Ek Dagboek deel 3: Vleugelverdedigers en vermoeide vedetten

We zijn weer drie dagen verder op het EK. Ondertussen zijn de eerste twee uitgeschakelde ploegen bekend. De Russen, die in poule A twee maal verloren, zijn de eersten die het toernooi al beëindigd weten. Vooral tegen Portugal speelde men alsof de naakt gefotografeerde spelersvrouwen niet in de krant waren afgebeeld, maar zich kort tevoren nog in de kleedkamer hadden gevoegd. Bulgarije werd, ondanks een zeer sterke eerste helft, vernederd door Zweden en verloor in de tweede wedstrijd het hoofd tegen de Denen. Ook Bulgarije kan dus naar huis.

Helaas kunnen we nog niet zeggen dat het toernooi bijzonder goed is. Er zijn zeker leuke wedstrijden te zien, maar het voetbal is niet geweldig. De gedachte vedetten acteren bijzonder vermoeid. Hiermee laait de discussie weer op over de fysieke belasting van topvoetballers. Met name de grote sterren hebben sinds juli 2003, toen dit seizoen officieel begon, zo’n 50 tot 70 duels afgewerkt voor club en land. Het EK, dat een mooi toetje op het voetbalseizoen zou moeten zijn, is voor hen eigenlijk meer een soort straf. Want neem maar van mij aan dat Henry, Figo, Zidane, Beckham en Raúl, om er maar een paar te noemen, echt wel beter willen spelen dan ze tot nu toe gedaan hebben.

Ook qua tactiek is er weinig nieuws onder de zon. Er zitten geen echte verrassingen bij. De meeste teams spelen varianten op 4-4-2 en 4-3-3, terwijl dat ook nog bekende varianten zijn. Vroeger konden op internationale toernooien nog wel eens grote verrassingen zijn. Het totaalvoetbal van Nederland in 1974 bijvoorbeeld. Of een systeem dat na een eindtoernooi ineens overal navolging kreeg. Wat wel opvalt is dat de vleugelverdedigers steeds belangrijker worden. Dit zette zich zo rond 1998 al in, op dat WK. Inmiddels zijn vleugelverdedigers een zeer belangrijk wapen geworden. Een opkomende back kan je ploeg extra impulsen geven.

Die veranderde status van vleugelverdedigers is opmerkelijk. Vroeger was het een minderwaardige positie. De minste spelers van het team werden als rechts- en linksback neergezet. Daar konden ze zich op hun directe tegenstander richten, die uit de wedstrijd spelen en verder niets. Ze konden er weinig kwaad en in de opbouw werden ze al helemaal niet ingeschakeld. Dat is tegenwoordig wel anders. Iemand als Roberto Carlos, in principe verdedigend niet eens echt top, is een superster geworden als linksback. Backs komen nu namelijk veelvuldig op langs de zijlijn, aangezien bijna geen enkel team meer met vleugelspelers speelt. Er ontstaan operationele ruimtes en daar duiken die backs in. Als je dan een goede voorzet kan geven, sticht je automatisch gevaar.

We zagen het in de Champions League, waar FC Porto, Chelsea en AS Monaco regelmatig profiteerden van de aanvalsdrang van hun backs. Ook nu zien we het. Zo gaven bijvoorbeeld Nuno Valente, Puyol, Edman, Niclas Jensen, Lahm en Gary Neville al een paar gevaarlijke voorzetten, waar soms ook goals uit vielen. Teams die geen opkomende backs in de selectie hebben, lijken bij voorbaat al minder kans te hebben.

Het is niet voor niets dat Oranje tegen de Duitsers nauwelijks enig gevaar veroorzaakte. Op papier wil Advocaat namelijk ook dat zijn backs langs de zijlijn komen, maar het lukt niet. Van Bronckhorst kon het bij Barcelona, Zenden zou het kunnen. Op links dus genoeg keus. Op rechts selecteerde Advocaat verkeerd. Reiziger is zo’n back die in de opbouw vrijgelaten wordt door de tegenstander, omdat hij aan de bal zeer matig is. Heitinga is een centrumverdediger en voelt zich ongemakkelijk op de flank. Advocaat zag de enige Nederlandse rechtsback met aanvalsdrang, Nigel de Jong, over het hoofd. Die speelde zich in Oranje toen hij Trabelsi verving bij Ajax. De Jong is snel, heeft de techniek, de kracht, de voorzet en de verdedigende kwaliteiten in huis. Om over zijn lef maar te zwijgen. Een gemiste kans voor Oranje, waardoor we zijn aangewezen op de vleugelspitsen. Zolang die van der Meyde en Overmars heten, zal er over de flanken geen enkel Nederlands gevaar komen. Dat is een beangstigende gedachte, zo pal voor de cruciale wedstrijd tegen de Tsjechen. Zeker als je in andere duels die backs zo belangrijk ziet zijn.

Het kan echter altijd erger. Francesco Totti dompelde Italië in rouw. Hij had de vedette moeten worden en het land naar de titel moeten leiden, maar Totti spuugde naar Poulsen, als was hij Frank Rijkaard. Of Chico de Lama, zo u wilt. Totti werd gestraft op basis van videobeelden. Pas in een eventuele halve finale mag hij weer spelen. Een vreemd selectiebeleid kan de kansen van een land danig doen slinken, een kloddertje spuug doet dit in een nog sneller tempo. Zo zien we maar weer dat winst en verlies soms in hele kleine dingen zitten.