Wees ze de baas, Klaas!

Vorig seizoen was hij dé man: Klaas-Jan Huntelaar, spits van Ajax. Na een fantastische eerste seizoenshelft bij Heerenveen stapte de nuchtere goaltjesdief over naar Amsterdam. Ajax maakte een zwak seizoen door en snakte naar verlossing. Huntelaar kwam, zag en overwon. Zijn treffers hielpen Ajax in de juiste richting en de club kwalificeerde zich dankzij het vreemde fenomeen play-offs alsnog voor de voorronde van de Champions League. En passent veroverden de Amsterdammers de beker, uiteraard met Klaas als scherprechter in de finale. Huntelaar was de grote held!

Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder en zitten er scheurtjes in het onbreekbaar geachte vertrouwen van Huntelaar. Klaas staat ter discussie. Dat is vreemd, gezien zijn voorgeschiedenis als redder van de zieltogende Amsterdamse vereniging. Bovendien begon het seizoen zeer aardig voor Huntelaar. Na de brede discussie over zijn ontbreken in de Nederlandse selectie voor de wereldkampioenschappen en het veroveren van de Europese titel met jong oranje maakte Klaas alsnog zijn debuut in het nationale elftal. Uiteraard luisterde hij dit heuglijke feit op met doelpunten.

Toch liep het bij Ajax wat minder. Misschien door vermoeidheid, misschien was het verwachtingspatroon na een fenomenaal seizoen wel onrealistisch hoog. Of lag het aan de nieuwe trainer? Henk ten Cate is nog zo'n ouderwetse Nederlandse voetbaltrainer, die graag wil werken aan een systeem. Een trainer die zijn team beter wil maken door gericht te trainen en ook zijn spelers naar een hoger niveau wil brengen. Dat bracht met zich mee dat de taken van Klaas anders werden. Hij stond er ineens niet meer alleen voor de doelpunten. Nee, Klaas moest gaan meevoetballen! Lekker meedraaien in de tombola der tikkende voeten. Kaatsen, balletjes vasthouden voor de aansluitende mensen, de driehoekjes volgens wiskundige precisie laten lopen. Kortom, Huntelaar moest gaan denken.

Niet dat Huntelaar geen teamspeler was. Hij gaf wel eens een assist en was wel degelijk van waarde in het spel van Ajax. Maar zijn grootste kwaliteit was en bleef afronden. Niet gek voor een spits, zou je denken. Maar nee, dit is Nederland! Dat wij hier in dit land veel eisen van voetballers en graag een systeem met vleugelspitsen zien, is natuurlijk onderdeel van de charme van onze voetbalbeleving. Wij willen aanvallen, mooi spel en vooral dat spelers zich op alle gebieden manifesteren. Daarin slaan we wel eens door. Want waarom zou je een spits die aan de lopende band scoort nu met alle geweld willen veranderen? In Italië mag Filippo Inzaghi, als we Jaap Stam moeten geloven, niet eens meedoen met de rondo's van AC Milan. Inzaghi klooit maar wat aan op de training, want voetballen kan hij niet. Wat hij wel kan is scoren, uit alle hoeken en standen. Daarom is er veel respect voor Inzaghi.

In zijn bed droomt Klaas al een tijdje dat hij een Italiaan is. Als hij het op de training weer eens geprobeerd heeft, maar Henk ten Cate nog steeds niet tevreden is. Hij kan wel huilen als hij ziet hoe makkelijk Leonardo iedereen de hielen laat zien. Die traptechniek van Sneijder en Perez, wow! Ondertussen legt Ten Cate steeds weer het spel stil en roept hij Klaas bij zich. Klaas moet bewegen, de combinatie zoeken. Klaas moet dit, Klaas moet dat. In zijn naarste dromen prikken kleine Henkjes met duivelse hoorntjes en hoefjes in zijn borstkas. Ze jennen hem. "Je kunt niet voetballen Klaas!" Nog even en hij gaat het zelf geloven. Want waarom zat hij nu op de bank afgelopen weekend, uitgerekend terwijl de ontmoeting met Feyenoord op het programma stond?

Een wijze trainer, die ik regelmatig sprak, vertelde me ooit eens dat elk succesvol team ook drie man nodig heeft die niet zo goed kunnen voetballen. Niet dat ze helemaal niks kunnen, maar ze zijn qua pure voetbaltechniek wel minder dan hun medespelers. De eerste kan echter elke spits een lastige middag bezorgen, de tweede dicht alle gaten die zijn medespelers laten vallen en de derde staat er om de ballen die zijn fantastisch voetballende maatjes hem bezorgen het doel in te rossen. Een elftal met allemaal superspelers gaat vaak ten onder aan pure schoonheid. Kort gezegd heb je een Inzaghi nodig. Of een Klaas. Die moet je niet vermoeien met tactische besprekingen, maar koesteren vanwege hun specialiteit. Klaas staat namelijk vrijwel altijd op de goede plek en maakt ook lullige doelpuntjes. Die tellen echter allemaal. PSV had Mateja Kezman en won mede dankzij diens specialiteit landstitels. Dat Henk ten Cate dat maar op tijd beseft en stopt met het willen veranderen van Huntelaar. Vrij in het hoofd schiet die er weer een paar binnen en dan is Klaas weer boven Jan. En niet alleen Klaas, want dat Ajax van zijn goals kan profiteren heeft het verleden wel bewezen.