De echte vedette van Oranje

Toen Marco van Basten in de nazomer van 2004 werd aangesteld als opvolger van Dick Advocaat, was één van zijn taken het formeren van een nieuw elftal. Het volk was uitgekeken op enkele spelers en Van Basten moest fris bloed in de ingedutte nationale voetbalelf brengen. Iedereen met een beetje verstand van voetbal weet dat trainers in dat geval altijd terugvallen op enkele routiniers en rond die kern de groep vernieuwen. Dat was met Van Basten niet anders. Door omstandigheden viel Edgar Davids na een tijdje een flinke periode weg en moest Van Basten op zoek naar een andere aanvoerder. Dat werd Edwin van der Sar.

Van der Sar, gewezen goalie van Ajax en Juventus. Destijds keepend voor het Engelse Fulham. Geen topclub, maar wel uitkomend in een aansprekende competitie. Van der Sar, die zijn plek onder de lat in Oranje voor het eerst in nam in Minsk, tijdens één van de slechtste interlands van Oranje ooit. Groeide echter uit tot een vaste waarde, al sinds 1995. Slechts blessures konden hem aan de kant houden, de concurrentie nimmer. Zelfs niet toen er kortstondig werd getwijfeld aan zijn onaantastbare positie en mensen als Ronald Waterreus, Sander Westerveld en zelfs Maarten Stekelenburg voorzichtig naar voren geschoven werden.

In Nederland zien we Van der Sar als lid van het groepje beste doelverdedigers in de wereld. Hij is een echte Nederlandse keeper, die perfect kan meevoetballen en niet schrikt van een terugspeelbal. Wereldwijd werd onze visie echter niet direct gedeeld. Van der Sar werd gezien als leuke subtopper, die toch echt achter mannen als Kahn, Buffon en Cech kwam, om er maar een paar te noemen. Dit stak Van der Sar zelf nog het meest.

De keeper ging jaren gebukt onder een eigen frustratie. Nooit was hij er in geslaagd cruciale reddingen te verrichten voor Oranje op een groot toernooi. Natuurlijk, tussen al die duels op Europese en wereldkampioenschappen zaten best goede. Soms zelfs fantastische. Maar nooit was er één die de historie in zou gaan. Die je voor altijd aan Van der Sar deed denken. De verloren strafschoppenseries werkten ook op hem door en vormden een onterechte extra ballast, die hij zichzelf oplegde.

Wie herinnert zich niet de vreugde van Van der Sar, toen hij op het EK van 2004 wel beslissend was in een strafschoppenserie? Nederland rekende af met een trauma en Van der Sar misschien nog wel het meest. Het lijkt nu, ruim een jaar later, een keerpunt. De keeper speelde als herboren. Weg was die penaltyduivel met die loden rugzak, die hem treiterde tijdens wedstrijden. Weg was het gevoel dat hij nooit beslissend was geweest.

Van der Sar werd onklopbaar. De stoïcijnse goalie haalde zijn schouders op voor de vele doelpogingen die spelers van Armenië tot Roemenië ondernamen. Zette een recordserie zonder tegengoals neer in Oranje, is nu ook al lang niet gepasseerd in kwalificatieduels en stilaan uitgegroeid tot de echte vedette van het nieuwe Nederlands elftal. Het maakt Van der Sar niet uit welke vier verdedigers er voor hem staan. Geen probleem voor hem, die vele wisselingen van de bondscoach. Laat ze maar komen, hij klaart de klus wel. Moedeloos worden ze ervan, de spitsen die weer een poging zien stranden op de vuisten van Van der Sar. Of op zijn been, zijn vinger, zijn hoofd, zijn grote teen wellicht, maar er ligt altijd iets in de weg. Van der Sar heeft acht armen, zo lijkt het wel. Het viel niet alleen ons op. Op respectabele leeftijd werd Van der Sar door Manchester United uitverkoren om het daar heersende keepersprobleem op te lossen. Ook daar kent Van der Sar een goede periode en krijgt veel lovende kritieken. Het ijskonijn is helemaal terug tussen de toppers en heeft dat helemaal zelf gedaan.

Nu Oranje zich heeft geplaatst voor het wereldkampioenschap, kan Van der Sar toewerken naar wat wellicht zijn laatste grote toernooi in Oranje gaat worden. Dit zal een extra stimulans zijn. Van der Sar zal op zoek gaan naar die ultieme redding, zoals die strafschop in Praag al een voorbode was. Hij wil de boeken in, met een foutloze wedstrijd waarin Oranje wel onder druk staat, maar dankzij hem een ronde doorgaat. Niet de dribbels van Robben, niet de meedogenloze ingrepen van Boulahrouz, niet de brille van Van der Vaart, niet de goals van Van Nistelrooij, nee, de reddingen van Van der Sar zullen straks van doorslaggevende waarde worden. Bescheiden als hij is, weet Edwin natuurlijk wel waar legendes geboren worden. Op grote toernooien. Het gaat hem vast lukken, ergens in juni 2006 gaat hij met een brede grijns als winnaar van het veld. In een groepsduel wellicht, liever nog verderop in het toernooi en als het even kan in de finale. Dan zullen de mensen, over de hele wereld, niet meer twijfelen in hun rijtje beste keepers. Buffon, Kahn, Cech, Van der Sar. Staat mooi, vindt u ook niet?