Even stilte aub

Eigenlijk had ik op deze plaats best iets willen zeggen over Salomon Kalou, misschien wel de eerste Afrikaan in Nederland die we bijna smeken om te blijven. Over het feit dat bondscoach Marco van Basten hem al min of meer een plaats in de selectie voor het wereldkampioenschap heeft beloofd en of dat wel zo logisch is. Maar de zin en de noodzaak ontbreekt me even.

Wellicht had ik kunnen verhalen over de vreemde situatie in Roosendaal, waar trainer Dolf Roks in de ochtenduren werd ontslagen. In de loop van de dag stond hij echter nog weer als oefenmeester op het veld, omdat de spelers de voorzitter hier om gevraagd hadden en deze overstag ging. Merkwaardig, maar eigenlijk kan ik er momenteel alleen mijn schouders maar over ophalen.

Hoe verdiend het ook was geweest als Vitesse, dat ook het vertrouwen in de trainer uitsprak na een tegenvallende start van het seizoen en nu ineens weer hoog geklasseerd is, onderwerp was geweest van een column; ik voel de behoefte even niet. Zoals ik ook geen heil zie in schrijven over de teloorgang van Ajax. Het zal wel.

Hier had misschien ook een lyrisch verhaal over Zoro moeten staan. Zoro, een Ivoriaanse verdediger van Messina, die te maken kreeg met racistische bejegeningen van fans van Internazionale. Hij stapte met bal en al van het veld en stelde zo eindelijk eens een daad. Dat er uiteindelijk verder werd gevoetbald was bijzaak, maar er werd tenminste eens lef getoond door een speler. Hoe mooi en belangrijk ook, zou het zinnig zijn?

Want de noodzaak van een mooi verhaal over voetbal ontgaat me op dit moment even. Dat heeft te maken met het overlijden van David Di Tommaso, verdediger van FC Utrecht. Di Tommaso werd geboren in Frankrijk en had een achternaam die een bepaalde kunstzinnigheid verraadt. Die zat ook in hem, in zijn linkerbeen. Gezegend met een fraaie trap, jeugdinternational geweest voor Frankrijk en neergestreken in Utrecht. Daar speelde hij wel wat onder zijn niveau, maar dat was aan zijn spel nooit zichtbaar. Nooit maakte hij misbaar over onvolkomenheden van teammaats. Hij ging voorop in de strijd en werd in razend tempo populair in Utrecht.

Hij is nu niet meer. Een jonge man van zesentwintig, net een jaar ouder dan ikzelf. Ging 's morgens naar zijn werk, zoals altijd. Hij trainde bij Utrecht, was vast nog opgetogen over de knappe zege op Ajax van een dag eerder. In de avonduren bezocht hij nog een restaurant en dacht bij thuiskomst dat hij iets verkeerds had gegeten. Ging vroeger slapen, om nooit meer wakker te worden. Gewoon, zomaar, van het ene op het andere moment.

Natuurlijk, ik begrijp heel goed dat dit nooit het nieuws gehaald had, was hij geen voetballer geweest. Was hij een stratenmaker of een buschauffeur, dan had niemand iets geweten. Maar maakt dat het minder erg? Of de andere gevallen erger? Bovenal was Di Tommaso namelijk echtgenoot en vader. Hij laat een jong kind achter en een jonge vrouw, in een vreemd land. Diep tragisch.

Want, zoiets komt bij mij altijd hard aan. Zeker omdat ik, en velen met mij, van al die voetbalzaken nog wel eens een hoofdzaak wil maken. Bij een gebeurtenis als deze besef je dan ineens weer hoe betrekkelijk dat allemaal is. Wat maakt het al dan niet behalen van Europees voetbal dan uit? Zal men er in Utrecht om malen of ze negende of tiende worden op moment, om maar wat te noemen? Nee, natuurlijk niet.

Desondanks draait de voetbalwereld gewoon door. Niet onlogisch, zo gaan die dingen. Maar vreemd is het wel. Ik weet dat ik me dit weekend ook wel weer druk zal gaan maken over de bijzaken op de groene mat, maar neem me wel voor om een momentje stil te staan bij David Di Tommaso. Bij de man die ik op 19 november nog zag voetballen in Breda, toen zijn club bij NAC op bezoek was. Tien dagen later was hij er niet meer. Gewoon even stilte, heel even maar. Opdat we hem nooit vergeten. David, rust zacht.