Ardi

Van onze vaste gastcolumnist SCH:

Ardi zit daar maar te zitten. Zijn kopje af en toe zo schuin omhoog naar ons terras met een hulpeloze blik in zijn ogen. Eerder iets van 'laat me maar' dan 'kom me redden'. Hartverscheurend en zo anders dan de Ardi die ons op de eerste dag van vakantie zo blijmoedig en brutaal aankeek.

Onze drie katten zijn altijd een beetje van slag als we op vakantie gaan. Dat laten ze merken door boven op de koffers te gaan liggen of ons parmantig de rug toe te keren met een houding van "Als jullie maar niet denken dat het mij iets kan schelen dat jullie mij zomaar in de steek laten." Uiteraard zorgen we dat er goed naar ze wordt omgekeken, dat er voedsel en water in overvloed is en dat ze hoe dan ook niet verpieteren. Maar het blijft een pijnlijk moment. We laten ze in de steek. Onze kinderen. Want hoe truttig en melodramatisch dat ook klinkt: die drie katten zijn onze kinderen. Zo voelt dat. Gelukkig hoeven we nooit op ouderavond of ze van feestjes af te halen maar we hebben er veel zorg om en krijgen veel liefde van ze terug. Net als bij kinderen. Het verschil is dat je kinderen meeneemt op vakantie en katten laat je doorgaans thuis.

Zo zitten we die eerste avond in ons huisje in de Ardennen zonder katten. Ik kijk door de glazen schuifpui in de duisternis en hallucineer. Twee onschuldige poezenoogjes kijken me aan vanuit het duister. Ik schud met mijn hoofd om de waan te verdrijven en kijk nog een keer. Verrek, het is er echt één. Een klein hummeltje van amper tien weken dat net zo schrikt van mij als ik van hem. We zetten een bakje met water aangelengde melk op het balkon en constateren de volgende ochtend dat het tot op de laatste druppel is leeggedronken.

Begin van de volgende avond is Ardi, zoals we hem genoemd hebben, er weer. Hij heeft drie broertjes en zusjes meegenomen, die we meteen vernoemen als Blackie, Blekie en Woelie. Bij de supermarkt kopen we de Franse variant op Whiskas en gemengde brokjes en tevreden kijken we toe hoe onze nieuwe kroost zich tegoed doet aan hun maaltje. Ardi is de brutaalste van het stel. Hij blieft geen anderen aan zijn bakje, slaat ze gewoon weg met zijn pootje, en durft het dichtst bij ons in de buurt te komen. Blekie en Woelie zijn heel klein en heel bang. Gelukkig ontwaren we op de vierde dag een grote poes die wellicht voor moeder of vader poes door kan gaan. Dat verlicht onze verantwoordelijkheid enigszins.

Wat een toeval en pret: zijn we even zonder kinderen, krijgen we zomaar een nestje tijdelijke pleegkindjes in de schoot geworpen. Het is geweldig om om de zoveel tijd zo’n klein koppie uit de struiken tevoorschijn te zien komen die duidelijk op voedselmissie is. We genieten ons suf. Totdat de poesjes wat vaker wegblijven en we Ardi zelfs drie dagen achter elkaar niet zien. We maken ons zorgen. En terecht. Ardi komt terug maar is een totaal ander poesje geworden. Zijn ogen staan raar en hij eet en drinkt niet meer en reageert nauwelijks nog op ons geroep. Alleen als we heel dicht in de buurt komen, loopt hij weg. Hij ziet er lamlendig uit en we weten het beiden zonder het tegen elkaar te zeggen: Ardi gaat dood.

Lieve, lieve Ardi. We kennen je nog maar net en toch is het afschuwelijk om te zien. Waarom zit hij trouwens dood te gaan vlak voor ons huisje?. Ardi zit aan de rand van de struiken zonder te bewegen, vrijwel de hele dag. Het is lief dat hij afscheid komt nemen maar moet het zo direct en duidelijk? Dan zien we Ardi niet meer en weten we zeker dat hij ergens is gestorven. Rust zacht, lieve Ardi. Wij zorgen nog wel even voor je broertjes en je zusjes.

Een paar dagen voor vertrek geschiedt een wonder. Ik zit in bad en spring en struikel eruit als ik Ardi's naam hoor schreeuwen. Hij is terug en hij eet! Ardi ziet er nog niet helemaal jofel uit maar hij doet het nog. Voor hoe lang is de vraag want het leven in de struiken is hard en hij zal ook zonder ons aan zijn kostje moeten zien te komen. Maar hij is er tenminste nog. Op de dag van vertrek is hij er, geheel tegen zijn gewoonte in, 's ochtends vroeg. Alsof hij afscheid komt nemen. We spreken hem bemoedigend toe en geven hem tips om te overleven. Tegen beter weten in natuurlijk want we zullen nooit weten hoe het verder met Ardi is gegaan.

Eenmaal thuis kijken onze drie katten ons aan alsof we zijn vreemdgegaan. Ontkennen heeft geen enkele zin.