Potenrammen



Johan stuurde via de Columnsubmit de volgende column in:



Beste R.,

‘…de homo-integratie lijkt weer terug bij af te geraken…’

Ik heb sterk het gevoel dat je als homoseksueel behoorlijk voorgetrokken wordt, these days. En dat je er alles aan doet om afwijkend te blijven. Dus eigenlijk moet je je smoel houden; laten we elkaar geen mietje noemen.

Laat ik niet schromen en gewoon opsommen waarom ik je een huilerige… blabla. De rest van de scheldwoorden die je ondertussen wel kent zal ik voor me houden. Ik ga niet nog een keer jouw vergetelijke, onvergefelijke, daden op papier spugen. Dat heb ik ondertussen vaak genoeg gedaan. Op papier én in je gezicht. Die, nu verzwegen, scheldwoorden heb je overigens te danken aan je karakter niet aan je geaardheid. Maar dat zal je begrijpen.

Nee, waar ik naar toe wil is de homo-integratie. Daar wind ik me over op. En om mijn opwinding niet op te kroppen richt ik me maar tot de enige rashomo die ik ken. Ik zat in de gemeentegids van onze woonplaats te kijken. En ik zag dat er een speciale volleybalvereniging bestaat voor lesbiennes. Net Even Anders heet die club. Ik stoor me daar aan. Tenzij jullie - ja hoor, ik scheer jullie over één kam – per direct ophouden met het miepen over die zeer moeizame integratie.
Datzelfde geldt voor die regenboogvlag. Mijn buurman heeft rood haar en zie je hem staan zwaaien met een rode vlag? Mijn buurvrouw van de andere kant is een feministe. Wanneer zij een katoenen vulva met gepunnikt haar aan een vlaggenstok zou hangen dan zou ik me daar ook aan ergeren. En dan nog iets: een regenboog ontstaat door de vermenging van twee verschillen. Regen plus zon is regenboog. Regen plus regen is geen regenboog. Zon plus zon ook niet. De gedachtegang achter dit anti-integratie-katoen moet je me maar eens uitleggen. Wanneer jullie ook maar iets menen van jullie drang tot integratie donder je die vlag vandaag nog weg.

Wat ook zou helpen is het stoppen met die zotte boottochtjes waarbij matrozenpetjes en blote piemels de boventoon voeren. En bespaar me dat gelul over ‘een paar die het verknallen voor de rest.’ Want als er vervolgens een aantal van deze knapen bijna worden uitgeschakeld – weer een paar minder die het verknallen voor de rest – dan wordt ineens de term potenrammen weer van stal gehaald en keihard afgekeurd. En ja, natuurlijk is dat erg en moet het worden afgekeurd. Maar dat moet net zo hard worden afgekeurd als dat ze mij – enorm hetero – neer zouden hoeken vanwege mijn… noem maar op. Lekker handig trouwens om je dan te laten citeren, als COC zijnde, in allerlei kranten dat potenrammen ín is. ‘Potenrammen is in’, gedrukt in vette letters, schreeuwend en aandachttrekkend in iedere krant. Een grotere vrijbrief kan je niet geven aan (aspirant) potenrammers.

Over het COC gesproken. Och och. Daar kan ik helemaal schijtchagrijnig van worden. We hebben een plek voor ons zelf nodig. What’s next? Een kroeg voor paardrijders alleen; voor negers; voor feministes; Beatles-liefhebbers; linkshandigen? Je kent mijn mening ondertussen. En ja, jajajajaja, ‘het COC ís er juist om integratie te bevorderen…’ Doe er dan eens wat aan om een hetero die tent in te lokken. Flikker toch op met die kletspraat.

Jongen, als jullie dan écht willen integreren doe dan eens normaal. Hang dan niet de eeuwige minderheidsgroepering uit. Laat die fucking boten zinken, met dansende flikkers en al. Zorg dat ik niks meer van je hoor. Dát is integreren. Dan kan ik je tenminste ook gewoon zonder dubbele gevoelens op je bek slaan.

R. Ik mag je niet. Ik walg van je. Vanwege je karakter. Om de onbenullige irritante klootzak die je nou eenmaal bent. Om al de kutstreken die je uitgehaald hebt. Een klap op je bek zou je niet misstaan. En het erge is: dat wéét je. Maar ik doe het niet. Juist, omdat je een homo bent. En omdat ik niet wil dat je kunt roepen dat je een pootramslachtoffer bent. Dat zou te gemakkelijk zijn.

Ik ga je nog pijn doen. Al ga je het in de toekomst met dieren doen of dementerenden, al ga je het klooster in, ik weet je te vinden.

J.