Column: Ik houd van de Afrika Cup

Vorige week zaterdag is in Tunesië het toernooi om de African Nations Cup of Afrika Cup weer begonnen. Dit toernooi is het Afrikaanse equivalent van het Europees Kampioenschap. Na een lange kwalificatiereeks hebben 15 landen zich geplaatst voor het toernooi, waarop zij samen met gastland Tunesië mogen bepalen wie zich kampioen van Afrika mag noemen. De teams zijn verdeeld in vier groepen van vier, waarin elke ploeg één keer tegen elkaar speelt. De nummers één en twee uit de poules gaan door en via knock-out duels komen er dan twee teams in de finale. De winnaar daarvan kroont zich weer twee jaar tot de beste ploeg van Afrika, een titel die nu nog gevoerd mag worden door Kameroen. Voor Tunesië, geleid door een sportgekke president, is het toernooi tevens een sollicitatie naar de organisatie van het WK in 2010, dat op het Afrikaanse continent gehouden zal worden.

Ik kijk altijd reikhalzend naar dit toernooi uit. De Afrikaanse spelers zijn namelijk stuk voor stuk technisch vaardig. Dit is te verklaren uit hun achtergrond: het merendeel komt uit arme landen en speelde daar soms blootsvoets op hobbelige ondergronden. Daarmee kweek je vanzelf een goede balbeheersing. Daarbij zijn de spelers stuk voor stuk zeer atletisch en hebben ze dezelfde spontaniteit als kleuters die voor het eerst naar school gaan. Dit wordt allemaal gekoppeld aan een enorm tactisch onvermogen. Soms worden er dribbels gemaakt in het eigen strafschopgebied, waarop in het Europese voetbal zo'n beetje de doodstraf staat. Men is verder ook niet te beroerd er een Afrikaanse tackle uit te gooien. Leest u dit vooral als: een tackle waarbij de man harder wordt geraakt dan de bal.

Het voetballende plaatje is dus al fraai, maar de supporters maken het af. Armoede en ellende tellen even niet tijdens dit toernooi. De mensen komen in de fraaiste uitdossingen naar de stadions, om hun favorieten daar zingend, dansend en met tromgeroffel naar de overwinning te leiden. Omdat elk land ook nog een medicijnman of voodoopriester meeneemt, die met ingewikkelde rituelen de opponent tracht te vervloeken, doet het voor de nuchtere Europeaan allemaal wat mysterieus en onwerkelijk, maar tegelijk zeer aantrekkelijk aan.

Zo kent het toernooi inmiddels al een rijke historie. Begin jaren '90 werkten Ghana en Ivoorkust een finale af, die pas na strafschoppen werd beslist. Pas toen beide teams zo'n 20 penaltys genomen hadden, wist de Ivoriaanse doelman Alain Gouamaine de held te worden en de beker naar Abidjan te brengen. Onvergetelijk is ook de deelname van Gabon halfweg de jaren '90. Voor elk duel verzamelden de spelers zich in een kring, waarna de aanvoerder op het veld urineerde om de aarde gunstig te stemmen. Dit had geen succes, want Gabon werd geen kampioen. Mozambique zorgde ook nog voor een memorabel moment, dat even triest als charmant was. De rugnummers en namen van de spelers werden met veiligheidsspelden achter op de shirts bevestigd, zodat het straatarme land ze bij elk duel opnieuw kon gebruiken. Kameroen zorgde op dit toernooi ook voor een halve kledingrel, door met mouwloze shirts aan te treden. In de huidige editie doen ze dit dunnetjes over, met een soort hansopjes.

Alle sterren van het Afrikaanse voetbal schitterden op dit toernooi: Hossam Hassan, de Egyptenaar die ooit wereldrecordinternational was, Roger Milla, de veteraan uit Kameroen die beroemd werd op het WK '90 met zijn goals en bijbehorend dansje, George Weah, de eerste Afrikaan die Europees en Wereldvoetballer van het jaar wist te worden en Rabah Madjer, de Algerijn die namens FC Porto met een legendarische hakbal scoorde in een Europacup 1-finale. De sterren van de jaren '90, zoals Mustapha Hadji, Abedi Pelé, Anthony Yeboah, Rachidi Yekini en Nwankwo Kanu waren er, maar ook recentere vedetten als Samuel Eto'o en El Hadji Diouf.

Dit jaar lijken de landen die in 2002 namens Afrika deelnamen aan het WK favoriet te zijn. Gastland Tunesië, aangevoerd door Ajacied Hatem Trabelsi, met hun nieuwe spits Francileudo dos Santos. Dat is een Braziliaan die ooit in Tunesië voetbalde en nu furore maakt bij het Franse Sochaux. Hij werd gevraagd een Tunesisch paspoort aan te nemen en accepteerde die invitatie. Zulke merkwaardige naturalisaties komen vaker voor rond grote toernooien, maar het blijft vreemd aandoen. Nigeria, met RBC-speler Pius Ikedia, is weliswaar afgereisd met een jonge ploeg, maar is altijd een kanshebber, nadat het in de jaren 90 hét land in opkomst werd in de voetbalwereld. Zuid-Afrika is de stiekeme favoriet, terwijl ook Senegal - finalist in 2002 en kwartfinalist op het WK in datzelfde jaar - zich tot de favorieten mag scharen. Titelverdediger Kameroen lijkt met haar uitgebalanceerde selectie vol spelers van Europese topclubs echter weer de beste papieren te hebben.

Noord-Afrika levert met Algerije, Marokko en Egypte - met ex-Ajacied Mido en Feyenoorder Ghali - drie outsiders, die altijd technisch verzorgd voetballen. De opvallendste deelnemer is Rwanda, dat enkele jaren geleden nog gebukt ging onder een wrede burgeroorlog, maar inmiddels weer zo'n eenheid is dat men een voetbalteam kan sturen. Lid van de selectie is Gatete, ooit een politiek vluchteling te Uden, waar hij voor amateurclub UDI '19 speelde. De andere ploegen zijn Guinea, de Democratische Republiek Congo, Mali - met Kanouté, tot voor kort nog Fransman -, Burkina Faso - met Rahim van FC Twente -, Kenia, Zimbabwe en Benin.

Niets staat een leuk toernooi in de weg, lijkt het. Ik vrees echter wel de invloed van de Europese trainers, die als moderne missionarissen naar Afrika zijn getrokken. Dit keer niet met kraaltjes, kettinkjes en spiegeltjes, maar met termen als positioneel dekken, inzakken en temporiseren. Spelers die te veel risico nemen, worden gewisseld of niet opgesteld. Dat gaat ten koste van de amusementswaarde en dus de charme van de Afrika Cup. Daarom vraag ik hen om zich in te houden, zodat de Afrika Cup het enige voetbaltoernooi ter wereld blijft waar tactiek een ondergeschikte rol speelt. En wat als ze niet luisteren? Dan kan ik altijd mijn ooit na twee hoofdstukken aan de kant geschoven cursusboek voor beginnende voodoopriesters weer eens tevoorschijn halen...