Verloren teksten over Haar (1)

Het gaat wel over Haar. Haar als in Zij en in Ze. Ik noem geen namen omdat ik een aardige jongen ben. Ik had Haar al een hele tijd niet meer gesproken. Wat zeg ik, maar liefst vier maanden lang had ik geen contact meer met Haar gehad. Dat heb je wel eens met zogenaamde innige vriendinnen in je leven. Je zweert elkaar – al dan niet onder het genot van tergend veel alcohol in een veel te donkere kroeg omstreeks drie uur in de nacht – op een gegeven moment de eeuwige vriendschap. En dat terwijl je zo iemand het liefst helemaal lijp zou willen neuken in een koude schuur tussen het kriebelende hooi en waar kleine witte boerderijmuisjes over haar lieve, bezwete borstjes drentelen. Maar het lot beslist meestal anders. En dat is niet eens zo erg want zoals een oud Chinees spreekwoord luidt: beter een goede vriendin dan blaasontsteking oplopen in een seksschuur.

Hoe dan ook, ik kreeg niet zo gek lang geleden weer eens mail van Haar. Hoe het met me ging en of ik zin had om iets te gaan drinken. Drinken, daar ben ik altijd wel voor in. Veel graag, in grote kannen en met harde muziek.
Tot zover niets aan de hand. Drinken, praten of desnoods kletsen. Dat is overigens een enorm verschil, wist u dat? Praten is spreken over belangrijke zaken zoals daar zijn: NOVIB, de Europese grondwet of over een mislukte relatie van drie jaar geleden. Kletsen gaat meestal over een mislukte relatie van twee weken terug, het nieuwe koffiezetapparaat of de vreemde wederwaardigheden van meneer Van Köthoven drie straten verder.
Kletsen, praten, drinken en Haar. Die combinatie leek me wel leuk voor een uurtje of één. Ik heb een gigantische hekel aan sleur en ben mensen snel moe dus het moet wel opschieten. En terwijl ik me dat zo zat te bedenken viel me opeens te binnen dat ik zoveel van Haar gehouden heb.

Ik schrok ook meteen van de serieusheid die onze vriendschap zo tekende. Nachtenlang gezwam over onze diepste geheimen en verlangens. Over onze angst voor de mensheid, de wereld of hogere machten. Over ons geluk. Alles werd besproken. Tranen vloeide bij tijd en wijle en er werd hartstochtelijk gelachen. En de absolute zekerheid die we over elkaar hadden. We zouden elkaar nooit maar dan ook nooit vergeten of verliezen.

Gelul. Dom en naïef gelul. Maar wisten wij veel? Van cynisme hadden we nog geen kaas gegeten. Althans, ik niet. Maar goed, iets drinken, wat praten en Haar weer zien. Met enige tegenzin mailde ik Haar terug dat het oké was en er volgde een zakelijke mailwisseling aangaande plaats en tijd van de afspraak. Het werd een zaterdagmiddag in een overvol winkelcentrum.
Daar stond ze. Met permanent in het haar. Daar had ze toch een hekel aan? Lachend en met een zwakke handdruk verwelkomde ze me. Jakkes, wat heb ik een grafhekel aan zwakke handjes. Een stevige handdruk is het halve werk, zeg ik altijd maar. Van zo’n klef, warm, zweterig handje krijg ik altijd het idee dat ik met een lap vlees te maken heb die toevallig kan praten.
Ze had ook vreselijke bruine lippenstift op haar smoel zitten. Ik had Haar het liefst een flinke hoek willen geven maar dat schijnt niet te mogen bij vrouwen. Ike Turner mocht dat dan weer wel, maar die had er ook een goede reden voor. Tina Turner ging er immers een stuk beter van zingen.

Zij begon me behoorlijk op de zenuwen te werken. Mijn god, daar ging ook nog eens de telefoon. Met een vreselijk Brabants accent nam Ze op. Waar heeft Ze dat in hemelsnaam geleerd? Ze had zo’n lief, grappig stemmetje. Wie is dit?! Nou, dan maar iets drinken. Wellicht kan alcohol nog de pijn verlichten. Maar ook dat kon ik vergeten. Tomatensap dronk Ze. Met een rietje. En tot overmaat van ramp moest ze ook nog eens ab-so-luut niet lachen om mijn, toch wel briljante, grappen. Ze vond me een beetje kil en recalcitrant geworden. Het bleef een tijdje stil tussen ons. Ik probeerde nog wat flauwe en luchtige dingen te zeggen maar niets hielp. Ik besloot af te rekenen en Haar de smoes voor te houden dat ik nog een belangrijke afspraak had. Buiten gekomen zei Ze nog zachtjes dat ze het anders had voorgesteld. Ik gaf Haar een zoen en fluisterde in haar oor: ga heen en kom nooit meer terug. Het is niet meer. Dit was het. Één keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie. Maar ook dat is onzin. Laten we zwijgen en gaan. Het gaat je goed.

Met een verbaasde blik keek ze me na. Ik zuchtte tevreden en zette het op een huppelen.