Column: Het geheimzinnige geheugen

Ik kwam er laatst achter dat, na ruim vier jaar werken, gedeeltes van mijn studie uit mijn geheugen verdwenen zijn. Simpele definities, wettelijke regelgeving en standaard rijtjes die ik destijds zo uit het blote hoofd op kon dreunen, zijn nu opgeslagen in een achterkamertje van het archief dat geheugen heet. Zodra je eenmaal een baan hebt ben je met een gespecificeerder gedeelte bezig en weet je in dat segment wel de dingen die je daarvoor ook dagelijks nodig hebt maar alle "overbodige" kennis die je tijdens je opleiding hebt opgedaan verdwijnt toch langzaam naar de achtergrond. Het brein werkt dus kennelijk heel selectief. Echter kan ik zelf geen invloed op die selectie uitoefenen. Ik bepaal niet bewust wat er wel en wat er niet belangrijk is om als parate kennis aan te houden. Ik weet dus niet alles meer waar ik vijf jaar voor gestudeerd heb maar waarom onthoud ik wel enorme onzin weetjes? Waarom weet ik wel dat Harry Decheiver 19 goals maakte in het seizoen 1991-1992 voor RKC, dat Yvonne van Gennip in 1988 drie gouden medailles won op de Spelen in Calgary, dat Joop Zoetemelk in 1980 de Tour de France won, dat de wielrenner Bernard Hinault de bijnaam "de das" had en Willem van Hanegem die van "de kromme"?

Deze voorbeelden zijn geen zaken die ik dagelijks nodig heb of waar ik enige opleiding voor genoten heb. Het zijn zelf aangeleerde feitjes. Dingen die dus voortkomen uit interesse. Toch heb ik er bijna nooit iets aan. Ja, in een gesprek waar het onderwerp toevallig ter sprake komt. Maar bedenk eens hoe vaak je zo'n gesprek ook daadwerkelijk hebt. Waarom heeft de bibliotheek van mijn hersens sporttrivia dan wel voor op de plank gezet terwijl de dingen waar ik mijn best voor heb gedaan om het te onthouden langzamerhand zijn verdwenen naar een donker keldertje waar ze lastig terug te vinden zijn?

Als er geen logische indeling is op prioriteit van kennis, hoe ordenen wij dan wel onze weetjes? Je hoort wel eens zeggen dat het onderbewust toch ligt aan je interesse. Toegegeven, ik had een bloedhekel aan sommige vakken op school. Dat waren ook de examens waar je wat meer je best voor moest doen om er een voldoende uit te slepen. Maar ook vakken of onderwerpen die mij wel enorm konden boeien, die ik dus ooit van A tot Z kon opdreunen, zijn inmiddels vervaagd in een schijnbaar vroegtijdige staat van dementie.

Zo begin ik me ook steeds meer af te vragen of de gehele opleiding dan wel mijn oprechte interesse had. Was het niet een rationele afweging om te gaan studeren om een leuke, lees beter betaalde, baan te kunnen krijgen? Was de richting waarin ik ben gaan studeren niet gewoon een zakelijke afweging tussen haalbaarheid en nut? Want laten we eerlijk zijn, wie roept er nou als jongetje al dat hij iets met financiën wil gaan doen voor een groot bedrijf? De stelling dat echte interesse verklaart waarom je sommige zaken beter onthoudt dan andere wordt dus al geloofwaardiger. Wat ik me dus moet afvragen is niet hoe ik dingen onthoud, maar hoe mijn interesse in elkaar steekt. Dan werkt interesse eigenlijk heel raar.

Iedereen kent de woorden: "I have a dream," van Martin Luther King, maar wie weet hoe de zin verder gaat? Hij begint pas over zijn nieuwe droom als hij halverwege zijn speech is en geeft wel tien voorbeelden van droombeelden die hij na wilde streven. Waarom ken ik de speech niet uit mijn hoofd? Waarom niet eens een paar goeie citaten, die wel hele zinnen vormen? Waarom maar vier woorden? Zet ik echter de DVD van Quentin Tarantino's Pulp Fiction op dan kan ik bij wijze van spreken het geluid en ondertitels uitzetten en zelf alle dialogen navertellen. Kennelijk vind ik films en quotes daaruit veel belangrijker dan de wereldgeschiedenis en haar memorabele momenten.

Hoe meer je er over nadenkt waar je echte aandacht ligt, wat je dus het makkelijkste kan onthouden, hoe meer je bij je eigenlijke aard komt. Hoe leg je dan uit dat ik wel: Jack the Ripper, David Berkowitz, Ted Bundy, Ted Kaczynski, Charles Manson, Jeffrey Dahmer, Lee Harvey Oswald, James Earl Ray, John Wilkes Booth, Timothy McVeigh, John Hinckley, Volkert van der Graaf, John Gotti, Klaas Bruinsma, Sam Gravano, Frank Nitty, Dion O'Banion, Sam Klepper en Etienne Urka ken maar niet het rijtje premiers die Nederland heeft gekend kan opdreunen?

Ik ben dus diep van binnen een ziek persoon. In ieder geval een persoon met een morbide of anderzins duister, interessegebied. Daar wilde ik nog wat over kwijt... maar het is mij even ontschoten.