Mail van een Roemeen


Het was aan het einde van de jaren tachtig. Roemenië was in de aanloop naar de totale bevrijding, maar zuchtte nog onder het bewind van Ceaucescu. Wij hadden er als jongetjes van rond de tien geen weet van. Wat wist je wel, behalve het strikt noodzakelijke? We gingen naar school en tussendoor voetbalden we. We speelden urenlang op straat en op trapveldjes, waarbij we ons inbeeldden dat wij de beroemde spelers uit die tijd waren. Er liepen wat Van Bastens, Koemannen, Gullits en Rijkaards in die tijd. Het waren er zoveel dat je soms maar iets anders verzon, omdat het anders wel saai zou worden. Dan was je een buitenlandse speler, hetgeen extra spannend was. Afhankelijk van de op dat moment heersende landen en clubteams werd er gekozen. De ploegmaats van de Nederlanders bij AC Milan waren populair, tijdens het WK van 1990 viel iedereen voor Kameroen. Zelf was ik van alles en ook een tijdje Roemeen.

Steaua Boekarest was in die tijd gigantisch afgedroogd door een ontketend PSV, maar had toch iets magisch. Ze speelden technisch verzorgd voetbal en hadden mooie spelers. Zo werd ik Hagi, maar bovenal Lacatus. Ten tijde van het WK van 1990 was laatstgenoemde een prima spits. De commentator van de NOS, ongetwijfeld Hugo Walker, kon zijn naam zo mooi rekken. "Lacatuuuuuuuuuusssssssssss!" klonk het dan. Het had iets magisch. Heerlijk om als jongetje lekker te voetballen, raak te schieten en dan deze kreet over het veld te laten schallen. De keepers werden er wanhopig van, weer die dekselse Roemeen.

Op een dag meldde zich een nieuwe jongen op het veld. Hij was een jaar of vijf ouder, maar voetbal kent vrijwel geen leeftijdsgrens. De jongen had zwart haar van het soort dat je niet direct bij Nederlandse jongens zag. Het leek wel of het net iets meer glans had, beter paste in ieder geval. Hij sprak met een accent dat we niet konden plaatsen. Hij had voor ons overal vandaan kunnen komen, maar Victor bleek een Roemeen te zijn. Zijn ouders waren gevlucht, vertelde hij later wel eens. Victor was dol op voetbal, maar durfde nooit echt te vragen of hij mee mocht doen. Tot hij ineens hoorde dat Lacatus ook op het veldje liep. Zoiets schept een band.

Jarenlang voetbalde Victor met ons mee. Hij vond Nederland zo goed, altijd aanvallend. Wij vonden de Roemenen wel goed, een beetje mysterieus. Hoe ze in 1994 eigenlijk uit het niets ineens weer een goed WK speelden en een gedenkwaardige match afwerkten met de Argentijnen, dat was prachtig. Victor straalde dan ook en vertelde ons mooie verhalen. Over keeper Ducadam, de held van de Europacupfinale tegen Barcelona. Zijn hand werd verbrijzeld door de veiligheidsdienst. Een grof schandaal, vonden wij. Stel je voor dat ze de hand van Ed de Goeij of Edwin van der Sar zouden.... Nee, dat kon in Nederland niet! Wij begrepen ineens een stuk beter waarom Victors ouders dat vreselijke land verlaten hadden.

Zo rond mijn achttiende vertrok Victor uit Nederland. Hij had tijdens een vakantie in Roemenië een leuke vrouw ontmoet en besloot zijn leven met haar te delen. Sindsdien mailden we regelmatig. Het ging snel met Victor en zijn geliefde, want amper een jaar later had hij al een zoontje. In die mails schreven we vooral over voetbal overigens. Victor vond het jammer dat zijn vaderland niet echt toonaangevend meer was en dat de echte sterren als Hagi en Lacatus al verdwenen waren. Toch kon hij incidenteel trots zijn, bijvoorbeeld toen Roemenië op het EK van 2000 de Engelsen uitschakelde. Of op spelers als Adrian Mutu en Cristian Chivu, die in Europa naam maakten.

Zo werd het zomer in 2003, toen er ineens aangebeld werd. Victor stond op de stoep. Hij had zijn vrouw en zoontje meegenomen. Het ventje was een jaar of vier en leek op zijn vader. "Kiwoe Kiwoe" zei het jongetje. Victor meldde apetrots dat zijn zoontje nu al dol op voetbal was en vooral op Ajax. Hij zou hem meenemen naar een training. "Ai!" zei ik, omdat ik zojuist op teletekst had gezien dat de Roemeense aanvoerder van Ajax was verkocht aan AS Roma. Victor besloot het een dag later toch te proberen. Helaas, Chivu was er al niet meer. Hij wist het, ik ook. We hadden namelijk een avond eerder al op het sportjournaal gezien hoe Chivu wegreed in zijn auto, de Arena uit. De Ajax-merchandising floreerde een dag later echter wel, want het zoontje van Victor kwam terug als een wandelende Ajax-reclamezuil.

Gisteren kwam er ineens een email binnen. Van Victor. In de aanloop naar Nederland - Roemenië van vanavond herinnerde hij zich het voorval in 2003. Hij schreef dat hij eigenlijk naar de wedstrijd had gewild, maar dat toch niet deed. Chivu zou er niet zijn en die wilde hij graag treffen, in het buitenland. Daarnaast voorspelde Victor een saaie wedstrijd, vol schuiven. Voetbal is niet meer zoals vroeger. Een intrigerend zinnetje. Ik wilde de mail al beantwoorden toen zich aan de onderkant langzaam een bijlage ontvouwde. Ik zag een foto van een man, een jaar of veertig oud. Naast hem het zoontje van Victor. Op het trainingspak van de man stond UT Arad. Ik dacht even grinnikend aan Feyenoord en probeerde de man te herkennen. Opeens wist ik het en kon ik me volledig vinden in de zin van Victor. Het mysterie is weg, slechts de nostalgie overleeft. Ik begon fluisterend, maar na drie keer schalde het door mijn woning: "Lacatuuuuuuuuuusssssssssss!" Zo mooi wordt Nederland - Roemenië nooit meer.