Vive Le Tour! Toen de Paus de Tour won ...

Mijn vroegste herinnering aan de Tour de France dateert van lang geleden. Ik moet een jaar of acht geweest zijn toen ik op "Radio Tour" hoorde hoe men een verwoede strijd leverde om de gele of groene trui. Op mijn fietsje reed ik nadien in het park hier vlakbij samen met mijn kameraadjes mijn eigen Tour de France. Toen droomde ik nog dat ik ooit zou meerijden in wat terecht de mooiste koers ter wereld wordt genoemd. Waarom was ik gefascineerd door de Tour? Meer dan door de andere wedstrijden. Nu ja, op die andere Ronde, die van Vlaanderen na misschien. Ik vermoed om dezelfde reden die honderdduizend mensen ook nu nog ieder jaar naar het parcours drijft. De Tour wordt gereden tijdens de vakantie en daardoor is iedere fan er eigenlijk altijd intensief mee bezig. In de Tour wordt altijd feller gereden. De Tour heeft ook altijd een grotere internationale dimensie gehad dan bijvoorbeeld de Giro, een koers die nochtans louter sportief gerust de vergelijking moet kunnen doorstaan. Maar toch is de Tour gewoon uniek. Kijk je niet om de koers, dan wel om de poëtische beelden van kastelen, natuurschoon en ander fraais die we elk jaar op de buis te zien krijgen. Ga je niet live om de renners dan ga je om het geweldige mediacircus te bekijken. En toch begon het ooit allemaal zo klein, maar tegelijk was de Tour al sinds haar begin een fenomeen. Net als vorig jaar ga ik als opwarmertje tot aan de Tourstart enkele keren met u even grasduinen in de opmerkelijke gebeurtenissen van ondertussen 103 jaar Tour de France.

Misschien denkt u het vanavond ook wel na de pijnlijke nederlaag van Nederland in dat spelletje - we kunnen als we het over de dwangarbeiders op het stalen ros op de weg hebben moeilijk over een sport hebben als we even over voetbal spreken - dat zich momenteel in Duitsland afspeelt, de Goden zijn niet met ons. Of als God echt bestaat, dan waande hij zich vandaag een Rus met een fluitje. Of misschien gelooft u - volkomen terecht natuurlijk - helemaal niet in God. Misschien heet God voor u wel gewoon Allah, en verbiedt hij u om alcohol te drinken. Al had de Algerijnse renner Abdelkader Zaaf daar in 1950 blijkbaar geen last van toen hij met twintig minuten voorsprong op het peloton een fles wijn die hem door een toeschouwer werd aangereikt leegdronk, vervolgens tegen een boom in slaap viel en nadat het peloton hem allang terug gepasseerd was in de verkeerde richting terug vertrok. Hij zou de finish nooit meer bereiken en is vooralsnog de laatste Moslim waarvan iets noemenswaardig in de Touranalen werd opgenomen.

Nee, het wielrennen, dat is altijd sterk verbonden met de Christelijke religie geweest. In Italië laten veel renners nog altijd hun fietsen zegenen en offeren hun bloemen aan de Madonna del Ghisallo. Die werd door het Vaticaan aangeduid als de beschermheilige van de wielrenners. Er werd zelfs een kapel voor gebouwd in het kleine dorpje Magreglio. Als u ooit in de buurt bent, ga er even langs. Er liggen méér geofferde gele truien, fietsen, en prullaria dan waar menig wielermuseum over kan dromen te bezitten.

Trouwens, dat Vaticaan speelde wel méér eens een rol in het wielrennen. Meer nog de Paus hetzelve won ooit de Tour. U weet er niks van? We halen even het verhaal van de Tour van 1948 naar boven.
Voor het Italiaanse team is de oude krijger Gino Bartali de enige hoop. Getekend door de naweeën van de Tweede Wereldoorlog was het ondertussen al tien jaar geleden dat hij de Ronde van Frankrijk had gewonnen. Kaler en zwijgzamer dan toen, en vooral door de oorlog zijn mooiste jaren ontnomen heeft hij eindelijk terug de moed om naar het land van de "vijand" terug te keren. Hij begint vol twijfels aan de Tour en halfweg La Grande Boucle staat hij al op twintig minuten van gele trui Louison Bobet.
Op dat moment staat zijn vaderland in vuur en vlam. De communistische leider Palmiro Togliatti is het slachtoffer geworden van een aanslag. Het land lijkt uit elkaar te gaan vallen en af te stevenen op een burgerloorlog. In het Vaticaan besluit Paus Pius de-veel-te-veelste dat hij het land (en vooral zijn Vaticaans-gezinde Christelijke regering) moet redden. Hij roept de diepgelovige Italianen op om te bidden voor Gino Bartali. Hij moet in de Tour voor de Italiaanse eer en vlag en God strijden. Hij stuurt een gezant naar Bartali met Zijn Zegen en een relikwie om hem sterkte te geven.
In de Tour ontvangt Bartali de boodschap. Hij toont zich ongevoelig voor de ijzige regen van de Izoard, sterker dan de sneeuw op La Chartreuse. In de verschrikkelijke rit naar Aix-les-bains doet Bartali.nog maar eens het onmogelijke. Waar tegenstanders in een Siberische koude letterlijk de ijspegels van hun kin moeten rukken en wit zien van de rijp zet hij door. Hij vernedert de tegenstand en wint de Tour met nog bijna een halfuur voorsprong op de rest. "God en Italië gaven mij de kracht" verklaart hij. Het wielergekke Italiaanse volk ziet er een teken in en de dreigende burgeroorlog is afgewend. Bartali schenkt de gele trui en zijn fiets aan het Vaticaan. "De Zege van de Paus" kopt de Gazzetta ...