal goed smaken. Daarna praatten we nog wat over dagelijkse dingen. Vrouwlief pakte een boek. Mijn zoon ging zijn kamer opruimen. Ik werkte de vaat weg. Het ging schemeren; het werd donker. We staken wat kaarsjes aan. Ik trok nog een flesje wijn open. We hadden een goed gesprek.
"Het lijkt wel kamperen," zei ik.
"Tja," zuchtte mijn vrouw. "Kamperen. Dát is lang geleden dat we dat gedaan hebben."
"Pas maar op. Volgens SunChaser is er tegenwoordig niets meer aan. Jij nog wijn?"
Eigenlijk hadden we zin om gezellig samen naar bed te gaan.
Helaas. Om tien uur ging plotseling het licht weer aan. We knipperden met onze ogen. Toen we weer aan het felle licht gewend waren, kwamen we in actie. Vrouwlief ging verder met televisie kijken en mijn zoon ging zijn adventuregame afmaken. Ik kroop achter de computer en begon aan een pijpje bier en een column over een stroomstoring.

Kijk. Wij hier in Apeldoorn, wij maken nog eens wat mede. Morgen zal de plaatselijke krant er vol van staan. Wij verdienen een pluim. Iedereen lult mooi over die milieuproblematiek, over het grootverbruik van energie, maar wij hier in deze metropool doen er actief iets aan. Wij hebben tenslotte twee uur lang geen stroom gehad, dus geen energie verbruikt. Wat een goed voorbeeld geven we aan de wereld, zeg. Een paar uur zonder stroom, ik kan het iedereen aanraden. Lang leve het milieu! En Al moet zijn Gore bek dichthouden! Of is dat een héél flauw woordgrapje?


Apeldoorn, zondag 29 juli 2007