Op z'n Fries

Zallik um laten zien? Nog geen vijf minuten was hij in mijn kinderkamer te gast. Mijn vriendje uit Friesland. Had hem ontmoet tijdens een vakantie in Frankrijk. Ik moet een jaar of acht zijn geweest. Hij was de enige Nederlander op de camping en dat schiep toch wel een band. Ofschoon ze onderling Duits leken te praten was het toch de enige remedie tegen opkomende heimwee.

Tijdens die vakantie mocht ik voor het eerst helemaal alleen naar zee. De zee lag vijf minuten van de camping af en dus hoefde mijn ouders zich geen zorgen te maken dat ik de weg niet meer terug zou vinden. Dutroux bestond nog niet en kinderen verdwenen alleen in Amerika. Ik voelde me een hele bink zoals ik daar over de camping struinde, luisterend naar de vreemdsoortige klanken om me heen, die ik later op de middelbare school weer zou thuis kunnen brengen in het rijtje Duits, Engels en Frans. Een wereldreis maakte ik. Op weg naar zee en strand. Ik hield een muntstukje van vijf Frank stevig in mijn vuistje geklemd. Deze had moeder mij nog toegestopt toen vader even niet keek. Voor als ik verdwaalde. Of een ijsje lustte.

Drie campingstraatjes en vijf caravans verder rook ik de zoute zeelucht. Mijn hart maakte overuren. Nog even en ik zou voor het eerst helemaal alleen de tocht naar onbeperkte vrijheid hebben afgelegd. Waar kwam anders het spreekwoord ‘een zee van tijd’ vandaan. De zee lijkt nooit te eindigen omdat je ogen nu eenmaal niet zo ver kunnen reiken. Schreeuwende kinderen hoorde ik, de bel van de viskar, het geluid van golven kwam steeds dichterbij en de eerste meeuw landde voor mijn voeten. De mensen leken steeds bruiner en de taal klonk exotischer bij elke stap die ik deed.

Mijn vriendje zat er al. Met de hele familie. Broer, zus, opa, vader en moeder. Typisch Nederlandse vakantie. Picknickmand in de aanslag, Telegraaf lezend en spelend met de strandbal. Allen gelukkig. Ik was niet langer alleen. O, hoe wreed verstoorde mijn vriendje de avontuurlijke lust bij het hard roepen van mijn naam! Voor een moment was ik weer onder de mensen die mij kenden. Ik kreeg een zakje chips toegeworpen en een handdoek werd voor me gespreid. Mijn moeder had ze vast ingeseind dat ik vandaag alleen zou komen. Om een oogje in het zeil te houden. Ik voelde me klein en de hele lol was er vanaf. Het zou nog jaren duren voordat ik echt kon losbreken van het thuisfront. Maar mijn eerste stap tot het ‘on the road’ leven was gezet. Al stond ik daar als achtjarige natuurlijk toen nog niet bij stil.

De hele middag speelden we op het strand. Mijn Friese vriendje en ik. We mochten tot de helft van ons middel in het water. Natuurlijk zochten we de grens op en gingen we stiekem kopje onder, alleen om zijn ouders te laten schrikken. Maar meteen werden we teruggefloten. Onherroepelijk werd elke vorm van avontuur of recalcitrantie afgebroken. Friese stugheid op een paradijselijk strand. Het was haast poëzie.

In het warme zeewater wilde mijn Friese vriendje me een geheimpje laten zien. Ik mocht het beslist niet doorvertellen. Dat moest ik zweren. Met mijn hand op mijn kinderborst moest ik zweren niets en niemand te vertellen van het geheimpje. Ik werd waarlijk nieuwsgierig en hield het bijna niet uit. Er dreigde toch nog iets spannends en onverwachts te gebeuren vandaag. Mijn vriendje leek wat uit zijn zwembroek te halen toen plots vader aan kwam zwemmen. Het was al laat in de middag, hoogste tijd om naar huis te gaan. Er moest nog gegeten worden. Ik stond versteld. Ging het geheimpje nu niet door? Ik wilde het hem bijna vragen maar besloot mijn mond te houden. Immers, het werd allemaal zeer geheimzinnig en serieus aangekondigd. Straks zou ik nog iets verraden. Met een rood hoofd, bang toch betrapt te zijn, zwom mijn vriendje achter pa aan. Zwijgend.

Vier maanden na onze vakantie stond hij weer voor me in de kinderkamer. Pa en ma hadden contact gehouden met de Friese familie. Ze waren nu een weekendje bij ons op bezoek. Zallik um laten zien? Hij had zijn broekje al open. Nu zou het geheim eindelijk gepresenteerd worden. Ik wist eigenlijk niet of dat zo’n goed idee was. Opeens zag ik toch wel het gevaar van dit geheimpje in. Stel voor dat opeens de deur open zou zwaaien en iemand ons geheimpje zou aanschouwen. Aan de andere kant kon ik het gevaar ook niet zo inschatten omdat ik nog steeds niet wist wat het geheimpje dan wel zou zijn.

Tien seconde later stond ik oog in oog met een jong, klein, Fries pikkie. Met bibberende handen schoof hij het velletje een beetje naar achteren. Een rood hoedje deed me kokhalzen. Heel het weekend naar de klote.