London 2005 (deel 5)

Over een trip waarin ik zou willen blijven hangen. Over een stad waar ik verliefd op werd. Over illusies en angst. Een serie.

Wat vooraf gebeurde:

London deel 4

Ik sliep die nacht slecht. Een psychedelische droom zorgde voor het nodige woelzweet. Een brandende Big Ben, een manisch schreeuwende Hess in de Tower of London en tussendoor snelle stroboscopische beelden van de Grote Brand. Op de achtergrond muziek van U2. The horror...the horror...

Geschreeuw en gestamp. Getrek en geduw. Lakens vielen van mijn klamme lichaam en een ranzige groene rochel ontsnapte uit mijn ruwe en droge keel. Voor een moment kreeg ik last van een gigantische paniekaanval. Waar was ik en vooral, waarom? Ik maakte flink wat lawaai zodat mijn maitresse uit haar slaap gewekt werd. Ik kwam enigzins bij mijn positieven toen ze gehurkt aan mijn mandje stond. Zelfs in de vroege ochtend zag ze eruit alsof God zelve tijdens zijn welverdiende VUT nog aan het hobbyën was geslagen. Ze had het schijnbaar koud gehad die nacht, aangezien ze gekleed was in een outfit waarin je normaliter alleen eskimo's tijdens een vakantie te Costa Rica aantreft.
Ze keek me bezorgd aan en vroeg met een hese ochtendstem of alles wel oke was. Ze liep naar beneden om thee te zetten en liet mij even op adem komen. Haar heerlijke heupen wiegden zo lieflijk op en neer, maar tegelijkertijd ook zo vreselijk alle kanten op. Ik was ontzettend bang dat ze op die manier uit de kom zouden raken. Dat ik haar dan beneden aan de trap weer bij elkaar zou moeten vegen en dat ik haar kont moest vasthouden om haar heupen weer goed terug in haar onderlichaam te draaien. Ik wachtte. Geen schreeuw van pijn, maar een definitieve harde deurklap.

Ik ging rechtop in mijn kribbe zitten en bekeek haar kamer eens goed. Gisternacht al een gedeelte van gezien, maar toen zonder lagen stof. Niet bepaald een poetstype. Enkele schilderijen van haar eigen zachte hand waren heel subtiel in een hoekje gezet. Subtiel genoeg in elk geval om je nieuwsgierigheid te doen wekken om stiekem een kijkje te nemen. Laat ik nu net niet van dit soort uitnodigingen houden. Ik zou het terloops wel eens aankaarten. Ergens op het einde van het weekend als ze genoeg hintjes zou hebben gegeven over haar eigen onzekere kunstuitingen. Al dat soort beginnende schildermutsen wachten met smart op reacties van zogenaamde kenners. Of mensen die zich als kenners voordoen, zoals ik. Posters van grijze filosofen en geschifte componisten sierden de donkergele slaapkamerwand. Ik gooide de vieze, natte dekens van me af en liep naar het dakraam om wat frisse Britse lucht door de kamer te laten waaien en genoot intens van de vroege morgenstond. Ik veranderde van boxer en graaide in mijn rugzak naar een vers, niet naar kroeg stinkend T-shirt. Mijn jeans van gisterenavond zag er nog geciviliseerd genoeg uit om aan te trekken. Ik sloop zachtjes de trap af naar beneden, bang om de andere huisgenootjes wakker te maken.

Ze keek ochtend-tv, bood me een kop thee aan en concentreerde zich vervolgens weer op het zuinige mondje van de nieuwslezer. Een heftige verkrachting in een speeltuin midden op de dag, twee popsterren die betrapt waren bij een Neo-Nazi bijeenkomst, een aanslag hier, een zelfmoordcommando daar en natuurlijk het immer grauwe weerbericht. Niets mooiers dan ochtend-tv, het geeft je meteen een stoot adrenaline om de dag goed te beginnen. Na de nieuwsuitzending is het dan tijd voor kinder-tv. Ik begrijp nog steeds niet waarom alle grote TV stations over de hele wereld de in de ochtend zo cynisch programmeren. De ene Islamiet is nog niet bij elkaar geveegd of de Teletubbies staan al klaar met hun acid-gebrabbel. Ze stond op, smeet mij de afstandsbediening toe met de mededeling dat over twintig minuten een bus vertrekt naar het centrum alwaar onze eerste activiteit op stapel staat. Terwijl zij zich douchte las ik een oude tabloid van een aantal weken geleden. Het zachte geluid van douchedruppeltjes haalde mij uit mijn leesconcentratie. Hoorde ik haar zachtjes zingen? Ik sloop naar de douchedeur en legde mijn oor te luister.

'oh when the saints...go marching in'.

Ze had een lieve, rustige en licht vibrerende stem. Precies zoals er door een engelbewaarder vroeger voor je gezongen werd als je bang was in het donker. Volledige rust en kalmte, zoals lavendel in de late avond. Van geen enkele vrees bewust en geen spoor cynisme te bekennen, zoals de eerste speelkwartieren in de zandbak op de kleuterschool.

Klik. De deur ging open en gewikkeld in een handdoek stond het wereldwonder voor mijn neus.

'Oh when the saints ...go marching in'.