Vlijmscherp genaaid (2)

De ochtend begint zoals alle andere. Ik hoor vader en moeder, de wekker, de waarschuwing dat ik te laat ga komen. Pas als ik goed wakker ben, dringt het tot me door dat het plan in werking is. Al de voorbereiding die Rico en ik er in hebben gestopt en nu moet blijken of het goed genoeg was.
Beneden zitten mijn ouders. Één blik op de krant en ik ben echt wakker.
"Geschorste leraar vermoord". Ik slaak een kreet en gris de krant van tafel.

"Dat is Gershoff", stamel ik tegen mijn moeder. "Mijn geschiedenisleraar. Hij kwam niet in de les en we hoorden maar niet waarom. Nu snap ik het."
Mijn moeder mompelt hoe erg ze het vind.
Ik lees het artikel voor en vul het aan met de eigen informatie die ik gisteren via vrienden heb gekregen. Ook vertel ik dat Najib inmiddels is opgepakt. Het stuk over de geluidsopname van Rico en mij laat ik achterwege. De waarheid is nu ook weer niet zó belangrijk.

Mijn pa vraagt zich af waar het heen moet met deze wereld als zelfs eervolle mensen als leraren vermoord worden.
"Eervol, die hufter eervol? Nou, vergeet het maar." Nu voel ik mezelf kwaad worden. Ik bries. Dat doe ik niet vaak. De kwaadheid is niet gericht op mijzelf, of op de stunt die ik aan het uithalen ben, maar op Ton. "Hij kon nergens van afblijven."
"Hoe bedoel je?" Mijn vader kijkt me met zijn onderzoekende blik aan.
Ik vertel hem dat Gershoff het niet kon laten zijn macht te misbruiken tegenover de leerlingen die hij niet mocht. Vaak moesten er mensen nablijven, die dan getrakteerd werden op een preek over normen en waarden en andere bla bla. Geregeld moesten mensen hun tas, agenda of andere persoonlijke items ten overstaan van de hele klas tentoonstellen. Vaak volgde dan een preek over democratie of andere nonsens.
"Maar dat is nog niet alles. Hij heeft Priscilla een keer, ehm, gepakt." Ik besef dat dit ook niet voldoende is voor mijn pa. Ik vertel wat ik weet, want echt duidelijk is het allemaal niet.

Op een middag moest zij blijven, al had ze weinig gedaan. Elke les moest er wel iemand nablijven. Het waren telkens dezelfden die de klos waren. Spottend noemden we ons zelf 'de verdoemden van Ton'.
Priscilla was alleen met hem in het klaslokaal. Ton probeerde haar te betasten en zij had zich teruggetrokken achter een tafeltje. Hij zou vervolgens gezegd hebben dat ze het hem wat plezieriger moest maken. Anders zou ze geen goed rapportcijfer krijgen.

"Is dat die familie die vorig jaar plotseling verhuisd is?" Mijn moeder heeft een sociaal geheugen waar je u tegen zegt. Zij kon zich de wazige omstandigheden waar het gezin zich in bevond nog herinneren.
Ineens bedenk ik me dat dit alles met de moord te maken zou kunnen hebben. Ik neem afscheid, roep dat ik Rico ga halen en haast me naar school.

Rico heeft de krant ook gezien. Hij kan niet wachten om met me te praten. Rico en ik moeten iets verzinnen. Buiten hoor ik auto's. Eerst denk ik dat het de vader van Rico is die uit de nachtdienst komt. Het blijkt de politie te zijn.

Alsof ik een slechte film zit te kijken, zie ik Rico breken. En we zijn nog niet eens verhoord.
Ik fluister hem toe: "Laat mij het woord maar doen. Als ze je iets vragen zonder dat ik in de buurt bent, doe je alsof je moet huilen."
De politiemannen spreken kort met de moeder van Rico. Een van de agenten geeft me een telefoon.
Aan de telefoon legt mijn pa uit dat ik beter even met de agenten mee kan gaan. We worden niet officieel verhoord of gearresteerd.

Op het bureau probeer ik Rico af en toe een bemoedigend knipoogje te geven. We worden naar een vergaderruimte gebracht. Daar staan een paar klasgenoten. 'The Usual Suspects', waaronder Najib. Eigenlijk mis ik alleen Priscilla nog; dan zou het clubje wel compleet zijn.
Najib komt naast me staan en vertelt kort wat hij weet. Hij is gisteren laat in de middag vrij gelaten na zijn verhoor. Ze verdachten hem van het sturen van de cassette. Ze kunnen hem niks maken want door zijn broer heeft hij een alibi.
"Het gaat ze niet om ons als personen," zeg ik hem.
Najib knikt. "Het moge duidelijk zijn waarom we hier met z'n allen zitten".

"Heren, welkom." Een beetje te statig naar mijn smaak komt er een hoge pief binnen lopen. Hij heeft veel officieel uitziende decoraties en een mooie pet. Autoritair figuur die probeert aardig doen. Ik mag hem meteen al niet.
"Om maar met de deur in huis te vallen: jullie staan allemaal op het klootzakkenlijstje van Ton Gershoff. En die is vannacht vermoord." Voor niemand komt dit als een schok.
"Vlak na zijn moord kregen we dit." Hij toont een videoband zonder label. Het is een anoniem verstuurde video.
De superagent vertelt verder dat ze eerder al een geluidsopname hebben gehoord. Net als die opname is de video gemaakt met apparatuur van school.
"Ik ga een aantal fragmenten van de band laten zien en ik wil graag dat jullie roepen als er iemand op voor komt die je kent. Het kan van belang zijn voor het onderzoek, dus geen geintjes alsjeblieft."
Hij loopt naar de tv die in het zaaltje staat en even later zien we de beelden.

Het is een warme dag. De locatie is het sportcomplex achter onze school. In de verte zien we een groepje mannen. Ze dragen bruine kleding en komen de kant van de cameraman op. Het moet in de zomervakantie geweest zijn, want de velden zijn met rood-witte linten afgezet. Nu zie ik dat de mannen een geblinddoekte en gemaskerde vierde persoon begeleiden. De camera zakt naar de grond en het tafereel wordt verder gefilmd vanuit kikkerperspectief. De mannen dragen SA/uniformen van de Wehrmacht uit de Tweede Wereldoorlog. Een van de mannen is Gershoff; de andere twee ken ik niet.
De gevangene wordt ontdaan van bovenkleding. Aan haar rug te zien is het een jong meisje. Ruw wordt ze tegen een boom geduwd en vastgehouden.

Dan drukt de agent op 'pauze'. "De rest van de film," vertelt hij, "is niet geschikt voor kinderen."
Ik zit als versteend te staren naar het trillende scherm. Ik hoop niet dat iemand ziet dat ik niet kan denken of bewegen, en ik hoop niet dat iemand heeft gezien wat ik zag.
Het meisje heeft een kleine tatoeage onder haar oksel. Een vlinder.
De enige die zo'n tattoo heeft is Priscilla.