Een willekeurige dag als ambulance-verpleegkundige

Column door Farao

Half 8, je komt aan de op de post, over een half uurtje begint je dienst. Je kijkt in het rooster met wie je rijdt en in welke wagen. In de gang kom je je chauffeurmaat (als in chauffeur en maatje) tegen en gezamenlijk gaan jullie de auto controleren. Hij het voertuig zelf, oliepeil, lampen, signalen, jij controleert de apparatuur en de medicijnen. Ondertussen meld je jullie nog even aan bij de CPA, de 112 meldkamer van de ambulances.

8 uur. Samen nemen julie plaats in de koffiekamer, bij de rest van de teams. Je pakt een bakje koffie en leest een krantje. Buiten is de spits bezig, gezamenlijk wachten jullie af.

Daar gaat de eerste pieper, maar niet die van jullie, maar van een ander team. 1,5 minuut later hoor je ze van het parkeerterrein af rijden, Tatuuutatuu, op weg naar een aanrijding tussen twee auto's.

Nog een pieper gaat, maar weer van een ander team. Een vrouw is gevallen met de fiets. Een A2 rit, het team moet meteen vertrekken maar gebruikt geen zwaailicht en sirene. Binnen 30 minuten moeten ze wettelijk gezien ter plaatse zijn.

Ondertussen heb je de lijst met besteld vervoer bekeken. Om 9 uur moeten jullie iemand ophalen van het thuisadres en naar het ziekenhuis brengen voor een foto. Aangekomen op het betreffende adres doet een oudere man open, het gaat om z'n vrouw, ze ligt boven, met het hele been in het gips. Ongelukje tijdens skivakantie. In de woonkamer valt de grote verzameling antieke grammofoonplaten op, vrolijk begint de man te vertellen over z'n hobby. Dan word 't tijd om te vertrekken en voorzichtig helpen we mevrouw op de brancard en schuiven we haar achterin de wagen, ik klim erbij in. De oude man neemt plaats naast m'n chauffeurmaat, nog steeds vertellend over z'n grammafoonplaten. Mevrouw heeft ook nog praatjes voor tien. Over de skivakantie, de kleinkinderen, de hond en gezellig babbelend gaat 't richting ziekenhuis.

In het ziekenhuis leveren we het echtpaar af op de eerste hulp, en na een vriendelijk bedankje pakken we de lift naar de zevende verdieping. Nog een B-rit, van dit ziekenhuis naar eentje in een andere gemeente. Een Aziatisch mannetje gaat bij mij achterin, hij is chefkok in een restaurant in de buurt vertelt hij. Onderweg krijg ik een dozijn kooktips en lekkere recepten.

Nadat we hem hebben afgezet en naar de afdeling hebben gebracht hebben we nog 1 B-rit, de laatste van die middag.

We komen aan in de straat waar we moeten zijn, nu het huisnummer nog vinden. Het is een lange straat, huizen met kleine huisnummers, huizen zonder huisnummers, huizen met de huisnummers verstopt achter bomen en struiken. Langzaam rijden we de straat af, op zoek naar het juiste nummer.

Opeens begint mijn mobilofoon te praten "CPA voor 28, ik heb een A1 in Brunssum". Het huisnummer van de B-rit is opeens niet meer belangrijk, de wagen word omgedraaid en vol gas gaat het richting Brunssum. Zwaailicht en sirene gaan aan. Van de CPA krijgen we te horen dat het om een achtjarig jongetje gaat, hij zou aan het stikken zijn in een stukje speelgoed. De meldkamer probeert de vader, die helemaal in paniek is, uit te leggen hoe hij z'n zoontje kan helpen, door middel van de Heimlich Methode. Tot nu toe zonder resultaat.

