Word leraar zeiden ze (12)

Wat las ik vanochtend in De Volkskrant? "Extra geld onderwijs lekt weg, budget gaat op aan bureaucratie." Wist ik het niet! Er ligt al enige tijd een brief van de Rector Magnificus op mijn bureau, waar ik me nu echt eens over moet buigen, want zo vaak krijg ik geen post van de hoger geplaatsten. Maar ik kom er maar moeilijk doorheen, want de eerste alinea gaat de hele tijd over invalshoeken bij de uitgangspunten over de voorgenomen samenwerking met respect voor de individualiteiten van de samenwerkingspartners. En zo. De Volkskrant meldt verder dat er vergeleken met 20 jaar geleden 2000 euro's per student meer besteed worden, en dat daarvan slechts tien procent ten goede komt aan het onderwijs: de rest gaat naar "administratie, beleid, beheer en papierwerk". Ik pak nog maar eens kopje koffie, bakkie troost, leut, pleur. Ik bedoel, weet iemand die aan een samenwerkingsverband van hbo en universiteit gestudeerd heeft het verschil tussen beheer, bestuur, administratie en papierwerk?
En er is geen kruid tegen gewassen, want zelfs door deregulering neemt volgens de krant de bureaucratie toe: "Door deregulering moeten scholen meer verantwoording afleggen. Daar zijn hele afdelingen mee bezig." Willen die afdelingen daar svp NU mee ophouden? Laat ze in Den Haag toch in hun sop gaar koken!

Gek word ik ook van die busschauffeursmetaforen de hele tijd. Hier, lees even mee met de rector magnificus: "Vertrekkend vanuit deze uitgangspunten" (dat is aardig, bij de uitgang vertrekken, zou je bij de uitgang binnenkomen, dan wordt het natuurlijk een zootje) "hebben stuurgroepen" (één chauffeur is kennelijk onvoldoende) "schakel-" (hup naar zijn vier) "en doorstroomprogramma's ontwikkeld die er toe leiden dat studenten via deze schakel- en doorstroomprogramma's kunnen instromen in WO-masters." Dus, resumerend, doorstroomprogramma's leiden er toe dat ik via deze doorstroomprogramma's kan instromen, halleluja, Panta Rei! Wie weet, als ik alles nou lekker laat stromen, urine laat klateren en tranen met tuiten huil, wie weet, wie weet, wie weet stroom zelfs ík dan nog een door. Of in. Of zij-in.

"Dankzij de enthousiaste inzet van vele betrokkenen in de stuurgroep" (ah, die betrokkenheid, het ontroert me, niet zomaar plaats nemen op een bankje in het midden, nee, betrokkenheid tonen bij het stuurproces en liefst ook nog een beetje enthousiast) "en elders zijn inmiddels aldus de eerste resultaten zichtbaar. Hierdoor gesteund gaan we geïnspireerd verder op de ingeslagen weg." Aldus? Begrijp ik niet helemaal.
Ben ook nog lang geen bachelor hoor, dus het zal wel aan mij liggen. Maar goed, men gaat door op de ingeslagen weg, en dat is het goede nieuws, want de stuurgroep is het dus kennelijk eens geworden over welke kant op te sturen, er is een weg ingeslagen immers.

Ik heb die vermaledijde brief nu toch bijna uit, dus het bonken achter mijn linkeroog neem ik voor lief en knal door met de laatste alinea. "Het vorige week door de Commissie Schutte uitgebrachte rapport heeft overigens geen nieuwe inzichten opgeleverd en heeft dus ook geen consequenties voor het primaire proces van onderwijs en onderzoek, noch voor het studentenbeleid of de samenwerking."

Ik wist van geen commissie Schutte, maar dat is kennelijk niet erg, want wat ze ook hebben zitten uitvogelen die commissieleden, de rector magnificus wist het al lang. Bewijst eens te meer dat je al die stuurgroepen, commissies, bestuursorganen en andere tramconducteurs maar het beste met een machtige pennenstreek van de begroting (ook nergens voor nodig, een begroting) kunt schrappen. Weg met die bureaucraten! Om het in de taal van de prof. dr. rector magnificus te formuleren: "Vertrekkend vanuit de ingang steeds enthousiast en geïnspireerd op de ingeslagen weg voort, tot u in een schakel-,in- en doorstroomproject terecht komt via welke u hopelijk snel een baan kunt vinden waarin u werkelijk wat betekent voor de mensheid. Bejaarden wassen misschien?"

Intussen komt er van mijn onderwijs bitter weinig terecht. Ik wilde mijn hoofdpijn die door de brief van de rector magnificus was opgekomen bestrijden met een frisse wandeling door het studielandschap. Maar dat bleek dicht. Dat wil zeggen, je kon de deur wel open maken en naar binnen lopen. Maar omdat de boswachter er niet was, kon je niks lenen. En omdat de computers stuk waren, kon je ook niks downloaden. Wel zaten er een stuk of veertien vrouwen hun schaal twaalf waar te maken - het vergaderde.

