De rokende puinhoop van Pim

Jazeker, ze hebben wel wat met muziek, die politieke nazaten van Pim. Ik noem er een paar. Een meneer die zijn miljoenen had vergaard met het uitbrengen van goedkope ramsj-cd’s, een ‘wetenschapper’ die tijdens de kabinetsvergaderingen met een belletje ging zitten rinkelen als de discussie langer duurde dan zijn concentratieboog dat kon volhouden, en een meneer die zich later nog onsterfelijk belachelijk zou maken door met een verbijsterend valse snerpstem en een totaal gebrek aan ritmegevoel mee te doen aan een talentenjacht op de televisie. En dan heb ik het nog maar even niet over die mevrouw die zo kon genieten van het zingen der geweren in Desi’s Doodseskader. Of die mollige haartransplantatienicht met dat liedje ‘At your service’; die haalde onlangs nog een eerste plaats in de hitlijsten met het prachtige nummer ‘Maak me gek’. Máák me gek? Dat was ‘ie toen al!

Vandaag vieren wij de heldhaftige uitschakeling van Pim, de fascistoïde megalo-pederast. Grote genade, wat kwam er een beerput open, na diens dood. Bleek een van zijn adviseurs een gemankeerde politieke nazaat van Hans Janmaat te zijn. Lag het gerotzooi van Pim met jongetjes in nachtsauna’s op straat. Werd Pims onversneden rassenhaat tijdens het exit-gesprek met Leefbaar Nederland duidelijk. Goed zo, Pim.

Natuurlijk, die Volkert-van-de-veganistenclub deugde niet. Je schiet niet iemand dood omdat ‘ie beperkingen voor nertsfokkerijen wil afschaffen. Dat gaat te ver. Maar om nou te stellen dat de dood van Pim een verlies voor de democratie was? Nee, dat dacht ik niet. In tegendeel.

Kijk, Leefbaar Nederland, dat was tenminste nog een fatsoenlijke partij. Je kon het er wel of niet mee eens zijn, ze deugden wel. Ze stonden voor hun principes en waren geen racisten. Op hun congres was lijsttrekker Pim nadrukkelijk verboden, racistische uitlatingen te doen. Daar had Pim maling aan, en dus werd hij terecht zijn partij uitgetrapt. Kijk, wanneer je zelfs de democratisch genomen besluiten van je eigen partij al aan je laars lapt, dan ben je geen democraat. En dan kan je overlijden dus ook geen verlies voor de democratie worden genoemd.

Wat een triestigheid. De veldslagen rond de erfenis van Pim en de roemloze ondergang van zijn LPF hoef ik hier niet nogmaals te beschrijven. Dat leest u elders in mijn columns. Maar deze week… Het kantoor van de LPF is leeggehaald en de sleutel ingeleverd. De administratie is verdwenen in de papiervernietiger. Ziezo, wég bewijslast. En vandaag herdacht een aantal mensen de dood van Pim. Amper een touringcar vol randdebielen reed langs het protserige huis van Pim, een begraafplaats en de plek waar Pim overhoop werd geschoten. Wát een verschil met vroeger…

Allerlei mensen kijken vandaag terug op Pim. Dus ook beroepsleugenaar Thomas Lepeltak in het programma van beroepsleugenaar Harry Mens. “Die Marcel van Dam houdt maar niet op. Deze week noemde hij Pim een minderwaardig mens,” aldus Lepeltak. Je liegt, Thomas. Marcel van Dam had die uitspraak gedaan voor de dood van Pim. Deze week werd zijn uitspraak in een programma op tv herhaald. Dus de opmerking dat Marcel van Dam maar niet ophoudt, is een schandelijke leugenachtige beschuldiging. Inderdaad: Pim zou trots op je zijn geweest! Overigens, hoe heet een minderwaardig mens? Juist: Mens!

Ik zie haar nog staan, vijf jaar geleden. Prachtig beeld op het NOS-journaal. Een te pletter geblondeerde bijstandstrekster, spuuglelijke legging om haar modderpoten, pakkie Marlboro-light in haar hand, sigaret in haar bek. Een soort rokende puinhoop dus. Het schoolvoorbeeld van de gemiddelde LFP-kiezer. “De mensen moeten meer intrigeren,” riep ze. Nou, dát is de nazaten van Pim prima gelukt. Tot het bittere eind aan toe.