Als het om een kind gaat loopt de stress toch wat op, zo jong, nog een heel leven voor je. Het is druk op de weg, de auto's werken niet mee, het duurt veel te lang voor ze opzij gaan. Je raakt wat opgefokt: "Schiet op, ga aan de kant!" Het lijkt iedereen natuurlijk leuk, met zo'n groot geel gevaarte door het verkeer scheuren, maar de meeste mensen weten niet wat voor stress er vaak bij komt kijken. Je weet dat als je niet snel genoeg bij je patiënt bent dat de persoon kan overlijden, terwijl het verkeer maar niet opschiet...

Dan kom je ter plaatse, het is toch nog gelukt het stukje speelgoed eruit te krijgen, maar het kindje ziet er niet goed uit, hij ligt op de grond en ziet wat blauw. Hij ademt niet meer en ik voel geen pols. Je begint te reanimeren, defibrillator erbij, er word geïntubeerd. De ouders springen in paniek wat om julie heen. Helaas, het mag niet meer baten.

Je kijkt de ouders aan en die weten gelijk hoe laat het is; de moeder zakt hysterisch in elkaar, de vader staart wazig voor zich uit. Zelf moet je even slikken, je chauffeurmaat zegt niks.

Nadat de huisarts gearriveerd is om de dood officieel vast te stellen vertrek je weer, je voelt je leeg van binnen. Tijd om er even over te praten heb je echter niet, je pieper gaat alweer.
A1 één motor en twee auto's, de brandweer is rijdend, MMT gewaarschuwd.

Even voordat je ter plaatse komt heb je de traumaheli (mmt) al over zien vliegen, de brandweer is er al. Eén auto remde plotseling, de tweede knalde erboven op, en daarop vloog weer een motorrijder met passagier.

Vijf slachtoffers, wie is het meest kritiek, wat voor letsel heeft iedereen, je vraagt de meldkamer om nog meer auto's, twee extra wagens zijn al onderweg wordt verteld.

De bestuurder van de motor heeft een open tibia fractuur (het scheenbeen steekt door de huid naar buiten), kans op infectie en enorme pijn, de arme man schreeuwt 't uit van de pijn. Hoe is het met de rest van de betrokkenen? De achterpassagier van de motor ligt even verderop en heeft zichtbaar z'n arm gebroken, mogelijk ook nek-letsel. Pols is stabiel. De inzittenden van de tweede auto zitten bekneld, de brandweer is al met het dak bezig, ondertussen kruip jij in het wrak om de patiënt te controleren en gerust te stellen. Je krijgt gezamenlijk even een groot geel laken om je heen, want de brandweer moet de ruiten er ook uit halen, en je wilt geen glas over je patiënt en jezelf.

Dan roept je collega van het MMT, pols van de motorpassagier zakt drastisch, kans op interne verwondingen is reëel aanwezig. In overleg besluit je dat de heli hem meeneemt. Twee minuten later stijgen ze op. Hoe het met 'm afloopt weet je niet. Daar zijn de tweede en derde auto, taken worden verdeeld, gezamenlijk wordt de bestuurder van de tweede auto eruit gehaald op een wervelplank. Ook dat ziet er niet goed uit, twee doodsbange ogen kijken je aan...

Nadat je de laatste patiënt op de eerste hulp hebt afgeleverd is het tijd om wat te eten, gelukkig heeft het ziekenhuis een goed restaurant. In het restaurant zit ook al een ander team, jullie schuiven aan en beginnen met eten. Dan gaat er weer een pieper, gelukkig niet die van ons, het is die van het andere team, ook zij zijn nog maar net begonnen met eten en hebben een bordje vol liggen met van alles. Het is een A1, ze moeten meteen weg. Je grapt wat dat jij je wel ontfermt over dat puddinkje, wat binnenmonds mompelend verdwijnt het andere team, hun eten achterlatend. Tijd om er van te genieten krijgen we echter niet, ook onze pieper gaat, weer een A1 melding.

Op de snelweg is 'n ongeval gebeurd met twee auto's, en één van de auto's is op de kop terecht gekomen en staat in brand. Politie en brandweer zijn onderweg.

