Regensburg IV: De jeugd van tegenwoordig

Vorige keren in 'Regensburg':
Falco MaleAspra, Johnny en Jaques Bupatih zijn de eigenaren van Grand Café 'Il Giorno Copertura'. Na het tumultueuze openeningsfeest van het café heeft Jaques Bupatih erge last van jeuk aan zijn tattoo. Hij gaat naar Herman B. Schipmaker voor een behandeling.
Meer informatie nodig? Lees dan de voorgaande afleveringen, luie bliksem!


Hier is Regensburg IV
Die Rahmi. Het openingsfeest was afgelopen. Hij draaide het gas van zijn Vespa voluit en scheurde de straat uit. Grand Café 'Il Giorna Copertura' was snel uit het zicht verdwenen. Vanwege de snelheid moest het meisje achterop zich extra goed vastklemmen aan zijn middel.
"Voorzichtig!" riep ze. Rahmi wierp een blik naar achteren. Die Didixie was een lekker wijf. Ze had haar blonde haar in een strakke paardenstaart gestoken. Sportkleding sierde haar jonge lichaam. Haar ene arm hield ze om de zoon van de café-eigenaar heen geslagen; in haar andere hand kon ze met moeite de breezerfles rechtop houden. Doordat ze zich zo strak tegen Rahmi aandrukte, voelde hij hoe haar gezegende set tieten in zijn rug priemden. Hij kreeg het er warm van, ondanks dat de regen in bakken uit de hemel op hun haren neerkletterde. Het water spatte hoog op aan de kleine wielen van de bromscooter. Rahmi stuurde de tweewieler handig door de kleine straatjes, totdat hij op het Plaza di Prima Pagina uitkwam. Hier draaide hij naar rechts, in de richting van de Goot, het riviertje dat de stad doorkruist. Niet veel later hield hij halt onder de Regensbrug, de grote brug over de rivier.
Onhandig gleed Didixie van het tweepersoons zadel af. Ze verloor haar evenwicht en moest de breezerfles loslaten. Met een pats sloeg die aan scherven op de donkere klinkertjes. Rahmi parkeerde de bromscooter en controleerde zijn mobiele telefoon. Geen berichten. Toen hij hem weer dichtklapte, galmde het even onder de brug.
Hij liep naar Didixie toe en sloeg zijn armen om haar heen. Didixie zei iets tegen hem, maar hij kon het niet horen.
"Wacht even," zei hij. Hij maakte één arm van haar los en bracht de hand naar zijn rechteroor. Snel trok hij het oordopje van zijn iPod uit de schelp, en even later ook die uit zijn linkeroor.
"Wat was je aan het luisteren, eigenlijk?"
"'Tengo Na Minchia Tanta,' een ouwe rap-hit van ene Francesco Zappo," antwoordde Rahmi.
"Francesco? Ik wist niet dat Francesco ook rap maakte."
"Nee domme koe, niet ónze Francesco," zei Rahmi gepikeerd. "Wat ben jij voor breezerslet?"
"Heb je een nieuwe?"
Rahmi liep terug naar de Vespa en opende het zadeldeksel. Daar had hij een half kratje breezers verborgen. "Welke smaak wil je?"

Francesco hoorde de brommer van Rahmi over het plein scheuren. "Zou hij zijn sletje bij zich hebben?" vroeg hij zich bijna hardop af. De vorige keer had hij Didixie naakt gezien voor een zakje M&M's. Haar striptease had hij op video staan. Het zatte meisje waggelde met haar enorme tieten door het beeld. Francesco was zó enthousiast, dat Rahmi beloofde dat hij zou zorgen voor meer actie.
"Wat heb je er voor over?" had Rahmi gevraagd. "Je weet: ze is mijn chickie."
"Ik kan aan goede Libanon komen," was Francesco's antwoord geweest. Hij had de camera's al klaar staan. Iets dat Rahmi niet wist.
Vlug klikte Francesco de plaatjes die hij aan het sorteren was weg. Hij liep naar buiten, richting de brug.

