Nergens Eiland (2)

De koude wind woei in mijn shirt. Hij maakte mijn tepels hard en mijn vel tot kip. Enigszins ongemakkelijk probeerde ik op te staan, maar dat viel niet mede. Mijn lichaam voelde loodzwaar aan en mijn handen sliepen nog. Het was reeds pikkedonker en voor een moment was ik volledig gedesoriënteerd. Geen idee van tijd, geen besef van plaats.

Echter, het eiland zélf begon langzaam op krachten te komen. De onverzorgde, vrijgezelle mannen begonnen weer te drinken en de dames van plezier animeerden, menig verlopen zwerver in tochtige en donkere portiekjes. Restaurants gingen open en zelfs de buurtsuper sloot niet voor het dag werd. Het begon mij zo langzamerhand duidelijk te worden dat dit eiland een vrij gestoord ritme kende. Overdag slapen en des nachts leven. Er zat niets anders op dan me aan te passen aan deze biologische klok en te wachten op het daglicht om dan, hopelijk, een slaapplaats gevonden te hebben. Ik kon ook op het strand gaan liggen slapen en overdag waken. Misschien zou ik dan wel allemaal zaken zien die het nachtlicht niet konden verdragen en zou ik daar fantastisch journalistiek verantwoord verslag van kunnen doen. Echter, ik besefte ook meteen dat het maar beter was om me aan te passen aan 'het volk' aangezien ik hier nog een maandje moest vertoeven. En dan is het maar beter om vrienden om je heen te hebben.

Ik besloot mij te verplaatsen richting het centrum waar het uitgaansleven, aldus de brochure die ik nog immer bij de hand had, bruisend en spannend was. Dat was niet gelogen. Grote neonletters probeerden mij naar binnen te lokken. Elke lichtekooi, kroeg of club had zo zijn of haar maniertjes om zich aantrekkelijk te maken. Op dwingende wijze, dat wel. Ik werd er duizelig van. Zoveel keus en zoveel moois. Gigantische negers met dito saxofonen die me op stonden te wachten en me met hun knarsende doch prachtige tonen naar binnen wilden blazen, hoerige dames met veel te korte rokjes en krokodilleren laarzen, wenkend en spelend met mijn libido. Of wat dacht je van grappige lilliputters in clownkostuumpjes die me aan het lachen probeerden te brengen? Alles voor de zaak, alles voor de omzet.

Ik besloot plaats te nemen aan een toog van een tent die er enigszins betrouwbaar uitzag en waar fantastische muziek gedraaid werd. Ik hoorde de chaotische tonen van John Coltrane, Miles Davis, Eric Dolphy, you name it. Piep- en knorjazz. Voor veel mensen een marteling, voor mij een erotische oormassage. Tappend met mijn voeten dronk ik mijn eerste biertje. Nieuwsgierige toeristen namen een kijkje in de donkere kroeg maar vluchtten meteen weer naar toegankelijker vermaak. Het is soms heerlijk om je superieur te voelen. Zeker als het gaat om domme, vette en hippe toeristen met hawaïshirts en witte sokken.

De jazz klonk luider en chaotischer. De drums, de saxofonen en de bas begonnen allen een eigen weg te volgen. Ik kon maar niet kiezen met wie ik meeging. De barman vertoonde een sadistische glimlach terwijl hij de volumeknop langzaam verder open draaide. Zweet begon op mijn voorhoofd te verschijnen en mijn getap werd heviger en sneller. De ventilator ging sneller draaien, mijn brein ook. Ik stapte van de kruk en begon als een maniak te dansen. De stamgasten draaiden zich om en moedigden me aan in een taal die ik absoluut niet kon verstaan. De vloer, de aandacht, mijn voeten; dit alles was nu zoveel belangrijker dan een slaapplaats regelen. Ornette Coleman klonk uit de primitieve speakers, ook dát nog. Uren gingen dansend voorbij. Eenzaam en alleen, maar met alle aandacht op mij gevestigd. In mijn hoofd spookte enkel en alleen 'dans, dans, dans, dans en zwaai en dans en schreeuw.' De lachenden stamgasten klapten en moedigden me aan. Het tolde en het rolde, ik probeerde elke melodielijn te volgen mijn gehele lichaam. Mijn armen de bas, mijn benen de sax en mijn hoofd de drums. Alsof ik volledig door elkaar geschud werd, alsof men milkshake van me wilde maken. Dans, dans, dans. De volume werd nu nog harder gezet en het tempo opgekrikt. Ik kon niet meer, ik was kapot maar ik moest doorgaan. Voor wie? Met welk doel? Geen tijd voor vragen maar dansen, dansen, dansen.
De barman schaterde het uit en ik gebood hem te stoppen. Laat het stoppen! Alsjeblieft! Ik kan niet meer! Laat het verdomme stoppen!

Met een ruwe slag verwijderde de barman de naald van het vinyl. Met een smak viel ik op de grond, mijn lichaam nog nabevend. Ik had geen dorst, geen honger maar vooral geen gevoel meer. Ik had willen janken maar ik kon het niet, ik had manisch willen lachen maar niets zette mij hiertoe aan. Een zachte vrouwenhand streek door mijn haar. Haar potsierlijke ringen hypnotiseerde mij voor een moment. Ze knielde naast me neer en sprak een taal die ik alweer niet kon verstaan. Maar ik begreep meteen dat ik een slaapplaats voor die nacht gescoord had...