Op de plek des onheils liggen her en der auto-onderdelen verspreid, dit moet een flinke klap geweest zijn. De bestuurder van de eerste auto mankeert wonderbaarlijk bijna niks, hier en daar heeft hij een schrammetje. Even verderop ligt de ligt auto op de kop en heeft zichtbaar brandschade. Met een brok in je keel loop je erop af. De geur van verbrand vlees word steeds sterker en zorgt voor een misselijk gevoel.

Pa en twee jonge kinderen op slag dood, ma wordt zwaargewond uit 't wrak gehaald. Je weet dat ze dadelijk gaat vragen hoe het met haar gezin is, wat ga je haar zeggen? Ondertussen staan er 2 politiemotoren klaar voor escorte naar het ziekenhuis.

In het ziekenhuis aangekomen ga je weer poging te wagen iets te eten. Het lukt, er komt geen melding binnen terwijl je sloom op je broodje kauwt, eigenlijk heb je helemaal geen honger.

PIEEEP PIEP PIEEEP, daar gaan we weer. Een a2 deze keer, er is een vrouwtje onwel geworden in de Schunk, een grote kledingwinkel midden in het centrum. Je drinkt snel je koffie op en stapt weer in de wagen. Er wordt zonder zwaailicht en sirene gereden, echter maken we wel dankbaar gebruik van de busbaan.

Even later rijden we het centrum in, met een pasje verdwijnt er een paaltje in de grond en rijden we door het voetgangersgebied. De meeste mensen gaan direct opzij zodra ze ons zien, niet iedereen echter. Voor ons loopt een groepje vrouwen van middelbare leeftijd vrolijk te kwekken. We toeteren even want we willen er toch wel graag langs. Geen reactie, nog maar eens toeteren dan. Er wordt niet op- of om gekeken, terwijl je toch duidelijk hoorbaar een zware dieselmotor acher hen klinkt. Dan maar op een andere manier, ik druk heel even op de knop van de treafoon (sirene) en een oorverdovend lawaai verstoort heel even het straatbeeld. 134 decibel, van dichtbij is het echt keihard. De dames schrikken zich rot, eentje laat zelfs iets vallen. Hadden ze maar even om moeten kijken, denk je ondertussen, en niet stug doorlopen met de instelling van "dit is een voetgangersgebied en wij gaan lekker niet opzij en kijken ook niet om."

Aangekomen bij de winkel worden we door een verkoopster naar de kleedhokjes geleid, daar treffen we een vrouw aan, zittend op de grond, een beetje in paniek. Ondertussen probeert een securityguard de nieuwsgierige groep mensen van binnen en buiten op een afstandje te houden.

Ik vermoed dat de vrouw alleen wat hyperventileert en een hartfilmpje laat zien dat er op cardiaal gebied niks aan de hand is. Toch wil ze wel mee naar het ziekenhuis, zodat er nog een paar dingetjes nagegaan kunnen worden, dan is ze pas echt gerust. Gezamenlijk helpen wij de vrouw en haar dochter in de wagen en brengen d'r rustig naar de eerste hulp.

Een half uurtje later ben je weer terug op de post, in je hoofd ga je de hele situatie van vanmiddag nog eens na, heb ik het wel goed gedaan? kon ik niet beter...? Had ik niet ...? Ondertussen pak je een stuk fruit uit je tas, dat gaat er wel in nu. Nog een kwartiertje, dan zit je dienst erop. Nog 5 minuten, je gaat nog even gauw naar het toilet, Pieep Pieeep, verderop hoor je de textmelder van je chauffeurmaat piepen, en tegelijk hoor je de stem van een CPA-centralist door je mobilofoon. Een mogelijk hartinfarct op een tennisbaan, A1.

Je bevestigt het bericht, wast gauw je handen en rent naar buiten, de chauffeur zit al in de wagen klaar, je heb je deur nog niet goed dicht en daar ga je alweer, Tatuutatuu, door de avondspits, de drukke avondspits. "Schiet op jij! Maak ruimte".....