Wil jij in Antwerpen wonen?

Van onze gastcolumnist SCH:

Of we al dan niet in Antwerpen willen wonen, wat gaat dat oma nou helemaal aan?

En ja hoor, we zijn nog geen vijf minuten in Antwerpen of hij stelt DE vraag al. "Wil jij in Antwerpen wonen, Jaap." Voordat we op de kersmarkt zijn (zeven minuten verderop), heeft David zijn mening al zeker vijf keer bijgesteld. Van "Ik zou hier absoluut niet willen wonen", via "Misschien zou ik hier best willen wonen", langs "Dan zou ik wel in het centrum willen wonen", tot "Ik blijf toch liever in Utrecht wonen." Het is nog maar half twaalf, ik heb al dagen last van mijn rug en het is ook nog eens berekoud. Dit gaat me het dagje worden. Het is me ingepeperd dat we niet voor zes uur uit Antwerpen zullen vertrekken. Protesteren is sowieso zinloos.

Niet dat ik er tegenop zag of dat het enorme belasting is. Een dagje met David, een autistische jongen van dertien waar ik bevriend mee ben en mee optrek (zie eerdere columns), op stap is een feest, omdat hij er zelf zo intens van geniet. Hij staat kleumend buiten op me te wachten en heeft die nacht weer nauwelijks geslapen van opwinding. David gaat voor het eerst naar het buitenland. "Ben je ook zo zenuwachtig Jaap", vraagt hij als we de A27 richting Breda opdraaien. "Ik ben niet nerveus", zeg ik, "maar ik heb er wel heel veel zin in." Gepokt en gemazeld als ik ben, weet ik inmiddels wat ik ongeveer moet zeggen om zijn euforie en opwinding een beetje in evenwicht te houden.

Alleen al voor kinderen zou er iets van een douane in ere moeten worden gehouden. Een kereltje in een grappig pakje dat naar zijn paspoort zou vragen doorspekt met allez en manneke. Nu rijden we zomaar het Vlaamse land in en is het eerste echte Belgische moment dat aan de balie van het Hema-restaurant waar we kaasbroodjes met cola kopen. David zegt net iets te hard "Wat praat die mevrouw vreemd, Jaap!" Waarna ik hem uitleg dat dat Vlaams is en hier normaal. Hij is niet te overtuigen: wij praten normaal en die mevrouw doet raar.

Het vraagstuk rond wonen in Antwerpen blijft de hele dag actueel en zal zonder overdrijven honderden keren de revue passeren. Het is als een melodie. Op het ritme van zijn vragen en zorgen zwerven we door de stad. Al is er ditmaal één nieuw aspect: of ik niks tegen oma wil zeggen. David woont bij zijn oma en die heeft hem blijkbaar ditmaal heel erg duidelijk gemaakt dat ze komende weken niet wil lijden onder zijn obsessie. Na eerdere bezoekjes aan Scheveningen, Vlissingen en Texel bestookte David zijn oma wekenlang obsessief met de vraag of ze in die plaatsen zouden gaan wonen. Het heeft effect: we spreken af hierover niks aan oma mede te delen. Of we al dan niet in Antwerpen willen wonen, wat gaat dat zijn oma nou helemaal aan?

Blijkbaar is de vraag over het wonen voor David de manier om zich in een nieuwe plaats te bepalen, net zoals we de hele dag door ouwehoeren over de vertrektijd. Tijd en plaats, die moeten helder en duidelijk zijn. Ook als we de vertrektijd al zeker vijftig keer definitief hebben vastgesteld op zes uur, moet dat toch nog opnieuw worden verordonneerd. Om tenslotte om kwart over vijf de auto op te zoeken omdat we beiden koud en moe zijn. "Kwart over vijf is een perfecte tijd om weg te gaan", stelt David tevreden vast. En zo is het.