Volgende keer beter

Tijdens het afwassen keek ik naar de plank boven mijn hoofd. "Een rasp", dacht ik. "Daar moet ik iets over kunnen schrijven. Over hoe irritant die dingen zijn. Het laatste stukje kaas of chocola is namelijk niet te raspen. Omdat je anders je vingers mee raspt. En laten we het al helemaal niet hebben over amandelen of hazelnoten. En omdat..." Daar ging het idee, op naar de virtuele prullenbak in mijn hoofd.

"Bierglazen dan misschien", ging het verder. "Of ijskasten in studentenhuizen. Ja, dat is het! IJskasten in dergelijke huizen zijn namelijk altijd verschrikkelijk smerig. En goor. En vunzig. En vuil. En zo kan ik nog wel even doorgaan." Hoppa, daar ging weer een virtuele prop richting de vuilnismand. "Vorken", opperde ik, terwijl ik net het laatste stukje bestek stond af te drogen. Maar eigenlijk heb ik helemaal niks over vorken te melden. Daar hoefde ik niet eens over na te denken. Voorzichtig stiefelde ik met mijn pannen en borden richting mijn kamer. "Vervelende huisgenoten die hun was midden op de gang te drogen hangen zodat ik er niet langs kan? Neh, wat interesseert dat de gemiddelde FOK!ker nou."

In mijn kamer aangekomen keek ik eens goed rond. "Internet", flitste het door mijn hoofd. Maar daar had ik al eens iets over geschreven. "Woordenboeken, pennen, lege filmroldoosjes, kaarsen, de tv-gids, bureaulampjes." Geen schijn van kans. "De boeken van Michael Moore?" Niet meer actueel. "Stoelen, flessen limonade, kalenders, fotoalbums, truien, uitpuilende kledingkasten, discmans, tafeltennisbatjes, tijdschriften." Mijn kamer raakte leger en leger, en mijn prullenmand voller en voller.

Moedeloos besloot ik mijn gedachten te verzetten en onder de douche te gaan. Maar ook daar kon ik het gewoon niet laten. Mijn ogen flitsten langs de rekjes met toiletspullen: "Shampoo, bodylotion, watten, deo, tandpasta, borstel, crème, spiegel. Nee, allemaal niks. Daar kan ik toch geen column over schrijven? Het douchen zelf dan? Laat maar zitten, voordat geile FOK!kers hun fantasieën op mij uit gaan leven." Helemaal schoon stapte ik onder de douche vandaan. "Handdoeken?" Het antwoord wist ik al bij voorbaat: "Nee." Met mijn natte haren ging ik voor de spiegel staan. "Ik kan natuurlijk iets schrijven over haren die altijd in de klit zitten. Zeker ’s ochtends bij het opstaan. Waardoor je uren bezig bent om de boel ontklit te krijgen. En je daarna moet rennen om de bus te halen. Alhoewel, ik heb nooit last van klitten, tenzij het verschrikkelijk waait."

In mijn pyjama ging ik voor mijn laptop zitten. Gelijk sprong er een venstertje omhoog. Een vage kennis met de naam 'Naz$tY Kurl luvZz U' kwam online. "Ik zou iets over verschrikkelijk irritante MSN-namen kunnen schrijven. Maar daar is door iedereen en alles al lang en breed gediscussieerd. Niet-werkende Adobe Readers is misschien ook een optie. Al valt daar ook niet meer over te vertellen dan dat ze niet werken... Skype met ruis op de achtergrond?" probeerde ik een in een laatste poging. Maar het antwoord kon ik al geven voordat de vraag gesteld was.

Moe gedacht stapte ik in mijn bed. Ik geef het op. Ik kan gewoon geen column schrijven als ik drie uur voor de deadline bedenk dat ik een column moest schrijven, ik geen onderwerp weet en de inspiratie niet op commando eruit springt. Helaas. Volgende keer beter.