Gerotzooi tussen de slipjes

Ik schrijf dit verhaaltje vanuit een internetcafeetje in Parijs. Want ik heb wat internationaal onderzoek verricht. Immers, zoals u weet leef ik voor de wetenschap. En ik heb het volgens de regelen der kunst vastgesteld: het boodschappen doen gaat in het buitenland tamelijk probleemloos. “Allo Allo! Une stockbrood s’il vous plait. Merci! Bonjour!” Nee, het winkelpersoneel en ik zijn elkaar op geen enkele wijze tot last. De taalbarrière is een uitstekende bescherming tegen wederzijdse agressie in het contact tussen de winkelbediende en de klant.

In Nederland is dat wel anders. Daar klaagt de Arbeidsinspectie over onvoldoende bescherming van het winkelpersoneel tegen agressieve klanten. Als ik weer terug ben in Holland, dan zal ik de Arbeidsinspectie effe bellen. Over de vraag hoe klanten eigenlijk worden beschermd tegen debiel winkelpersoneel. Want vlak voor vertrek naar Frankrijk had ik nog even een bezoek gebracht aan de Karwei in een buitenwijk van Rotterdam. Dat had ik beter niet kunnen doen. Maar ja, mevrouw Oplopers wilde graag een boormachine. We wezen naar het goedkoopste model. “Mijn collega komt zo bij u,” was de reactie van een aangeklampte sukkel in een lullig Karwei-uniformpje, “want ik ga niet over de boormachines. Ik ben van de Afdeling Schuurmachines.” Na lang wachten kwam de verantwoordelijke deskundige eindelijk in beeld. “O, die is uitverkocht.” Ik meteen pislink, natuurlijk: “Maar hij hangt daar toch, met het prijskaartje eraan?” “Ja, maar dit exemplaar heeft geen binnenwerk.” De volgende boormachine die we aanwezen was ook niet voorradig. Haal die troep dan weg, sukkels! Neem een ander in de maling, en hang die zaak niet vol met aanbiedingen die jullie vervolgens gewoon niet in voorraad blijken te hebben. En bij de kassa overkwam ons het volgende drama: er ontbrak een plakkertje op een luxaflex. Paniek. Niemand wist hoe duur dat ding was. Het viel de caissière ook niet mee om de juiste prijs te vinden. We hadden een aluminium geval, beplakt met houtmotief. De trut zat te zoeken in een prijslijst met houten gordijnen. Tsja… Dik een half uur verprutst met wachten. Mevrouw Oplopers rookte inmiddels van woede. Caballero.
Inderdaad, de Arbeidsinspectie heeft gelijk. Het is absoluut een prima idee om het personeel van winkels beter te beschermen. Want de volgende keer als ik daar kom trek ik hun kop eraf. Geheel toepasselijk denk ik aan een oude verkiezingsspreuk. “Laat Lubbers het Karwei afmaken”. Ja graag. Maak ze af. Allemaal!

Over afmaken gesproken: een paar maanden geleden alweer is er in Den Haag nog iemand afgemaakt. Regelmatig lig ik wakker van de uitspraken van de advocaat van de dader. “Het kan best zijn dat het slachtoffer badend in een plas bloed is aangetroffen met het mes nog in zijn rug, maar dat betekent nog niet dat hij daardoor is overleden. Hij slikte medicijnen, en dat zou kunnen betekenen dat hij een verhoogd litiumgehalte in zijn bloed had. Dus nogmaals, edelachtbare, het is zéér de vraag of de door mijn cliënt toegebrachte steekwonden de doodsoorzaak zijn.” Volkomen van de pot gerukt, die baliekluiver.

Ook van de pot gerukt is zijn collega-advocaat meester Kuiper uit Amsterdam. Die heeft het opgenomen voor bijstandsgerechtigden die door de gemeente Amsterdam werden geterroriseerd met een regen van onverwachte huisbezoeken. Gegluur in de ijskast, getuur in de wasmand en gerotzooi tussen de slipjes. Volkomen terecht dat Kuiper daartegen in het geweer is gekomen. Ook uitkeringstrekkers hebben recht op privacy zolang er geen concreet vermoeden van fraude bestaat. Maar Kuiper is het spoor bijster. Per onterecht bezochte armoelijder wil hij nu een schadevergoeding. Klinkt redelijk. Maar hij vraagt per persoon 50.000 euro. En dát gaat natuurlijk wel een beetje te ver. Zijn cliënten hebben nu massaal afgehaakt. Tsja, hoe belachelijk wil je jezelf maken? Hoewel, toen ik meester Kuiper even belde met het verzoek om voor mij even een miljoen te incasseren bij Staatsbosbeheer omdat er een vliegje op mijn fietsstuur had gezeten en ik daar erg van ben geschrokken en dus geestelijk ben beschadigd en ik mij dus voortaan onzeker voel in het verkeer en ik niet zo goed meer kan slapen ’s nachts en ook niet meer zo goed overdag en ik nu iedere drie kwartier opnieuw mijn fiets schoon maak gooide hij de hoorn op de haak…

Advocaat. Wat een baan zeg… De hele dag de meest schrikbarende wartaal uitslaan in de hoop dat je allerlei tuig kan behoeden voor een terechte veroordeling. Of belachelijke eisen stellen met een lulverhaal over emotionele schade. Schei toch uit. Recentelijk wandelde ik over de Stadhouderskade in mijn geliefde Amsterdam. Opeens viel mijn blik op de voordeur van een advocatenkantoor. Weet u, hoe een van die advocaten daar heet? Meester A.A. Holleeder… I rest my case, your honour.