Herfst in muziekland

Hoera, hoera! De bladeren dwarrelen zoals elk jaar in velerlei kleuren van de bomen. Een stortvloed van verschillende tinten geel, oranje en poepbruin. Het is herfst! Dat geldt ook voor muziekland, want de herfst is misschien wel de leukste periode van het jaar voor de muziekliefhebber: teveel nieuwe releases om het allemaal te kunnen kopen, elke dag wel een leuk concert en verder ideaal weer om Joy Division weer eens uit te kast te trekken om vervolgens keihard onder een uitvallende eikenboom te draaien met een touw in de hand!

Na enkele maanden verstikkende hitte ben je ook wel toe aan wat nieuws, want dat zomerse komt je op een gegeven moment ook de strot uit, althans, de mijne, want het is toch niks om met temperaturen van boven de twintig graden nog te blokken op vreselijk interessante wetenschappelijke wetenswaardigheden. Nee, het is tijd voor de herfst en met de herfst ook bands die na een zomer van festivaltours of hard werken in de studio met iets nieuws komen.

Terwijl het buiten regent, stormt, dondert en bliksemt, gieren de wilde klanken van gitaar, altsaxofoon en andersoortige herrie wederom door mijn kamertje. De speakers werken op volle toeren, want het is me toch wat, wekelijks komen er tientallen platen uit waar ik eens van zou willen proeven; een versgebakken nog dampende appeltaart waar ik met volle overtuiging de tanden in zou willen zetten!

In de platenzaken is het een drukte van belang - ondanks dat hoerige gedownload wat tegenwoordig zo populair is -. Mensen vechten om de nieuwe cd’s van hun favoriete broddelaar, er wordt gescholden om een plekje bij de koptelefoons om even te horen of het toch allemaal wel zal bevallen en bij de kassa’s staan lange rijen van muziekfanaten die zo snel mogelijk willen afrekenen om zich met hun nieuwe aanwinsten naar huis te snellen en zich daar over te geven aan de nieuwste creaties van de muziekproducerende medemens. Als een achttienjarig meisje dat zich met haar wulpse lijfje en puntige prammen in de armen van haar ietwat oudere minnaar stort na een leven van geheelonthouding.

Ja, hier bloeit wat moois, want een nieuwe plaat betekent vaak ook een nieuwe tour en daar zit toch iedereen om te springen. Dat zijn toch de dingen waar ik als muziekfanaat naar toe leef; mijn helden in het echt te aanschouwen. Een vleesgeworden oorstimulatie. Ik durf met zekerheid en vol zelfvertrouwen te beweren, dat een deel van mijn leven in het teken staat van het concertbezoek. De hele zomer heb ik hard getraind om mijn armen weer in vorm te krijgen, want twee van die kippenpoten vanonder een duister shirt met daarop de meest helse metaltaferelen bij een jazzconcert is geen gezicht! Eigenlijk is het nergens een gezicht, maar je moet niet te kieskeurig zijn. Mooie spierkabels, die beginnen te tintelen van begerige blikken en aanrakingen van vrouwelijk schoon dat ‘toevalligerwijs’ passeert.

Enfin, ik dwaal af, want wat ik werkelijk aan wilde stippen, is het wonder van de concertopleving na de zomervakantie. Er gaat niets boven het bekijken van je favoriete bandjes en artiesten in donkere rokerige zaaltjes waar maar net enkele honderden mensen inpassen en waar je bovendien met je neus op de band gedrukt staat. Stel jezelf eens voor hoe enorm erotisch het is om je te verliezen in de muziek, terwijl een duistere herfststorm het leven buiten tot een ondraaglijke marteling maakt. Een complete tegenstelling, die de concertbelevenis naar een nieuw hoogtepunt brengt.

Het is nu wel duidelijk dat de herfst in mijn leven als muziekliefhebber een bijzonder plekje inneemt. Daar kan ik nog uren over door blijven dralen als een eenzame winternacht met de deprimerende klanken van Joy Division of The Sound, maar wellicht dat mijn schrijven dan andere herfstgenieters, net als bovenstaande bands, naar het touw doet grijpen.