"Hey, man. Hoe issie?" Francesco deed net alsof Didixie er niet was. Een coole manier van onverschillig zijn, die hij had afgekeken van tv. Hij liet zijn vuist tegen die van Rahmi botsen, als teken van begroeting.
"Lekkerrr ... Heeft Dirk-Hein nog gebeld?" vroeg Rahmi. "Hij mailde me dat hij iets moest doen in die klotekerk van zijn pa."
Didixie leunde tegen de scooter en lurkte aan haar flesje. Ze keek naar Francesco en ging met haar tong tachtig keer langs de hals.
"Het was een behoorlijke zooi op de opening." Francesco genoot er altijd van als zijn vader voor schut stond. "Jaques zal die teen nog lang voelen."
Het nieuws ging een beetje langs Rahmi heen. Hij vond Jaques sympathiek, maar wilde dat niet laten blijken. Wie vindt de vader van zijn beste vriend nou cool?
"Eej, hebben jullie gehoord van die psycho die ontsnapt is?" De redelijk dronken Didixie probeerde zich in het gesprek te mengen.
"Ja," zei Francesco. "Ik zag het op FIK!, je weet wel, die populaire nieuwssite. Het schijnt een gevaarlijke TBS'er te zijn die uit een kliniek is gevlucht."
"Die man was ooit een bekende in Regensburg," vertelde Rahmi. Hij kende het verhaal. "Hij is een tijdje voorganger geweest in de kerk. Cazador Del Sol heette hij, geloof ik. Zat vast voor verkrachting en moord. Mijn pa dacht vroeger dat Jaques en hij een tweeling waren."
"Saai!" riep Francesco. Hij wilde niet verder praten over zijn vader en was begonnen de tieten van Didixie te masseren. "Doe nog eens een dansje, " hijgde hij.
"Wie weet wil ze wel even op haar knietjes." De stem van Rahmi liet niks te raden over.
"Voor een hamburger doe ik alles," zei het dronken meisje, terwijl ze zich door haar knieën liet zakken.
"Nu maar hopen dat die gek de weg hier naar toe niet meer weet," lachte Rahmi. "Nóg een mafketel in het dorp erbij en we kunnen officieel subsidie aanvragen."
"Dat zal wel loslopen," zei Francesco. "Die gasten gaan toch meteen de onderwereld weer in om niet gepakt te worden." Francesco hoopte stiekem dat het niet zo zou gaan. Hij wist dondersgoed dat de verlichte kerk werd geleid door een van de grootste gekken van het dorp. De zachte mond van het tienermeisje maakte hem sprakeloos. Hij liet Didixie haar midnight-snack verdienen.
"Maarreh, Rahmi," zei ze tussen twee halen door. "Wat betekent toch die tattoo op je adamsappel?"

Ondertussen liep Jaques Bupatih aan de andere kant van het dorp te dwalen.
"Die behandeling van Herman Schipmaker heeft me goed gedaan," constateerde hij. "Het was af en toe wat benauwend, maar het werkte wél!" Onbewust was op het terrein achter het Grand Café gekomen, en nu liep hij naar het kleine gebouwtje dat daar stond.
In het donkere schuurtje hing de lucht van verse verf. Hier werden de specials gemaakt voor in de kroeg. Er stond wat oude rommel opgeslagen, zoals die levensgrote portretten van de stamgast van de week.
"Er wordt te weinig gerecycled in dit dorp." De woorden kwamen moeizaam uit zijn mond.
Ietsjes verderop stond het kleine gemak. Tja, wilde je naar de plee, dan moest je naar buiten. Het kleine hokje had een hartvormig gat in de deur. Joachim Bauthächler nam er de tijd voor. Hij probeerde zijn oren te spitsen, om maar zoveel mogelijk geluiden van buitenaf op te vangen. Dat was nog lastig, want zijn afvalstoffen plonsden luid.
"De mensen maken van alles vies, maar ruimen nooit op," hoorde hij Jaques zuchten. Het klonk alsof Jaques weer weg wilde gaan.
"Was doet deze man hier in das schuurtje?" Joachim Bauthächler wist het niet.
Jaques wist het zelf ook niet goed. Een soort van innerlijke stem vertelde hem dat hij hier moest zijn. "Schipmakers pilletje is goed voor mijn zere keel," fluisterde hij voor zich uit. De massage was hard aangekomen op zijn getekende gelaat en het pilletje deed wat het moest doen. De pijn was een louterende wegwijzer geweest op zijn spirituele weg.
Joachim Bauthächler probeerde de laatste uitwerpselen uit zijn endeldarm te persen. Tegelijkertijd duwde hij de deur van het schijthuis een stukje open en keek hij naar het schuurtje. Hij zag Jaques net toen die naar buiten wilde gaan.
Jaques liep bijna tegen een rijzige figuur in de deuropening op. De man kwam hem vaag bekend voor. Ineens wist hij het.
"Cazador," stamelde Jaques. "Mijn zonnekind. Je bent terug."
In het grauwe licht glinsterde enkel het lemmet van een fileermes.
"Ik ben hier om op te ruimen ... broer."


Wat is Cazadors relatie tot Jaques Bupatih, en aan welke vorm van schoonmaakwoede lijdt hij?
Hoeveel betaalt Francesco voor Rahmi's sletje?
Wat is de vuile rol van Joachim Bauthächler in dit geheel?

Lees het volgende week in 'Regensburg'!