Een stoere stopper zwaait af

Sommige jongens worden geboren om voorstopper te worden. Een bal achter het standbeen, een rij scharen, dribbels; het interesseert ze geen zier. Ze willen blubber aan de poten en met een vieze broek het veld af. Ze hopen in hun hart op regen, lekker slidings maken. Ze doen nooit gekke dingen, maar schakelen de spits uit. Desnoods met venijn, maar scoren zal hij nooit, niet tegen hen. Jongens die uiterst bruikbaar zijn in de eredivisie en in een goed klimaat zelfs Oranje kunnen halen. Types als Adri van Tiggelen en als Tieme Klompe.

Klompe debuteerde als Groningse student in het eerste elftal van Heerenveen. Waarom die toevoeging op Studio Sport in het begin altijd achter zijn naam werd geplakt, is eigenlijk vreemd. Was het omdat voetballers vaak niet studeren? Of wellicht omdat hij als Groninger voor de Friese topclub speelde? Dit werd nooit echt duidelijk. Wel werd al snel duidelijk dat Tieme Klompe een ouderwetse verdediger in hart en nieren was.

Vijf seizoenen lang was Tieme basisspeler in Heerenveen. Onbetwist, mogen we wel zeggen. Hij miste her en der eens een wedstrijdje, door een blessure of een schorsing, maar anders was hij van de partij. Doorgaans samen met Johan Hansma. Klompe paste prima bij Heerenveen. Een jongen zonder poeha, die gewoon een lekker potje kwam voetballen. Hij reikte met zijn club zelfs tot in de Champions League. Nuchtere Tieme in de wereld van de glitter en glamour, waar tegenstanders van dure ploegen hun gelakte haren met bandjes in model houden.

Het zal hem niet uitgemaakt hebben. Na de wedstrijd kan je wel weer douchen en je coupe fatsoeneren, zoiets. Tieme ging het veld in en speelde zijn wedstrijd. Hij was niet iemand die je een berg opdrachten gaf. Nee, Tieme ging met slechts één enkel doel het veld in: zijn directe tegenstander moest van scoren afgehouden worden. Hoe maakte hem weinig uit. Ik verdenk Foppe de Haan ervan zijn besprekingen standaard beëindigd te hebben met de woorden "Tieme, voorstopper". Waarop Tieme alleen maar knikte. Zo'n kort knikje, nauwelijks zichtbaar voor hen die er niet op letten.

Mon Dieu, Tieme Klompe? Dat was toch geen voetballen! Tieme danste niet over het veld, als een prima ballerina. Tieme waagde zich zelfs niet aan de tango. Ja, misschien de tango der defensiespecialisten. Voetbal is in wezen een simpel spel en dat moest het maar blijven. Voor de man komen, de weg naar de goal afsnijden. Dansen kan dan wel in de kleedkamer, als de punten binnen zijn. Tieme marcheerde over het veld en maakte als een mineur in een Stratego-spel vijandelijke bommen onschadelijk.

Helaas voor Tieme kwam de klad erin. Zijn grootste tegenstander werd niet meer die spits van de tegenpartij, die hij in bedwang moest houden, maar het blessurespook. Keer op keer dook het op. Vanaf de zomer van 2002 speelde Klompe nog slechts dertien wedstrijden in de eredivisie. Dit seizoen ging hij het nog één keer proberen. Als amateur verbond hij zich aan FC Groningen. Het ging niet meer. Zijn laatste actie in het betaald voetbal is een venijnige schop bij een cornervlag. Een laatste keer liet Klompe zien dat hij niet met zich laat sollen. De tijdrekkende tegenstander ging kermend neer, Tieme kreeg rood en verliet het veld. Om nooit meer terug te keren, blijkt nu. Dat is jammer en een onwaardig afscheid voor deze speler. Afgekeurd. Hij zal het aangehoord hebben en wellicht kort geknikt hebben. De dokter zal het niet hebben gezien.

Hoewel de voetballerij nauwelijks tijd heeft om stil te staan bij zijn slachtoffers, verdient hij meer dan een afscheid in stilte. Een groot feest zal heus niet hoeven. Bloemen en een toespraakje, geen poespas, maar een blijk van waardering. Waarna hij met een nauwelijks merkbaar knikje afscheid kan nemen. "Tieme, voorstopper." Het zal een eeuwige echo in zijn hoofd blijven, die hij zal aanhoren met een tevreden glimlach, maar evengoed een beetje weemoed. Voorstoppers breken echter zelfs tranen. Geen doorkomen aan. Vaarwel Tieme Klompe, stoere stopper.