Verdwaalde zaalartiest




Enkele jaren geleden, in de tijd dat Ajax en Feyenoord zich versterkten met de Zweedse talenten Zlatan Ibrahimovic en Johan Elmander, verscheen in Nederlands grootste voetbalblad een artikel over Zweden. Hierin werd het land beschreven als bodemloze put voor Nederlandse clubs die op zoek waren naar betaalbare versterkingen. Want net als hun streekgenoten uit Denemarken, Noorwegen en

Finland gedijen Zweedse voetballers prima in ons land. Mede door de geschiedenis, die diverse succesvolle verhalen kent, kiezen talenten uit die regio graag voor een Nederlandse club. Zelfs op latere leeftijd bleek het nog mogelijk om je via onze competitie in de kijker te spelen van grotere clubs, zag men aan Marcus Allbäck.

In het bewuste artikel werd een aantal spelers getipt als mogelijke toppers. Het was dan ook grappig om te constateren dat pakweg drie jaar na het verschijnen van dit artikel een speler uit dit rijtje naar ons land kwam. Een jaar later werd hij gevolgd door een landgenoot die eveneens in het blad had gestaan. Toeval of niet, Daniel Majstorovic en Kennedy Bakirçioglu kwamen naar Nederland. Beide spelers tekenden voor FC Twente. Majstorovic, de bikkelharde mandekker, is inmiddels alweer bijna een jaar vertrokken. Hij verruilde de club uit Enschede voor het goed betalende FC Basel uit Zwitserland, waarmee hij onlangs nog tegen Feyenoord speelde. Bakirçioglu is nog altijd actief bij Twente. Hij begon afgelopen zomer aan zijn tweede seizoen en toonde zich een verrijking voor zijn club en voor onze competitie. Hij speelde vorig seizoen lang niet altijd even goed, maar liet toch regelmatig zien dat hij over meer dan gemiddelde kwaliteiten beschikt.

Kennedy Bakirçioglu is één van die voetballers die spelen naar hun naam. Wanneer je zijn naam hoort of leest, verwacht je bij voorbaat al geen bikkelende middenvelder of een eenvoudige voorstopper. Je proeft de artistieke inslag en stelt je een speler voor die vooral wil voetballen. Niet de dapperste strijder, niet de hardste werker, maar wel iemand die wat kan met de bal. Die een tegenstander kan passeren en zo ruimte kan scheppen voor zichzelf of een teamgenoot. Een voetballer met een mooie techniek en een fraaie trap en verder begiftigd met een snel en creatief brein. Iemand die je niet al te vol moet stoppen met opdrachten en lekker moet laten voetballen.

Zo klinkt de naam Kennedy niet alleen, zo oogt hij ook. Als ik hem zie spelen, bekruipt me altijd het gevoel een zaalvoetballer aan het werk te zien. Iemand die fysiek contact dan wel niet schuwt, maar liever mijdt. Simpelweg omdat hij lekker wil ballen. Plezier maken, af en toe een onnavolgbare actie uit de heupen schudden. Wedstrijden beslissen met technische hoogstandjes en middels slimme passjes de handen op elkaar krijgen. Een lichtvoetige, vaardige speler die sterk is in de combinatie. Met name de korte combinatie, waarbij de bal snel van voet tot voet gaat en er op die manier terrein gewonnen wordt. Het is het spel dat zijn landgenoot op de andere flank van FC Twente, Sharbel Touma, ook zo graag speelt. Nu Twente met Otman Bakkal en Orlando Engelaar nog twee middenvelders heeft die dit spelletje wel begrijpen en kunnen uitvoeren, is het plots behoorlijk leuk geworden om de ploeg in actie te zien.

Het is dan ook niet verrassend dat de manschappen van Fred Rutten tot nu toe hoog staan. Als FC Twente zo blijft spelen, is het zelfs niet uitgesloten dat de ploeg een revelatie kan worden. Zoals FC Groningen vorig jaar, op basis van een heldere visie, bedacht door een prima trainer. Rutten heeft een aardig blok staan achterin, waardoor zijn creatieve spelers voorin naar hartelust kunnen voetballen. Kunnen zaalvoetballen, denk ik af en toe als ik de combinaties zie waarmee de aanvallers proberen de vijandelijke defensie uit te spelen.

Het is het spelletje waarin Kennedy Bakirçioglu zich lekker voelt en zijn kwaliteiten optimaal kan benutten. Dat hij ze ook regelmatig kan tonen is dan ook extra mooi. Niet alleen voor de supporters van FC Twente, maar vooral voor de voetballiefhebbers. Natuurlijk, er gaat wel eens wat mis en Kennedy is meestal niet de eerste die de beuk er in gooit. Bij dergelijke spelers kan slecht ook heel erg slecht zijn, maar goed is dan vaak smullen. Zo ook bij hem, als hij weer eens aanzet voor een snelle combinatie of even achteloos de bal controleert en meeneemt. Waar hij vorig jaar nog wel eens oogde als een verdwaalde zaalartiest op zoek naar medespelers die hem begrijpen, daar lijkt hij zich dit seizoen als een vis in het water te voelen in het systeem dat Twente speelt. Altijd op zoek naar dat ene stukje schoonheid en met het vertrouwen van Rutten als dak boven zijn hoofd. Kennedy heeft de zaal mee naar buiten genomen.