JFK en het WTC

Op vrijdag 13 augustus 1993 begint een jaar op een Amerikaanse High School voor me met een vlucht naar New York. Ik kom daar 's avonds aan op het vliegveld JFK. Zelfs het vliegveld is, net als alles, nieuw en indrukwekkend, al was het maar om de legendarische naam van het vliegveld.

Toen ik nog klein was hoorde ik wel eens over de dag dat president Kennedy (of Dzjee Ef Kee, zoals mijn moeder hem ook graag in haar beste Engels noemde) vermoord werd. Kennedy is waarschijnlijk de meest populaire president die Amerika na de Tweede Wereldoorlog gehad heeft, en iedereen van de generatie van mijn ouders wist nog goed waar ze waren en wat ze deden toen het nieuws bekend werd. Dat was een bindende factor, en met enige regelmaat tijdens etentjes, feestjes of andere sociale gelegenheden werden die ervaringen gedeeld.

Aangezien ik pas 's zondags door moet vliegen naar mijn eindbestemming, heb ik zaterdag om de stad te bekijken. Een van de stops is het Empire State Building, en op het terras aan de top sta ik versteld van het uitzicht naar het zuiden. Aan de horizon staan twee torens die nog eens dubbel zo hoog zijn als alle wolkenkrabbers die er omheen staan. Daar staan de twee torens die het gebouw waar ik zelf op sta in 1972 onttroond hebben als hoogste gebouw ter wereld. Twee torens die toen al meer indruk op mij maakten dan de toren waar ik op stond toen ik ze zag.

Acht jaar en achtentwintig dagen later zit ik op mijn werk als ik een mailtje van een vriend krijg. Er is een vliegtuig tegen het WTC aangevlogen, staat er in. Domme Amerikanen, denk ik, bij de gedachte aan een sportvliegtuigje of privéjet die zo'n kolos over het hoofd ziet en er tegenaan vliegt. Enkele minuten later krijg ik een mailtje dat er een tweede vliegtuig tegen de toren is aangevlogen. Eerst denk ik nog aan een onvoorzichtige pershelikopter die beelden van het eerste ongeluk wilde maken. We hebben geen TV op het werk, maar de foto's en stills op CNN.com leren me snel dat de waarheid veel gruwelijker is.

Al snel is de site van CNN, net als vrijwel alle sites met actueel nieuws, volledig overbelast. We blijven F5-en, maar voor nieuws zijn we voornamelijk op de radio aangewezen. Al snel valt het werk zo goed als stil. Er komen geen orders meer binnen, de telefoon gaat nog enkel als iemand die wel bij een TV zit ons een update wil geven. Groepjes mensen ontstaan rond de collega's die net zo'n telefoontje ontvangen hebben, en bij de mensen die toch nog een actuele internetpagina hebben kunnen openen.

Aangezien er toch niet meer gewerkt wordt, gaan mensen vroeg naar huis, waar wel TV's te vinden zijn. Tot diep in de nacht is iedereen, zappend van CNN naar Nederland naar de BBC naar RTL, aan de buis gekluisterd. Voor ik ga slapen haal ik uit een oude doos de foto tevoorschijn die ik acht jaar daarvoor op de top van het Empire State genomen heb. Natuurlijk is de foto minder mooi dan in mijn herinnering, maar op één of andere manier is het geen kiekje meer van een persoonlijke ervaring, het is een stukje geschiedenis geworden. Hoe vreemd om te beseffen dat die twee torens in het midden van de foto, half verhuld door de smog, er nu niet meer staan.

Lower Manhattan gezien vanaf het Empire State Building

Mijn ouders hadden de dag dat Kennedy vermoord werd als bindende factor. Onze generatie heeft een andere dag, een andere schokkende gebeurtenis. Een dag die de skyline van New York voorgoed heeft veranderd. Een dag waarop duizenden onschuldige mensen de dood vonden. Een dag die één van de minst populaire presidenten in de naoorlogse Amerikaanse geschiedenis in een aantal klappen bijna grenzeloze macht heeft gegeven. Een dag die de luchtvaart voorgoed heeft veranderd. Een dag die oorlogen heeft ontketend. Een dag die misschien wel meer complottheorieën heeft opgeleverd dan die 22e november 1963 waar mijn ouders het over hadden.

Deze dag is geen bindende factor geworden. Onze dag heeft alleen maar meer verdeeldheid opgeleverd. Verdeeldheid tussen etnische groeperingen, tussen landen, tussen geloven, tussen mensen die geloven in vrijheid en mensen die willen geloven in een veilig gevoel. Tussen mensen die geloven in wat ze zien en mensen die geloven dat wat je ziet niet altijd de hele waarheid is.

De dag erna stond in alle kranten te lezen dat het oorlog was. Vijf jaar later is het duidelijk wie de strijd gewonnen heeft. Het doel van terroristen is om mensen bang te maken. Om de maatschappij door het zaaien van angst te ontwrichten. Om aandacht te krijgen. We kunnen niet anders dan concluderen dat ze al deze doelen op en na 11 september ruimschoots bereikt hebben.