Stilte alstublieft

Het is vrijdag 23 juli 2004, de laatste dag van de vierdaagse van Nijmegen. Ik reis, zoals iedere werkdag, naar Utrecht om mij weer eens bij mijn baas te melden. Omdat ik lekker weg wil duiken in mijn boek heb ik heel bewust de stiltecoupé opgezocht in de trein. Hier is het lekker rustig en er mag geen klote mobieltje rinkelen. Ik word zo moe van beltoontjes en mensen die denken dat ze zo luid moeten spreken dat ik vaak denk: "hang maar op joh, ze verstaat je zo ook wel." De coupé is leeg en ik begin in mijn bundeltje verhalen getiteld "Bob ontmoet".

Bij het eerstvolgende perron stappen twee vrouwen in die, gezien de stemming en de uitrusting, duidelijk een dagje zijn gaan shoppen. Deze goed gemutste mutsen nestelen zich op de bankjes en beginnen te ouwenelen. Ik sta op en zeg: "Pardon dames, ik wil niet vervelend zijn, maar u zit hier in een stiltecoupé." Een van de dames beweert het niet gezien te hebben en ze verlaten het treinstel. Ik ga lekker zitten en zoek op waar ik gebleven was in het verhaal.

Een station verder stappen weer mensen in, deze mensen hebben er echt zin in. Hun bulderende gelach had ik al gehoord voordat ze de trein in waren gestapt. Het lijkt wel alsof een kudde olifanten binnenstormt, zo hard stampen ze op de trappen. Ze ploffen naast en tegenover mij neer en kletsen en giechelen als schoolmeisjes die hun eerste dagje uit hebben zonder hun ouders erbij. Ik probeer verder te lezen, maar dit wordt zwaar verhinderd door de dame naast mij die niet stil kan zitten en door haar omvangrijke postuur het onmogelijk maakt om lichaamscontact te ontwijken. Het gevaarte draait in haar nestelpoging haar kont zo vaak heen en weer, alsof ze zich de stoel in moet boren, dat mijn irritatie al behoorlijk oploopt.

De vrouw tegenover mij begint weer op luide toon te praten over haar zoon. Ik vind het vervelend steeds weer wat te zeggen van dit gedrag, maar ik kan zo echt niet lekker lezen. Wederom zeg ik: "Pardon dames, ik wil niet vervelend zijn maar u zit hier in een stiltecoupe." De mini zeug kijkt me uiterst verbaasd aan. "Is dat nieuw of zo?" vraagt ze me met een blik in haar ogen die strijdlustig overkomt. Haar vriendin sust en als een ware blauwhelm zegt ze dat ze daar wat over gelezen had. "Nou, das ook achterlijk zeg," vervolgt de felle vrouw weer, "eerst mag je al niet roken, nu niet eens meer kletsen." Ze zoekt duidelijk haar gelijk want ze kijkt druk in het rond of alle ogen wel op haar zijn gericht en haar pleidooi daarmee bevestigen.

"Ze verzinnen steeds weer iets." Zegt ze. -"Maar het blijft een stilte coupé mevrouw," zeg ik terwijl ik haar zo indringend mogelijk probeer aan te kijken. De boodschap komt weer niet over. Haar vriendin morst wat koffie en de twee gieren het uit van het lachen. Ik zucht iets te overduidelijk en leg mijn boek demonstratief aan de kant. Ik probeer beleefd te blijven en herhaal de zin voor de derde keer. Ze trekt een minachtend gezicht en zegt: "Dat geldt vandaag toch niet, het is de laatste dag van de vierdaagse van Nijmegen, er gaan heel veel mensen vandaag heen." Stomverbaasd gaap ik de domme koe aan. "NEE, DE MAXIMUMSNELHEID GELDT OOK NIET ALS JE HAAST HEBT, WAT EEN DROGREDEN ZEG," bits ik haar iets te agressief toe. Ze kan niet reageren want ze is afgeleid, haar gsm gaat af. Koe 1 moet hier heel hard om lachen. Vrolijk buldert koe twee over haar avontuur in de trein en de hilariteit bereikt een hoogtepunt als ze vertelt dat ze in een stilte coupé zitten. De hoop dat ze het verbod nog gaat respecteren is helemaal weg bij mij.

De belster is de ergste, zij schaamt zich totaal niet. De dame naast mij heeft nog een beetje gevoel over en voelt zich duidelijk in overtreding en dus wat ongemakkelijk. Ze wijst op de stickers boven het raam waarop een mannetje staat met zijn vinger, op een om stilte manende manier, aan de lippen en een mobieltje met een grote streep erdoor. "Oh ja, nu zie ik het, kijk daar Mien, het is inderdaad een stilte coupé." Mien kijkt en zegt: "Ja, dat is zo klein dat ziet toch geen hond zo." Kwaad kijk ik haar aan en zeg: "Al had u het gezien, dan had u er toch ook schijt aan gehad? Ik bedoel, ik heb u er al op gewezen en daar trekt u zich ook niets van aan, want het is uw dagje uit en daar moet iedereen zich maar aan aanpassen toch? Waarschijnlijk heeft u het thuis wel over het gebrek aan respect bij de jeugd, dat Nederland zo erg verloedert en wellicht spreekt u zelfs wel eens over normen en waarden, maar als puntje bij paaltje komt bent u net zo asociaal als de gemiddelde hooligan. Want stelt u zich voor dat u gewoon ergens anders gaat zitten of stil bent. Nee dat maakt u allemaal zelf wel uit." Ik eindig de speech met een duim omhoog en geef door het in doen van mijn oordopjes aan dat ik geen antwoord hoef te hebben. Beledigd gaat ze weer kletsen over de vierdaagse en neemt haar telefoon voor de tweede keer op.

Ik sla mijn boek weer open en probeer de dagjesmensen te negeren. Een station verder stroomt het treinstel vol en aangestoken door het gekakel van de twee vrouwen praat nu de hele coupé door elkaar heen. Ringtoontjes overtroeven elkaar in deuntje en volume. Lachend kijkt de vrouw tegenover mij me aan en zegt heel zuigerig: "Nou, volgens mij kan je beter op het toilet gaan zitten als je nog wilt lezen." Mijn linker mondhoek gaat licht omhoog, als de kiespijn lach van een boer en ik zeg: "nee hoor, dit is een prachtige inspiratiebron. Ik schrijf columns en hier kan ik mijn pen wel een keer aan slijpen." Verbaasd staart ze me aan. Ik zie haar twijfelen of ik dat nou meende of niet. Het eindpunt van mijn reis is in zicht. Als ik eenmaal in de stationshal van Utrecht Centraal sta valt er, ondanks de drukte, een oase van rust over mij heen.