De huisvrouwen van De Witt

Het is een dag in mei. Naast je ligt een vrouw met een leeftijd tussen de veertig en vijfenvijftig jaar. Het is jouw vrouw. Ze is wat mollig, maar niet overdreven dik. Zo nu en dan maak je daar een semi-grappige opmerking over of zo nu en dan iets groffer wanneer ze toch al met hoofdpijnen op de bank ligt, of een keertje extra opschept, omdat ze hongerig is na een hele dag poetsen, of net als jij een zak chips nuttigt, of... - ondertussen moet het wel beginnen te dagen wat voor lul je bent. Maar toch, ze kan het wel hebben; de dikke schat (Ha!).

Nadat je gewassen bent en nog steeds uit je bek en elke porie van je lijf stinkt, kom je beneden om naar je werk te gaan. Elke ochtend weer ligt er een foliepakketje klaar voor je. Zes boterhammen. Twee met ham, twee met oude kaas en twee met boterhammenworst. Heerlijk, want je houdt niet van verandering. Een keer had ze er smeerkaas op gedaan, maar dat beviel niet en dat heb je haar laten weten ook. Net zoals die keren, dat ze eens wat speciaals wil koken. Je wil niets speciaals, en wanneer ze toch eens een poging doet om couscousmix met rijst te willen eten, warm je snel een pizza op, terwijl je een opmerking maakt over de bestofte lampenkappen en de strijk van anderhalve dag die nog steeds niet gedaan is.

Je kinderen zijn het huis uit. Allemaal gelukkig met een eigen gezin. Met een van je zoons heb je nog maar weinig contact. Hij neeg altijd al meer naar z'n moeder, maar de laatste jaren lijkt het nog erger te zijn geworden. Kennelijk hebben jullie elkaar niets meer te zeggen. Toch was hij er pas op je vijftigste verjaardag. Een machtige dag die je vrouw helemaal had georganiseerd. Even schittert ze weer zoals toen je haar hebt leren kennen. De vrouw die communicatief is en graag socialiseert, de vrouw die uiting geeft aan haar creatieve impulsen en in de feestelijke jurk valt haar buik ook niet zo op. Zelfs in het licht van de zaal waar het feest plaatsvond leken haar grijzende haren weer de blonde glorie van weleer te hebben. Ze was zo mooi...

Het is een dag in mei. Je komt thuis van je werk, maar je vrouw is er niet. Ze is naar therapie. Groepstherapie. Met andere vrouwen. Waar zij praten over hun bekommernissen. Je weet niet waar ze het over hebben. Af en toe vraag je er wel naar, maar een duidelijk antwoord krijg je niet. Stiekem weet je wel waar het over gaat. Haar familie die je nooit echt hebt gemogen, de kinderen waar ze niet meer voor kan zorgen, omdat ze volwassen zijn, tegenslagen op het werk en het aftakelen van het eens mooie vrouwenlijf. Je vloekt even flink op haar familie en nestelt je met een sigaret in je luie stoel. Jouw luie stoel en verkneukelt je al op het avondeten, dat je vrouw om vijf uur na therapie zal bereiden.

De telefoon rinkelt. Het is een vriend. Zo nu en dan bellen jullie elkaar, de vrouwen zijn immers op therapie. Hij wil wat afspreken in de kroeg met nog wat andere maten en kennissen. "De vrouwen zijn er toch niet!", roept hij met een lach.

Inderdaad, de vrouwen zijn er toch niet.

..."Men just aren't the same today"
I hear ev'ry mother say
They just don't appreciate that you get tired
They're so hard to satisfy. You can tranquilize your mind
So go running for the shelter of a mother's little helper
And four help you through the night, help to minimize your plight...

Rolling Stones - Mother's Little Helper
Aftermath (UK) 1966