Column: Heb jij het geduld om te leven?

34 Jaar. Bijna net zo oud als ik ben, alleen heeft Pantani een langere staat van dienst achter zich. De wereld kent hem, hij is even wereldnieuws. Maar over een week, als hij is begraven, dan draait de wereld nog steeds gewoon verder.
Maar is het niet oneerlijk, dat een 34-jarige moeder sterft aan kanker en een dochtertje van zes maanden en een gebroken echtgenoot achterlaat, terwijl een leeftijdsgenoot een spuit in zijn arm zet omdat hij niet meer wil leven?
De eerste reactie is: ja, dat is oneerlijk. Waarom sterft de één onvrijwillig en maakt de ander vrijwillig een eind aan zijn leven.

Maar als je er wat langer over nadenkt ben ik niet zo zeker meer van de oneerlijkheid. Elk leven is namelijk uniek, elk persoon is een individu. De een sterft vroegtijdig aan een slopende ziekte, de ander maakt er vrijwillig een einde aan. Maar nooit mag je deze twee gevallen aan elkaar spiegelen. Want daar doe je beide individuen te kort mee.

Precies zeven jaar geleden stond ik zelf op een splitsing in mijn leven. Ik had een hele erge huidziekte, waarbij mijn lichaam van mijn tenen tot aan mij kruin was ontstoken. Het was rood, dik als leer, elke beweging deed pijn. De huid is het grootste orgaan van je lichaam, en als dat ziek is, kun je niets meer. Dan ben je machteloos. Ik isoleerde me steeds meer, leefde 's nachts omdat je dan niets hoeft. De radio was mijn beste vriend. En overdag sliep ik zolang mogelijk om maar niet op te hoeven staan. En als ik dan eindelijk met mijn droge, wit uitgeslagen huid onder de douche stond duurde het een uur voordat mijn lichaam schoon was. De pijn was ondraaglijk. En het doucheritueel herhaalde ik wel drie keer per dag. Zonlicht zag ik niet meer. Mijn spieren werden slap door het niet gebruiken. Het was een neerwaartse spiraal.

Het breekpunt kwam op de verjaardag van mijn vader. 's Middags was er een feest. Omdat het een mooie, zonnige februaridag was besloot ik even een klein blokje om te gaan, mijn hoofd even in de zon te houden. Ik deed ruim een kwartier over twee kilometer en bij de spoorweg overgang aangekomen wist ik: zo kan ik niet meer verder leven. Het moest veranderen, anders had het leven geen enkele zin meer.

Het stomme is, dat je als je ziek bent voor jezelf heel lang kunt volhouden dat er niets aan de hand is. Ontkennen en stug doorgaan dat je wel weer beter wordt zonder hulp van buitenaf is wellicht iets dat meer mensen herkennen. Ik hield mezelf altijd voor dat ik het wel alleen zou kunnen: leven.

Maar op die bewuste zondagmiddag gaf ik mezelf over aan mijn ziekte, en bekende: je bent ziek, zoek hulp. Een week na mijn vaders verjaardag zat ik voor het eerst in mijn leven bij de dermatoloog die zich afvroeg waar ik al die jaren was gebleven.

Vanmiddag ga ik weer naar mijn vaders verjaardag, met een gezonde huid. Maar zonder hulp en de liefde- en begripvolle steun van mijn omgeving was dat niet gelukt. Vorig jaar kwam Protopic op de markt, een nieuwe en revolutionaire zalf die zonder schade aan je immuunsysteem toe te brengen je huid van binnenuit geneest. Het was de moeite en de pijn van al die jaren hier op te wachten meer dan waard.

Kunnen we het Pantani kwalijk nemen als hij daadwerkelijk zelfmoord heeft gepleegd? Hij was depressief. Misschien wilde hij niet meer wachten op een verlossend nieuw revolutionair medicijn. Of misschien had hij geen liefde- en begripvolle omgeving.

Ik neem Pantani, en al die andere mensen die vrijwillig uit het leven stappen niets kwalijk. Maar mijn hart huilt wel om hen. Want hoe donker het leven er soms uitziet, hoe moeilijk dingen soms ook zijn. Er is altijd iets of iemand in de buurt die het waard is om voor te leven. Iemand die van je houdt om wie je bent. Je moet alleen soms wat geduld hebben.