Het kerstverhaal

Column door mauricebarten

In de vijfde maand van het jaar 2006 zond voetbalgod Johan Cruijff de engel Henk ten Cate naar de stad Amsterdam, naar een in verval geraakte oude Griekse held die was uitgehuwelijkt aan een erebaantjesgeile man die John Jaakke heette, een afstammeling van het hockey-minnende Gooi. De oude Griekse held heette Ajax. Engel Henk ging de Arena binnen en zei: "Gegroet Ajax, je bent begenadigd, El Salvador is met je." Voorzitter Jaakke schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die iets te joviale begroeting te betekenen had. Maar Engel Henk counterde: "Wees niet bang, Johan heeft Ajax zijn gunst geschonken. Luister, jullie zullen landskampioen worden en een Europees topscorer voortbrengen, en je moet hem 'The Hunter' noemen. Hij zal een groot man worden en een goalgetter worden genoemd. En Johan, de Nummer 14, zal zich over hem ontfermen. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn van het keurkorps van San Marco, en aan zijn heerschap zal geen einde komen."

De verbouwereerde Jaakke vroeg aan engel Henk: "Hoe zal dat gebeuren? We hebben namelijk een zeer matige spelersgroep." De engel antwoordde: "De heilige Jaap zal tot jullie komen en zijn oerkracht zal over de groep uitstralen. Daarom zal de goaltjesdief in wording, heilig worden genoemd én Zoon van Johan. Want voor Hem is niets onmogelijk. Da's logisch." Jaakke rechtte zijn rug en riep vol trots: "Johan wil ik dienen: laat er met Ajax gebeuren wat u hebt gezegd." Daarna liet engel Henk hem weer alleen.

Niet veel later begon voorzitter Jaakke een charme-offensief, de verschijning van Johan zat 'm toch niet lekker en hij vreesde afstand te moeten doen van het roodwitte pluche. Elke speler zou een persoonlijke kerstboodschap van meneer en mevrouw Jaakke ontvangen. Een geniaal idee, mijmerde hij. Iedereen ging op weg om zich te laten 'vermaken' door het cabaret Jaakke. Als makke schaapjes ondergingen ze één voor één hun lot. Tegen vijven, na de G van Grygera, was het tijd voor de H van Huntelaar. Jaakke sprak zijn pupil aan op de lange periode zonder doelpunten en deed hem, sluw als hij was, een zakelijk voorstel: een jaarabonnement op de Voetbal International als hij snel weer ging scoren. Klaas-Jan was door het dolle heen en die nacht zag hij het licht.

Niet ver daarvandaan bracht de F-side de nacht door in het clubhonk, ze hielden zoals altijd de wachte bij hun hutje. Vanuit het niets hoorden zij opeens engelen zingen, rap gevolgd door een fel stralend licht. Hevig geschrokken trokken ze hun wapens en begonnen in het wilde weg te schieten. Een van de engelen, alhoewel onsterfelijk toch hevig in shock, stotterde: "Wwwwees nnnniet bang, wwwwant ik kom jullie goed nnnnnieuws brengen, dat de hhhhele aanhang met grote vvvvreugde zal vervullen. Vandaag is voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de messias, de zoon van Cruijff! Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen zondag een opgebloeide goaltjesdief vinden die furore maakt voor Ajax." De engel had het nog niet gezegd of hij vluchtte weg.

Toen de engelen waren teruggekeerd naar de hemel, zeiden de supporters tegen elkaar: "Laten we morgenmiddag naar de Arena gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat El Salvador ons bekend heeft gemaakt." De volgende dag gingen ze op weg naar de Amsterdam Arena, waar Ajax - Willem II op het affiche stond, en troffen die middag een hernieuwd Ajax aan mét de messias Klaas-Jan. Toen ze hem zagen scoren, vertelden ze aan iedereen die het wilde horen wat hun over Hem was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de supporters tegen hen zeiden.

Rond half vijf keerden de uitzinnige supporters huiswaarts, terwijl ze El Salvador loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er 14 dagen verstreken waren en Klaas-Jan daarin zes keer gescoord had, kreeg hij de bijnaam 'The Hunter', die de engel had genoemd nog net voordat hij wegvluchtte...