De vergadering verliep intens.
"Het heeft toch geen zin om de colleges van volgend jaar te gaan voorbereiden, als we daar volgend jaar tijdens de introductieweken, de kennismakingsweken, de gewenningsweken en de ontgroeningsweken noch in totaal, eh, ruim tien weken de tijd voor hebben?"
"Eens Anne-Jeanette. Komt bij, dat Lodewieke en ik al ruim zeventien jaar exact dezelfde colleges geven. Even laten stencillen en klaar weer."
"Dat zeg je nu wel zo makkelijk Hadewych-Beatrijs, maar heb je niet gehoord dat we per student nog maar 0,3 eurocent mogen uitgeven in het hele studiejaar? Als jij gaat lopen stencillen, schieten we zo door het budget van het komende decennium heen!"
"Meen je dat nu Mathilde-Leonieke? En hoe komt dat zo opeens? Waarom weten wij, als docenten toch direct betrokken, daar niet van?"
"Ja, belachelijk hè. Vind ik ook als Lonneke-Johanneke zijnde. Maar het schijnt dat er een vacature is voor een functionaris, die gaat zorgen voor kortere lijnen tussen de diverse projectvelden en het administratief ondersteunend centrum. Ook zal in een separaat project bekeken worden of we de faciliterende functies direct onder de diverse opleidingen zullen schuiven, of toch maar weer gecentraliseerd en in een intensieve samenwerking met de collega's van de Universiteit van Amsterdam, zoals laatst in een convenant is afgesproken en met een intentieverklaring is bekrachtigd."

Ik verlaat het Studielandschap, mijn hoofdpijn lijkt nog erger, en ik zet mij neer met een chocoladecroissant en een boek van Maria Montessori. Het boek is mij gaan haten, want het wordt steeds opgesloten in een donkere tas en van hot naar haar gezeuld en nooit eens lekker luchtig doorgebladerd. Maar nu dan, nu de computers dicht zijn en het Studielandschap kapot, of andersom, nu laaf ik mij aan de wijze woorden die in 100 jaar nog niets aan zeggingskracht hebben ingeboet. Tenminste, dat neem ik aan. Want al snel dwalen mijn gedachten af naar het afgelopen studiejaar. Hoe ik mij verzet heb tegen de intervisie, terwijl ik -achteraf gezien- me de moeite had kunnen besparen omdat er in totaal ongeveer drie bijeenkomsten zijn dóórgegaan. Hoe ik braaf op alle colleges ben verschenen - want ja, tussen alle project-, afrondings- en studieweken door was er echt incidenteel wel eens een les. En hoe ik me dapper door mijn stage op de Karrekiet heen heb geblunderd, en verdomd, begin deze week opeens het idee had dat ik het ooit nog wel eens ga leren, een horde onopgevoede koters temmen opdat ze zich kunnen verdiepen in roze toren, bruine trap en aluminium dildo.

Opeens komt er een ongelooflijk lekker ding de kantine binnengelopen. Het is Marieke. Ze wappert met een papier.
Ik begin van binnen te stralen, en vergeet al mijn boze gedachten over de hbo-bureaucratieën. Ze drukt haar lippen lang en vochtig op de mijne. Ja, nee, niet op die van de slungelige student naast ons die in zijn mobieltje zit te tetteren.
Na het zoenen begint ze te praten.
"Kijk: post van de testamentair elektrocuteur! Jij mag spreken op Henks crematie! En we zijn miljonair!"
Henks crematie? Dat lijkt me een beetje zonde van het gas. De goede man kan zo in een urn, sinds hij alle ampères van het verdeelstation Zuid door zijn donder heeft gekregen. Maar ach, baat het niet, schaden doet het ook niet en dat ik mag spreken is een joviaal gebaar van de familie. Ik ben in een klap over mijn dip heen.

Ik til haar op en we zwieren net als in een Hollywoodfilm een paar rondjes door de kantine. Anders dan in een Hollywoodfilm komt daarbij een prullenbak te vallen met een deksel met allerlei gaten erin, zodat koffiebekertjes er precies inpassen. Uit die prullenbak loopt een zwart spoor van koffierestjes met as.
"Ai. Dat moeten we wel even opruimen. Wacht, ik haal wel even een doekje."

Ja. Wat moet je anders. Je kan wel zeggen, ik ben nou toch rijk en ik piep wel iemand op van Randstad Uitzendbureau-heau, maar ik vind, normen en waarden die zijn er om te dingesen.

Dus zo eindigde het een en het ander. Eind goed al goed. We gaan vast nog lang en gelukkig en vooral heel rijk leven. Tja, wat nog te zeggen. Volgende week donderdag de laatste aflevering. Niet dat er dan nog veel te vertellen valt, maar goed, er waren nu eenmaal dertien afleveringen afgesproken. Dus er zit niet anders op.